Loading...
Larger font
Smaller font
Copy
Print
Contents
Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 2 - Contents
  • Results
  • Related
  • Featured
No results found for: "".
  • Weighted Relevancy
  • Content Sequence
  • Relevancy
  • Earliest First
  • Latest First
    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents

    CHRISTUS’ MEDEARBEIDERS

    Allen die Gods Woord nemen tot het richtsnoer van hun leven, komen tot elkander in een nauwe verhouding te staan. De Bijbel bindt hen aaneen. Maar hun gezelschap zal niet gezocht of verlangd worden door hen die het Heilige Woord niet eerbiedig aannemen als een onfeilbare Gids. Ze zullen onderscheiden zijn èn in geloof èn in praktijk. Er kan tussen hen geen harmonie bestaan; ze zijn onverzoenlijk. Als Zevende-Dags Adventisten staan we niet op gewoonte en overlevering maar op het duidelijke: “Alzo zegt de Here”, en om deze oorzaak kunnen wij onmogelijk overeenstemmen met de massa die de leerstellingen en geboden van mensen leren en navolgen. Allen die uit God geboren zijn, zullen medearbeiders van Christus worden. Dezulken zijn het zout der aarde. “Indien nu het zout smakeloos wordt, waarmede zal het gezouten worden?” Indien de godsdienst die we belijden, ons hart niet vernieuwt en ons leven niet heiligt, hoe zal die dan een reddende macht uitoefenen op ongelovigen?USG2 135.1

    “Het deugt nergens meer toe dan om buiten geworpen en van de mensen vertreden te worden.” Die godsdienst welke geen hernieuwende kracht op de wereld uitoefent, is van geen waarde. We kunnen daar niet op bouwen voor onze eigen zaligheid. Hoe eerder we die weg doen, hoe beter, want hij is krachteloos en vals.USG2 135.2

    Wij moeten dienen onder onze grote Leidsman, ons aaneensluiten tegen elke vijandige invloed, en Gods medearbeiders zijn. De ons opgedragen taak bestaat daarin dat we het zaad des Evangelies zaaien aan alle wateren. In dit werk moet iedereen zijn deel doen. De menigvuldige genade Gods die ons is toebedeeld, stelt ons tot rentmeesters over talenten die wij moeten ver-meerderen door ze uit te zetten bij de wisselaars, opdat wanneer de Meester ze opvraagt, Hij Zijn eigendom met woeker kan terugkrijgen.USG2 135.3

    God biedt u met één hand geloof, om Zijn machtige arm aan te grijpen, en met de andere hand liefde, om in contact te komen met verloren gaande zielen. Christus is de weg, de waarheid, en het leven. Volgt Hem na. Wandelt niet naar het vlees, maar naar de Geest. Wandelt, zoaIs Hij gewandeld heeft. Dit is de wil van God, uw heiligmaking. Het werk dat u is opgelegd, is de wil te doen van Hem Die uw leven ondersteunt tot Zijn heerlijkheid. Indien gij voor uzelf werkt, baat u dat niets. Te werken tot het bestwil van anderen, minder zelfzuchtig te zijn en meer geneigd om alles aan God te wijden, zal Hem aangenaam zijn en beloond worden door Zijn rijke genade. — 1868, Vol. 2, blz. 170.USG2 136.1

    * * * * *

    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents