Loading...
Larger font
Smaller font
Copy
Print
Contents
Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 2 - Contents
  • Results
  • Related
  • Featured
No results found for: "".
  • Weighted Relevancy
  • Content Sequence
  • Relevancy
  • Earliest First
  • Latest First
    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents

    HOOFDSTUK 12—CHRISTELIJKE EENDRACHT

    “Ik bid u, broeders, door de Naam van onze Here Jezus Christus, dat gij allen hetzelfde spreekt, en dat onder u geen scheuringen zijn, maar dat gij samengevoegd zijt in een zelfde zin en in een zelfde gevoelen.” 1 Korinthe 1 : 10.USG2 76.1

    Eendracht maakt macht, tweedracht verzwakt. Wanneer zij die de waarheid geloven, eendrachtig zijn, oefenen ze een sterke invloed uit. Satan begrijpt dat heel goed. Nooit was hij meer vastbesloten dan nu om de waarheid Gods tot nul en gener waarde te maken door ‘s Heren volk aan te porren tot bitterheid en tweedracht.USG2 76.2

    De wereld is tegen ons, de populaire kerken zijn tegen ons, de wetten des lands zullen spoedig tegen ons zijn. Als er ooit een tijd was waarin Gods volk zich moet aaneensluiten, dan is het nu. God heeft ons opgedragen de speciale waarheden van deze tijd aan de wereld bekend te maken. De laatste genadeboodschap wordt nu verkondigd. We hebben te doen met mannen en vrouwen die aan het oordeel zijn onderworpen. Hoe nauwgezet moeten we zijn in elk woord en daad om het Voorbeeld dicht na te volgen, opdat ons voorbeeld mensen mag brengen tot Christus. Hoe nauwgezet moeten we trachten de waarheid te brengen, opdat anderen, bij het zien van haar schoonheid en eenvoud, er toe geleid mogen worden haar aan te nemen. Indien onze karakters getuigen van haar heiligende kracht, zullen we voor anderen een voortdurend licht zijn — levende brieven, bekend en gelezen door alle mensen. Wij mogen Satan geen voet geven door verdeeldheid, tweedracht en twist te koesteren.USG2 76.3

    Dat eenheid en liefde onder Zijn discipelen zouden bestaan, was het zwaartepunt in het laatste gebed van 1882, Vol. 5, blz. 236—248 onze Heiland vlak voor Zijn kruisiging. Met de doods-strijd van het kruis in het vooruitzicht, was Zijn bede niet voor Hemzelf, maar voor degenen die Hij zou achterlaten om Zijn werk op aarde voort te zetten. De zwaarste beproevingen stonden hen te wachten, maar Jezus zag dat hun grootste gevaar zou liggen in een geest van bitterheid en verdeeldheid. Daarom bad Hij: “Heilig ze in Uw waarheid; Uw woord is de waarheid. Gelijkerwijs Gij Mij gezonden hebt in de wereld, alzo heb Ik hen ook in de wereld gezonden. En Ik heilig Mijzelf voor hen, opdat ook zij geheiligd mogen zijn in waarheid. En Ik bid niet alleen voor dezen, maar ook voor degenen die door hun woord in Mij geloven zullen. Opdat zij allen één zijn, gelijkerwijs Gij, Vader, in Mij en Ik in U, dat ook zij in Ons één zijn; opdat de wereld gelove, dat Gij Mij gezonden hebt.” Johannes 17 : 17—21.USG2 76.4

    Dat gebed van Christus omvat al Zijn navolgers tot het einde des tijds. Onze Heiland voorzag de beproevingen en gevaren van Zijn volk. Hij is bekommerd om de tweedracht en verdeeldheid die Zijn Gemeente verscheuren en verzwakken. Hij ziet op ons neer met dieper belangstelling en inniger medelijden dan het hart van een aardse ouder staat tegenover een ongezeglijk, eigenzinnig kind. Hij vraagt ons van Hem te leren. Hij vraagt ons vertrouwen. Hij vraagt ons, onze harten te openen om Zijn liefde te ontvangen. Hij heeft de belofte gedaan onze Helper te zijn.USG2 77.1

    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents