Loading...
Larger font
Smaller font
Copy
Print
Contents
Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 3 - Contents
  • Results
  • Related
  • Featured
No results found for: "".
  • Weighted Relevancy
  • Content Sequence
  • Relevancy
  • Earliest First
  • Latest First
    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents

    HOOFDSTUK 37—HET WERK IN EIGEN LAND EN DAARBUITEN

    “Zegt gijlieden niet: Het zijn nog vier maanden en dan komt de oogst? Zie, Ik zeg u, heft uw ogen op en aanschouwt de landen, want zij zijn alrede wit om te oogsten. En die maait, ontvangt loon, en vergadert vrucht ten eeuwigen leven, opdat zich tezamen verblijde beide die zaait en die maait. Want hierin is die spreuk waarachtig: Een ander is het die zaait en een ander die maait.” Johannes 4 : 35—37.USG3 221.1

    Nadat de landman het zaad heeft gezaaid, moet hij maanden wachten voor het ontkiemt en graan voortbrengt om geoogst te worden. Maar tijdens het zaaien wordt hij bemoedigd door de verwachting van de vrucht in de toekomst. Zijn arbeid wordt vergemakkelijkt door de hoop op een rijke opbrengst ten tijde van de oogst.USG3 221.2

    Maar daf was niet het geval met het zaad der waarheid dat Christus zaaide in het hart van de Samaritaanse vrouw tijdens Zijn gesprek met haar bij de bron. De oogst van Zijn gezaaid zaad lag niet in de toekomst maar geschiedde onmiddellijk. Nauwelijks had Hij Zijn woorden ge sproken of hef zaad ontkiemde en bracht vrucht voort, waardoor haar geest werd verlicht en zij kon weten dat zij gesproken had met de Here Jezus Christus. Zij liet de stralen van het goddelijke licht in haar hart schijnen. Haar waterkruik vergat ze te vullen en ze snelde weg om het goede nieuws aan haar Samaritaanse broeders te vertellen. “Komt”, zei ze, “ziet een mens die mij gezegd heeft alles wat ik gedaan heb.” Vers 29. En direct gingen ze uit om Hem te zien. Het was bij die gelegenheid dat Hij de zielen der Samaritanen vergeleek met een graanakker. “Heft uw ogen op en aanschouwt de landen, want zij zijn alrede wit om te oogsten.”USG3 221.3

    “Toen dan de Samaritanen tot Hem gekomen waren, baden zij Hem dat Hij bij hen bleef; en Hij bleef aldaar twee dagen.” En wat waren dat drukke dagen! Hoe staat het verdere verloop vermeld? “En er geloofden er veel meer om Zijn woord, en zeiden tot de vrouw: Wij geloven niet meer om uw zeggen, want wijzelf hebben Hem gehoord en weten dat Deze waarlijk is de Christus, de Zaligmaker der wereld.” Verzen 40—42.USG3 222.1

    Christus, Die het hart van de Samaritanen opende voor het Woord des levens, zaaide heel wat zaad der waarheid en liet de mensen zien hoe ook zij zaad der waarheid konden strooien in het hart van anderen. Hoeveel goeds zou er bereikt kunnen worden wanneer allen die de waarheid kenden, zouden arbeiden voor zondaars, voor hen die zo nodig de Bijbelse waarheid moeten kennen en verstaan, en die daarop even gretig zouden ingaan als de Samaritanen op de woorden van Christus! Hoe lauw staan wij tegenover God op het punt dat als het ware de sterkste gemeenschapsband moest zijn tussen ons en Hem — medelijden voor ongelukkige, schuldige, lijdende zielen die dood zijn in misdaden en zonden! Als de mensen medelijden zouden voelen zoals Christus het voelt, dan zou er droefheid in hun harten zijn over de toestand van vele behoeftige velden, verstoken van arbeiders.USG3 222.2

    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents