Loading...
Larger font
Smaller font
Copy
Print
Contents
Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 2 - Contents
  • Results
  • Related
  • Featured
No results found for: "".
  • Weighted Relevancy
  • Content Sequence
  • Relevancy
  • Earliest First
  • Latest First
    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents

    HOOFDSTUK 46—HET VLEES GEWORDEN WOORD

    De verbinding van de Goddelijke met de menselijke natuur is een van de kostelijkste en meest verborgen waarheden van het verlossingsplan. Daarover heeft Paulus het wanneer hij zegt: “Buiten alle twijfel, de verborgenheid der godzaligheid is groot: God is geopenbaard in het vlees.”USG2 363.1

    Deze waarheid is voor velen een oorzaak van twijfel en van ongeloof geweest. Toen Christus in de wereld kwam — de Zoon van God en de Zoon des mensen — werd Hij door Zijn tijdgenoten niet begrepen. Christus vernederde Zich om de menselijke natuur aan te nemen, opdat Hij de gevallen mensheid kon benaderen en opheffen. Maar het verstand van de mensen was door de zonde verduisterd, hun vermogens waren afgestompt en hun geest onbevattelijk, zodat ze Zijn Goddelijk karakter onder hef kleed der mensheid niet konden onderscheiden. Dit gebrek aan waardering hunnerzijds was een beletsel voor het werk dat Hij voor hen wilde doen; en om Zijn leer kracht bij te zetten was Hij vaak genoodzaakt Zijn positie te omschrijven en te verdedigen. Door te verwijzen naar Zijn verborgen en Goddelijk karakter, probeerde Hij hun gedachtengang zó te leiden dat ze onder de invloed van de hervormende kracht der waar-heid konden komen.USG2 363.2

    Steeds maakte Hij gebruik van de dingen der natuur waarmee ze zo vertrouwd waren, om de Goddelijke waarheid te verduidelijken. De bodem van het hart werd aldus bewerkt om hef goede zaad te ontvangen. Hij maakte Zijn toehoorders duidelijk dat Zijn belangen ook de hunne waren, dat Zijn hart met hen meeleefde in al hun vreugden en smarten. Tegelijkertijd zagen ze in Hem de openbaring van kracht en voortreffelijkheid, die ver 1889, Vol. 5, blz. 746—749 uitstaken boven die van hun meest vereerde rabbi’s. De onderwijzingen van Jezus kenmerkten zich door eenvoud, waardigheid en kracht, die ze voordien niet gekend hadden, zodat ze gedwongen moesten erkennen: “Nooit sprak iemand gelijk deze Mens.” De mensen luisterden graag naar Hem; maar de priesters en oversten, die juist hun taak om over de waarheid te waken zo verwaarloosd hadden, haatten Christus juist om de geopenbaarde genade, welke de scharen achter hen had weggetrokken om het Licht des levens te volgen. Door hun invloed verwierp de Joodse natie, falende in het onderscheiden van Zijn Goddelijk karakter, de Verlosser.USG2 363.3

    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents