Loading...
Larger font
Smaller font
Copy
Print
Contents
Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 2 - Contents
  • Results
  • Related
  • Featured
No results found for: "".
  • Weighted Relevancy
  • Content Sequence
  • Relevancy
  • Earliest First
  • Latest First
    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents

    HOOFDSTUK 57—DE GELIJKENIS VAN HET VERLOREN SCHAAP

    De gelijkenis van het verloren schaap moet als een zinspreuk bewaard blijven in elk gezin. De Hemelse Herder verlaat de negenennegentig en trekt de wildernis in om het ene dat verloren is, te zoeken. Daar zijn dicht struikgewas, moerassig land en gevaarlijke kloven in de rotsen, en de Herder weet dat wanneer het schaap daar ergens is, een vriendelijke hand het er uit moet helpen. Wanneer Hij zijn blatend geroep van verre hoort, wijkt Hij voor geen enkele moeilijkheid terug om Zijn verloren schaap maar te redden. Wanneer Hij het verlorene ontdekt, overlaadt Hij het niet met verwijten. Hij is enkel verheugd dat Hij het levend heeft gevonden. Met vaste maar toch zachte hand bevrijdt Hij het uit de doornen of haalt het uit het moeras; zachtjes legt Hij het op Zijn schouders en draagt het terug naar de kudde. De reine, zondeloze, Verlosser draagt hef zondige, het onreine.USG2 427.1

    Die onze zonden op Zich neemt, draagt het vuil geworden schaap, maar toch is Zijn last zo kostbaar dat Hij vol blijdschap uitroept: “Ik heb Mijn schaap gevonden dat verloren was.” Lucas 15:6. Laat een ieder van u wel bedenken dat uw persoonlijk eigen-ik gedragen wordt op Christus’ schouders. Laat niemand een heerszuchtige geest, een geest vol zelfgerechtigheid, vol kritiek koesteren, want niet één schaap zou tot de kudde zijn gekomen wanneer de Herder niet de moeitevolle tocht in de woestijn had gedaan om het te zoeken. Het feit dat één schaap verloren was, was voldoende om de sympathie van de Herder wakker te roepen zodat Hij op zoek uitging.USG2 427.2

    Deze kleine wereld was hef toneel van de vleeswording en het lijden van de Zoon van God. Christus ging niet naar de niet-gevallen werelden maar Hij k wam naar deze wereld die lag onder de vloek der zonde. Hef vooruitzicht was niet gunstig maar zeer ontmoedigend. Nochtans “zal Hij niet verdonkerd worden en Hij zal niet verbroken worden, totdat Hij het récht op aarde zal hebben gebracht”. Jesaja 42 : 4.USG2 427.3

    Wij moeten de grote vreugde indachtig zijn die aan de dag wordt gelegd door de Herder toen het verlorene was gevonden. Hij roept Zijn buren en zegt: “Weest blijde met Mij, want Ik heb Mijn schaap gevonden dat verloren was.” En de gehele hemel weergalmde van deze vreugdezang. De Vader Zelf verheugt Zich zingende over het verloste. Wat een heilige verrukking van blijdschap treedt in deze gelijkenis aan het licht. Het is uw voorrecht om in die blijdschap te delen.USG2 428.1

    Werkt u, met dit voorbeeld voor ogen, samen met Hem Die zoekt om het verlorene te redden? Bent u Christus’ medearbeiders? Kunt u om Zijnentwille geen lijden, opoffering, moeiten doorstaan? Hier ligt een kans om een goed werk te doen voor de zielen van de jeugd en van de dwalenden. Wanneer u iemand ziet wiens woorden en houding openbaren dat hij van God is gescheiden, berisp hem dan niet. Hef staat niet aan u om hem te veroordelen, maar stel u dicht naast hem en help hem. Denk aan de nederigheid van Christus, aan Zijn zachtmoedigheid en ootmoedigheid, en werk zoals Hij werkte met een hart vol geheiligde tederheid. “Te dien tijd, spreekt de Here, zal Ik voor alle geslachten Israëls tot een God zijn en zij zullen Mij tot een volk zijn. Zo zegt de Here: Het volk der overgeblevenen van het zwaard heeft genade gevonden in de woestijn, namelijk Israël, toen Ik henen ging om hem tot rust te brengen. De Here is mij verschenen van verre tijden. Ja, Ik heb u lief gehad met een eeuwige liefde; daarom heb Ik u getrokken met goedertierenheid.” Jeremia 31 : 1—3.USG2 428.2

    Willen wij werken zoals Christus werkte, dan moet het eigen-ik gekruisigd worden. Dat is een pijnlijke dood, maar het is leven, leven voor de ziel. “Want alzo zegt de Hoge en Verhevene Die in de eeuwigheid woont en Wiens Naam heilig is: Ik woon in de hoogte en in het heilige en bij die, die van een verbrijzelde en nederige geest is, opdat Ik levend make het hart der verbrijzelden.” Jesaja 57 : 15.USG2 428.3

    * * * * *

    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents