Loading...
Larger font
Smaller font
Copy
Print
Contents
Gedachten van de Berg der Zaligsprekigin - Contents
  • Results
  • Related
  • Featured
No results found for: "".
  • Weighted Relevancy
  • Content Sequence
  • Relevancy
  • Earliest First
  • Latest First
    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents

    Het Ware Motief Van Het Dienen

    “Ziet toe, dat gij uw gerechtigheid niet doet voor de mensen, om door hen opgemerkt te worden.”

    De woorden van Christus op de berg brachten tot uitdrukking wat de onuitgesproken les van Zijn leven was geweest, die de mensen niet begrepen hadden. Zij konden niet begrijpen hoe Hij, die zulk een kracht bezat, naliet deze te gebruiken voor wat zij beschouwden als het hoogste goed. Hun geest, werkwijzen en motieven waren tegengesteld aan de Zijne. Terwijl zij beweerden, de eer van de wet na te jagen, was eigen eer het voornaamste dat door hen gezocht werd; en Christus zou hun duidelijk maken, dat wie zichzelf liefheeft de wet. overtreedt.GZ 72.1

    Maar de beginselen die gekoesterd werden door de Farizeeën zijn kenmerkend voor de mensheid van alle eeuwen. De geest van het Farizeïsme is de geest van de menselijke natuur; en daar de Heiland de tegenstelling aantoonde tussen Zijn eigen geest en werkwijzen en die van de rabbi’s, kan Zijn leer evenzeer van toepassing gemaakt worden op de mensen van alle tijden.GZ 72.2

    In de dagen van Christus trachtten de Farizeeën voortdurend de gunst des Hemels te verdienen, om zich te verzekeren van wereldse eer en voorspoed, die zij beschouwden als een beloning voor deugd. Terzelfder tijd praalden zij met hun liefdadigheid voor de ogen van het volk om hun aandacht te trekken, en de naam van heiligen te verwerven.GZ 72.3

    Jezus laakte hun uiterlijk vertoon, en Hij verklaarde, dat God een dergelijk dienen niet erkent, en dat het gevlei en de bewondering van het volk, waar ze zo ijverig naar joegen, de enige beloning was die zij ooit zouden ontvangen.GZ 72.4

    „Wanneer gij dan aalmoezen geeft,” zeide Hij, „laat... uw linker- hand niet weten wat uw rechter doet, opdat uw aalmoes in het verborgene zij, en uw Vader, die in het verborgene ziet, zal het u vergelden.”GZ 72.5

    Met deze woorden leert Jezus niet dat vriendelijke daden altijd geheim gehouden moeten worden. De apostel Paulus, geïnspireerd door de Heilige Geest, maakte geen geheim van de vrijgevige zelfopoffering van de Christenen in Macedonië, maar hij sprak van de genade, die Christus in hen teweeg had gebracht, en op deze wijze werden ook anderen aangedaan met dezelfde geest. Hij schreef ook naar de gemeente in Corinthe, en zeide: „Uw ijver heeft de meesten tot navolging geprikkeld.” 2 Cor. 9:2.GZ 73.1

    De woorden van Christus Zelf maken Zijn bedoeling duidelijk — dat bij het bedrijven van liefdadigheid het niet ons doel mag zijn ons te verzekeren van de lof en eerbewijzen van mensen. Ware godsvrucht brengt ons nooit tot uiterlijk vertoon. Zij die woorden van lof en eer verlangen, en zich daarmee voeden als met zoete spijs, zijn alleen naam-Christenen.GZ 73.2

    Door hun goede werken moeten de volgelingen van Christus eer vergaren, niet voor zichzelf, maar voor Hem door Wiens genade en kracht zij gewerkt hebben. Door de Heilige Geest wordt ieder goed werk tot stand gebracht, en de Geest wordt gegeven om niet de ontvanger, maar de Gever te verheerlijken. Wanneer het licht van Christus schijnt in de ziel, zal de mond vervuld zijn van lof en dank aan God. Uw gebeden, het nakomen van uw plicht, uw wel-willendheid, uw zelfopoffering, zullen niet het onderwerp vormen van uw gedachten of gesprekken. Jezus zelf zal groot gemaakt worden, het eigen-ik zal verborgen worden, en Christus zal naar voren komen als alles in allen.GZ 73.3

    Wij moeten in oprechtheid geven, niet om onze goede daden te tonen, maar uit medelijden en liefde voor de noodlijdenden. Oprechtheid van bedoeling, ware vriendelijkheid des harten zijn het motief waaraan de Hemel waarde hecht. De ziel die oprecht is in zijn liefde, wiens ganse hart vervuld is met zijn vroomheid, beschouwt God als kostbaarder dan goud van Ophir.GZ 73.4

    We moeten niet denken aan de beloning, maar aan het dienen; nochtans zal vriendelijkheid die in deze geest bewezen wordt, zeker beloond worden. „Uw Vader, Die in het verborgene ziet, zal het u vergelden.” Terwijl het waar is, dat God Zelf de grote Beloning is, die elke andere vergelding inhoudt, ontvangt de ziel Hem slechts, en verheugt zich over Hem, wanneer hij Hem gelijk wordt in karakter. Slechts gelijken kunnen elkander waarderen. Wanneer wij onszelf aan God geven om de mensheid te dienen, geeft Hij Zichzelf aan ons.GZ 73.5

    Niemand kan in zijn eigen hart en leven ruimte maken zodat de stroom van Gods zegen tot anderen vloeit, zonder zelf een rijke beloning te ontvangen. De heuvels en vlakten die een bedding geven waarlangs de bergstromen de zee kunnen bereiken, lijden daardoor geen verlies. Dat wat zij geven wordt honderdvoudig terugbetaald. Want de stroom die zingend zijn weg gaat, laat een geschenk van groen en vruchtbaarheid achter. Het gras op de oevers van de stroom is frisser groen, de bomen hebben rijker gebladerte, de bloemen bloeien overvloediger. Wanneer de aarde naakt en bruin ligt onder de blakende zomerhitte, geeft een lijn van groen de loop van de stroom aan; en de vlakte die haar schoot opende om de schat van de berg naar de zee te dragen, wordt bekleedt met frisheid en schoonheid, — een getuigenis van de vergelding die de genade Gods meedeelt aan allen die zichzelf geven als een kanaal waardoor ze naar de wereld kan stromen. Dit is de zegen van hen die barmhartigheid bewijzen aan de armen. De profeet Jesaja zegt: „Is het niet, dat gij voor de hongerige uw brood breekt en arme zwervelingen in uw huis brengt, ja, als gij een naakte ziet, dat gij hem bekleedt en u niet onttrekt aan uw eigen vlees en bloed? Dan zal uw licht doorbreken als de dageraad en uw wond zich spoedig sluiten... En de Here zal u voortdurend leiden, u in dorre streken verzadigen ... dan zult gij zijn als een besproeide hof, en als een bron, waarvan het water niet teleurstelt.” Jes. 58 : 7-11.GZ 74.1

    Het werk van weldadigheid wordt tweemaal gezegend. Terwijl hij die de armen geeft, anderen zegent, wordt hijzelf in nog grotere mate gezegend. De genade van Christus in de ziel ontwikkelt karaktertrekken die tegengesteld zijn aan zelfzucht, — trekken die het leven zullen verfijnen, veredelen en verrijken. Vriendelijke daden die in het geheim verricht worden, zullen harten tezamen bin den, en zullen ze nader trekken tot het hart van Hem uit wie iedere milddadige opwelling voortkomt. De kleine attenties, de kleine dingen waaruit liefde en zelfopoffering blijkt, die uit het leven voortvloeien als de geur uit een bloem, — deze dingen maken een belangrijk deel uit van de zegeningen des levens, en van het geluk. En tenslotte zal blijken, dat zelfverloochening ten bate van anderen, hoe nederig en dwaas dat hier op aarde ook mag zijn, in de hemel erkend wordt als een teken van onze eenheid met Hem, de Koning der heerlijkheid, Die rijk was, doch om onzentwille arm werd.GZ 74.2

    De vriendelijke daden zijn misschien in het geheim gedaan, maar het resultaat daarvan in het karakter van degene die ze doet kan niet verborgen blijven. Indien wij werken met de volledige belangstelling van ons hart als een volgeling van Christus, dan zal het hart dicht bij God leven, en de Geest van God zal, door aan onze geest te werken, de heilige harmonie van de ziel bewerken als antwoord op de goddelijke aanraking.GZ 75.1

    Hij die vermeerderde talenten schenkt aan hen die op verstandige wijze de gaven die hun waren toevertrouwd hebben doen toenemen, erkent met vreugde het dienstwerk van Zijn gelovige volk in de Geliefde, door wiens genade en kracht zij gewerkt hebben. Zij die getracht hebben het Christelijk karakter te ontwikkelen en te vervolmaken door hun talenten te gebruiken voor goede werken, zullen, in de toekomstige wereld, oogsten wat zij gezaaid hebben. Het werk dat op aarde begonnen is, zal zijn voltooiing bereiken in dat hoger en heiliger leven om tot in eeuwigheid te blijven bestaan.GZ 75.2

    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents