Loading...
Larger font
Smaller font
Copy
Print
Contents
Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 1 - Contents
  • Results
  • Related
  • Featured
No results found for: "".
  • Weighted Relevancy
  • Content Sequence
  • Relevancy
  • Earliest First
  • Latest First
    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents

    AANMATIGENDE LEIDERS

    Sommigen zijn blij en opgetogen dat zij in het bezit zijn van de gaven, die anderen niet hebben. Moge God Zijn volk voor zulke gaven bewaren. Wat doen die gaven voor hen? Zijn zij door de uitoefening van die gaven tot de eenheid des geloofs gebracht? En overtuigden zij de ongelovigen dat God in waarheid met hen is? Wanneer deze mensen met hun tegengestelde gedachten en hun verscheidenheid van meningen bijeen komen, en er weer zo ', n opwinding en spreken in vreemde tongen plaats vindt, laten ze hun licht zó schijnen, dat ongelovigen zouden zeggen: Die mensen zijn niet wel bij het hoofd; ze laten zich leiden door valse dweepzucht, en we zijn er vast van overtuigd dat ze de waarheid niet hebben. Zo zijn ze een struikelblok voor zondaren; door hun invloed weerhouden ze anderen om de Sabbat aan te nemen. Zij zullen loon ontvangen naar hun werken. Geve God, dat ze een verandering ten goede mochten ondergaan of dat ze anders de Sabbat maar zouden opgeven! Ze zouden ongelovigen dan niet in de weg staan.USG1 170.2

    God heeft mannen uitgeleid, die jaren lang onder lasten gebukt gingen, die alle mogelijke offers hebben willen brengen, zich van alles hebben ontzegd en moeilijkheden doorstaan om de waarheid aan de wereld te brengen, en die door hun bestendige handelwijze de blaam wegnemen, die fanatici op het werk Gods hebben geworpen. Zij hebben op alle gebied tegenstand onder-vonden. Ze hebben dag en nacht gezwoegd om de zekerheden van ons geloof na te speuren, opdat ze de waarheid klaar en duidelijk konden brengen, opdat ze alle tegenstand zouden kunnen weerstaan. Aanhoudende ingespannen arbeid, zowel lichamelijk als geestelijk, in verband met dit grote werk is de nekslag geweest voor meer dan één gestel en sommigen hebben vóór hun tijd gerimpelde gezichten en grijze haren gekregen. Ze hebben dat leed niet voor niets geleden. God heeft hun vurige, tedere, innige gebeden ter ore genomen opdat zij licht en waarheid zouden hebben en opdat de waarheid in al haar klaarheid voor anderen zou schijnen. Hij heeft op hun daden vol zelfverloochening acht geslagen, en Hij zal hun loon geven naar hun werken.USG1 171.1

    Anderzijds hebben zij, die niet zo gezwoegd hebben om deze kostbare waarheden aan het licht te brengen, maar sommige punten, zoals de Sabbatwaarheid, kant en klaar hebben ontvangen, zich opgemaakt, en al hun dankbaarheid voor hetgeen hun niets kost, en anderen zoveel, bestaat daarin, dat ze zich verheffen gelijk Korach, Dathan en Abiram, en degenen, op wie God de zware lasten van Zijn werk heeft gelegd, met verwijten overladen. Zij zouden zeggen: “Hef is te veel voor u, want deze ganse vergadering, zij allen zijn heilig, en de Here is in het midden van hen.” Numeri 16:3. Dankbaarheid kennen ze helemaal niet. Ze hebben een harde geest, die geen rede wil verstaan, en die hen tof hun eigen ondergang zal voeren.USG1 171.2

    God heeft Zijn volk gezegend, dat Zijn voorzienige wegen gevolgd heeft. Uit alle klassen en standen heeft Hij een volk uitgeleid naar het grote gebied der waarheid. Ongelovigen zijn overtuigd geworden dat God met Zijn volk was en hebben hun harten verdeemoedigd om de waarheid te gehoorzamen. Het werk Gods gaat gestaag verder. Niettegenstaande alle zekerheid dat God het lichaam uitleidt, zijn er, en zullen er altijd zijn, diegenen, die de Sabbat vieren, maar los staan van het lichaam, en geloven en doen naar eigen verkiezing. Hun inzichten zijn verward. Hun onenigheid is een sprekend bewijs, dat God niet met hen is. De wereld scheert de Sabbat en al hun dwalingen over één kam en verwerpt alles tezamen.USG1 172.1

    God is vergramd op hen, wier handelwijze maakt, dat de wereld hen haat. Wanneer een Christen gehaat wordt uit hoofde van zijn goede werken en zijn volgen van Christus, zal hij beloond worden; maar wanneer hij gehaat wordt omdat hij niets doet om bemind te worden, gehaat vanwege zijn onbeschaafde manieren, en omdat hij de waarheid tot een twistzaak met zijn naasten maakt, of de Sabbat viert op een wijze, die de mensen vervreemdt, is hij een sta-in-de-weg voor zondaars, een schande voor de heilige waarheid, en zo hij. niet tot inkeer komt, zou het beter voor hem zijn dat een molensteen om zijn hals werd gehangen en hij in de zee geworpen werd.USG1 172.2

    Men moet ongelovigen geen gelegenheid geven om ons geloof te smaden. We worden beschouwd als vreemd en zonderling, en moeten geen weg volgen waardoor ongelovigen meer van ons gaan denken dan ons geloof van ons vraagt.USG1 172.3

    In de menselijke natuur bestaat een neiging in uitersten te vervallen en van het ene uiterste in het andere te gaan. Er zijn zo vele fanatici. Zij worden verteerd door een vurige ijver, hetgeen voor godsdienst wordt aangezien, maar het karakter is de ware toets van het discipelschap. Hebben ze de zachtmoedigheid van Christus? Hebben ze Zijn ootmoed en goedertierenheid? Is de tempel der ziel geledigd van hovaardij, arrogantie, zelfzucht en vitzucht? Zo niet, dan weten ze niet van hoedanige geest ze zijn. Ze zijn zich niet bewust, dat het Christen-zijn daarin bestaat, dat vele vruchten ter ere Gods worden voortgebracht.USG1 172.4

    Anderen gaan tot een uiterste wat betreft hun gelijkvormigheid aan de wereld. Er is geen duidelijke, scherp getrokken scheidingslijn tussen hen en de wereldling. Worden bijvoorbeeld mensen van de waarheid afgestoten door een ruwe, vittende, critische geest, dan gaan ze denken dat de belijdende Christen er geen beginsel op na houdt en niets weet van een harteof karakterverandering.USG1 173.1

    “Laat uw licht alzo schijnen voor de mensen, dat zij uw goede werken mogen zien, en uw Vader, Die in de hemelen is, verheerlijken” (Mattheüs 6:16), zijn de woorden van Christus.USG1 173.2

    1885, Vol. 5, blz. 305, 306

    De Here verlangt van Zijn volk, dat ze hun verstand gebruiken, en zich niet laten leiden door gevoelsargumenten. Zijn werk is begrijpelijk voor al Zijn kinderen. Zijn onderwijs zal dusdanig zijn, dat elke intelligente geest dat kan opnemen. Het is er Op berekend het verstand te verheffen. Gods kracht wordt niet gemanifesteerd bij elke gelegenheid. De behoefte van de mens is de kans Gods.USG1 173.3

    1861, Vol. 1, blz. 230

    Wanneer zij, die valse opwekkingen hebben meegemaakt en persoonlijk beleefd, van hun fout overtuigd worden, slaat Satan munt uit hun dwaling en houdt hun die voortdurend voor ogen om ze bang te maken voor alle geestelijke oefening, en aldus hun geloof in ware godsvrucht te vernietigen. Omdat ze eens misleid zijn, zijn ze bevreesd om een poging te doen door ernstig, vurig gebed tot God om bijzondere hulp en overwinning. Dezulken moeten Satan zijn doel, om hen tot een koude vormendienst en ongeloof te brengen, niet laten bereiken. Zij moeten bedenken dat het fundament Gods vast staat. Neemt God voor waar aan en elke mens voor een leugenaar. Hun enige veiligheid ligt daarin, dat ze hun voeten planten op een rots door het zien en verstaan van de derde-engel-boodschap en door de waarheid te loven, lief te hebben en te gehoorzamen.USG1 173.4

    1862, Vol. 1, blz. 323, 324

    * * * * *

    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents