Loading...
Larger font
Smaller font
Copy
Print
Contents
Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 1 - Contents
  • Results
  • Related
  • Featured
No results found for: "".
  • Weighted Relevancy
  • Content Sequence
  • Relevancy
  • Earliest First
  • Latest First
    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents

    HOOFDSTUK 40—GEBED VOOR DE ZIEKEN

    In het geval van Zuster F. had nodig een groot werk gedaan moeten worden. Het was nodig dat voor degenen, die zich voor haar in het gebed verenigden, een werk verricht was. Had God hun gebeden beantwoord, dan zou dat hun verderf geweest zijn. In zulke gevallen van droefheid, wanneer Satan de geest beheerst, moet er, alvorens in het gebed te gaan, een nauwgezet zelfonderzoek plaats vinden om na te gaan of er ook zonden zijn, waarover men berouw moet tonen, die beleden en gelaten moeten worden. Een diepe verootmoediging van de ziel voor God is nodig, dat gepaard moet gaan met een vast, nederig vertrouwen enkel op de verdiensten van het bloed van Christus.USG1 216.1

    Met vasten en bidden zal men niets bereiken, wanneer het hart door hef doen van verkeerde dingen van God vervreemd is. “Is niet dit het vasten, dat Ik verkies; dat gij losmaakt de knopen der goddeloosheid, dat gij ontdoet de banden des juks, en dat gij vrij loslaat de verpletterden, en alle juk verscheurt? Is het niet dat gij de hongerigen uw brood mededeelt, en de armen, verdrevenen in huis brengt? Als gij een naakte ziet, dat gij hem dekt, en dat gij u voor uw vlees niet verbergt?” “Dan zult gij roepen, en de Here zal antwoorden ... gij zult schreeuwen, en Hij zal zeggen: Ziet, hier ben ik. Zo gij uit het midden van u wegdoet het juk, het uitsteken des vingers, en het spreken der ongerechtigheid; en zo gij uw ziel opent voor de hongerige, en de bedrukte ziel verzadigt; dan zal uw licht in de duisternis opgaan en uw donkerheid zal zijn als de middag. En de Here zal u geduriglijk leiden en Hij zal uw ziel verzadigen in grote droogte, en uw beenderen vaardig maken; en gij zult zijn als een gewaterde hof en als een springader der 1868, Vol. 2, blz. 145-149 wateren, welker wateren niet ontbreken.” Jesaja 58 : 6, 7, 9-11.USG1 216.2

    Het is een werk des harten, dat de Here verlangt, goede werken, die het uitvloeisel zijn van een hart vol liefde. Allen moeten nauwgezet en onder gebed de teksten hierboven nagaan en hun motieven en daden daarnaar richten. De belofte Gods voor ons is op voorwaarde van gehoorzaamheid, van het nakomen van al Zijn geboden. “Roep uit de keel,” zo zegt Jesaja, “houd niet in, verhef uw stem als een bazuin en verkondig Mijn volk hun overtreding, en het huis Jacobs hun zonden. Hoewel ze Mij dagelijks zoeken en een lust hebben aan de kennis Mijner wegen, als een volk, dat gerechtigheid doet en het recht Zijns Gods niet verlaat, vragen zij Mij naar de rechten der gerechtigheid; zij hebben een lust tot God te naderen; zeggende: waarom vasten wij, en Gij ziet het niet aan, waarom kwellen wij onze ziel, en Gij weet het niet?” Verzen 1—3.USG1 217.1

    Hier wordt tot een volk gesproken, wier mond vol van hun belijden is, die de gewoonte des gebeds nakomen, en die in de godsdienstoefening een behagen scheppen; nochtans mankeert er iets aan. Zij realiseren zich dat hun gebeden niet beantwoord worden; hun ernstige, ijverige inspanning wordt in de hemel niet op-gemerkt en zij stellen de vraag waarom God niet antwoordt. Dat komt niet omdat er enig verzuim is aan Gods kant. De moeilijkheid ligt bij het volk. Terwijl ze zich zeer godvruchtig voordoen, brengen ze geen vrucht voort ter verheerlijking Gods; hun werken zijn niet zoals het behoort. Ze zijn nalatig in positieve plichten. Alleen wanneer men die gaat doen, kan God, overeenkomstig Zijn heerlijkheid, hun gebeden beantwoorden.USG1 217.2

    In het geval van het gebed voor Zuster F., heerste er een verwarring van gevoelens. Sommigen waren fanatiek en werden gedreven door hun impuls. Zij bezaten een ijver, maar niet in harmonie met de kennis. Sommigen zagen het grootse, dat in dit geval verricht moest worden en begonnen al triomf te roepen vóór de overwinning behaald was. Er werd veel van de geest van Jehu gemanifesteerd: “Ga met mij mee, en zie mijn ijver aan voor de Here.” 2 Koningen 10:16. In plaats van die zelfverzekerdheid, had men het geval God moeten voorleggen en in een geest van nederigheid, van wantrouwen in zichzelve, en met een gebroken en verslagen hart.USG1 217.3

    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents