Loading...
Larger font
Smaller font
Copy
Print
Contents
Ereste Geschriften - Contents
  • Results
  • Related
  • Featured
No results found for: "".
  • Weighted Relevancy
  • Content Sequence
  • Relevancy
  • Earliest First
  • Latest First
    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents

    HOOFDSTUK 11: DE HEMELVAART VAN CHRISTUS

    DE gehele hemel wachtte op het uur van triomf wanneer Jezus op zou varen tot Zijn Vader. Engelen kwamen om de Koning der heerlikheid te ontvangen, en Hem zegevierend naar de hemel te geleiden. Nadat Jezus Zijn discipelen gezegend had, geschiedde het dat Hij van hen gescheiden, en in de hemel opgenomen werd. En terwijl Hij hun de weg opwaarts voorging, volgde Hem de menigte der gevangenen, die bij Zijn opstanding opgewekt was. Een grote schare van het hemelse heirleger begeleidde Hem, terwijl in de hemel een ontelbaar aantal engelen Zijn komst afwachtten. Toen zij opsteg'en naar de heilige stad, riepen de engelen, die Jezus begeleidden: “Heft uw hoofden op, gij, poorten! en verheft u, gij, eeuwige deuren! opdat de Koning der ere inga.” De engelen in de stad riepen in vervoering uit: “Wie is Hij, deze Koning der ere?” De begeleidende engelen antwoordden zegevierend: “De Heer, sterk en geweldig! de Heer, geweldig in de strijd! Heft uw hoofden op, gij, poorten! ja, heft op, gij, eeuwige deuren! opdat de Koning der ere inga!” Wederom vraagden de wachtende engelen: “Wie is deze Koning der ere?” en de beg'eleidende engelen antwoordden welluidend zingend: “De Here der heirscharen, Die is de Koning dqr ere!” En de hemelse optocht ging de stad Gods binnen. Toen omringde het ganse hernelse heirleger hun majesteitsvolle Aanvoerder, en bogen zij zich in de diepste aanbidding voor Hem neder, en wierpen hun glinsterende kronen voor Zijn voeten neder. En toen raakten zij hun gouden harpen aan, en vervulden de gehele hemel in lieflike, welluiden tonen met rijke, heerlike muziek en liederen aan het Lam, dat geslacht was, en toch weder leeft in majesteit en heerlikheid.EG 224.1

    Terwijl de discipelen treurig hun ogen naar de hemel geslagen hielden om hun Heer, terwijl Hij opvoer, tot het laatst toe te zien, stonden er twee engelen bij hen in witte klederen, en zeiden tot hen: “Gij, Gallilese mannen! wat staat gij en ziet op naar de hemel? Deze Jezus, die van u opgenomen is in de hemel, zal alzo komen, gelijkerwijs gij Hem naar de hemel hebt zien heenvaren.” De discipelen en de moeder van Jezus, die met hen getuige was geweest van de hemelvaart van de Zoon van God, brachten de volgende nacht door met te spreken over Zijn wonderbare daden, en de wonderlike en heerlike gebeurtenissen, die binnen zulk een kort tijdsverloop hadden plaats geliad.EG 225.1

    Satan beraadslaagde wederom met zijn engelen, en, gedreven door bittere haat tegen Gods regering, zei hij tot hen, dat zo lang hij zijn macht en gezag op de aarde nog behield, hun pogingen tegen de volgelingen van Jezus tienmaal sterker moesten zijn. Zij hadden niets tegen Christus vermocht, maar moesten Zijn volgelingen overwinnen, indien het mogelik was. In ieder geslacht moesten zij trachten degenen, die in Jezus wilden geloven, te verstrikken. Hij zei tot zijn engelen, dat Jezus Zijn discipelen macht gegeven had om hen te bestraffen en uit te werpen, en om degenen, die onder hun macht zouden vallen, te genezen. Toen gingen Satans engelen uit als briesende leeuwen, zoekende om de volgelingen van Jezus te verslinden.EG 226.1

    *****

    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents