Go to full page →

HOOFDSTUK 28: DE BOODSCHAP VAN DE DERDE ENGEL EG 304

TOEN de bediening van Jezus in de heilige plaats geëindigd was, en Hij het Heilige der heiligen binnenging, en voor de ark, waarin de wet van God is, stond, zond Hij een andere machtige engel naar de wereld met een derde boodschap. De engel ontving een perkament in de hand, en toen hij in macht en heerlikheid op de aarde nederdaalde, kondigde hij een zeer ernstige waarschuwing aan, vergezeld van de vreselikste bedreiging, welke immer aan de mens gegeven is. Deze boodschap was bedoeld om Gods kinderen op hun hoede te stellen, door hun de tijd van verzoeking en zielsangst, welke voor hen lag, te tonen. De engel sprak: “Zij zullen persoonlik in strijd komen met het beest en zijn beeld. Hun enige hoop op het eeuwige leven is, standvastig te blijven. Al staat hun leven op het spel, zij moeten toch aan de waarheid vasthouden.” De derde engel eindigde zijn boodschap op de volgende wijze: “Hier is de lijdzaamheid der heiligen; hier zijn zij, die de geboden Gods bewaren en het geloof van Jezus.” Toen hij deze woorden herhaalde, wees hij op het hemelse heiligdom. De aandacht van al degenen die deze boodschap aannemen, wordt op het heilige der heiligen gericht, waar Jezus voor de ark staat, voor de laatste maal intredende voor al degenen, die nog ontvankelik zijn voor genade, en voor hen, die onwetend de wet van God overtreden hebben. Deze verzoening wordt gedaan voor de rechtvaardige doden, zowel als voor de rechtvaardige levenden. Hij sluit alien in, die in Christus gelovende zijn gestorven, maar die, doordien zij het licht op Gods geboden niet hebben ontvangen, onwetend gezondigd hebben door de vcorschriften ervan te overtreden. EG 304.1

Nadat Jezus de deur van het heilige der heiligen geopend had, werd het licht van de Sabbat gezien, en werd Gods volk op de proef gesteld, evenals de kinderen van Israel in de oude tijd op de proef werden gesteld, om te zien of zij Gods wet houden zouden. Ik zag de derde engel omhoog wijzen, en de teleurgestelde gelovigen de weg tot het heilige der heiligen in het hemelse heiligdom tonen. Wanneer zij door het geloof het heilige der heiligen ingaan, vinden zij Jezus, en krijgen opnieuw hoop, en worden wederom blijde. Ik zag hen terugblikken, en het verleden overgaan, van de tijd waarin de wederkomst van Jezus werd aangekondigd tot hun bevinding, toen de tijd voorbijging in 1844. Zij zagen de verklaring van hun teleurstelling, en blijdschap en zekerheid vervulden hen wederom De derde engel heeft licht geschonken over het verleden, het tegenwoordige en de toekomst, en zij weten dat God hen inderdaad geleid heeft door Zijn geheimzinnige voorzienig'heid. EG 305.1

Er werd mij getoond dat de overgeblevenen Jezus in het heilige der heiligen volgden, en de ark met het verzoendeksel aanschouwden, en geboeid waren door de schoonheid ervan. Toen lichtte Jezus het deksel van de ark op, en ziet! de stenen tafelen, met de tien geboden erop geschreven. Zij peinzen over de levende woorden, maar schrikken bevend terug, wanneer zij het vierde gebod tussen de tien heilige voorschriften zien, en dat daarop een helderder licht schijnt dan op de andere negen, en het omgeven is van een stralekrans van heerlikheid. Zij vinden daar niets, waaruit zij leren kunnen dat de Sabbat afgeschaft is, of in de eerste dag van de week veranderd. Het gebod leest zich zoals het door de stem van God in plechtige en schrikwekkende grootsheid op de berg gesproken werd, terwijl de bliksemstralen door de lucht schoten, en de donderslagen dreunden; het is hetzelfde gebod, dat door Zijn eigen vinger op de stenen tafelen geschreven werd: “Zes dagen zult gij arbeiden en al uw werk doen; maar de zevende dag is de Sabbat des Heren uws Gods.” Zij staan verbaasd als zij de zorg zien die aan de tien geboden besteed is. Zij zien ze dicht bij Jehova geplaatst, overschaduwd en beschermd door Zijn heiligheid. Zij zien, dat zij het vierde gebod van de dekaloog met voeten getreden, en een dag gehouden hebben, die door heidenen en Rooms Katholieken ingesteld is, in plaats van de dag, door Jehova geheiligd. Zij verootmoedigen zich voor God, en treuren over hun bedreven overtredingeo. EG 305.2

Ik zag het reukwerk in het wierookvat roken, toen Jezus hun belijdenis en gebeden aan Zijn Yader opofferde. En toen het omhoog steeg, rustte er een helder licht op Jezus en het verzoendeksel; en de ernstige, biddende gelovigen, die verontrust waren omdat zij gezien hadden, dat zij Gods wet overtreden hadden, ontvingen een zegen, en hun aangezichten blonken van hoop en blijdschap. Zij sloten zich bij de derde engel aan in zijn werk, en hieven hun stemmen op om de plechtige waarschuwing te geven. Maar weinigen namen die in het eerst aan; toch gingen de getrouwe gelovigen met geestdrift voort met de verkondiging van de bood-schap. Toen zag ik velen de boodschap van de derde engel aannemen, en hun stemmen voegen bij hen, die het eerst de waarschuwing gegeven hadden, en zij prezen God door Zijn geheiligde rustdag te houden. EG 306.1

Velen, die de derde boodschap aannamen, hadden geen ondervinding gehad van de twee voorgaande bood-schappen. Satan verstond dit, en zijn boze oog was op hen, om hen te doen vallen; maar de derde engel wees hen op het heilige der heiligen, en degenen, die ondervinding gehad hadden van de voorgaande boodschappen, wezen hun de weg naar het hemelse heiligdom. Velen zagen de volmaakte keten der waarheid in de boodschappen van de engelen, en namen ze met blijdschap in hun volgorde aan, en volgden Jezus in het geloof tot in het hemelse heiligdom. Deze boodschappen werden mij voorgesteld als zijnde een anker voor Gods volk. Zij, die ze verstaan en aannemen, zullen bewaard worden van door de vele drogredenen van Satan verleid te worden. EG 307.1

Na de grote teleurstelling in 1844 waren Satan en zijn engelen druk bezig om valstrikken te leggen, om daardoor het geloof van de kerk te schokken. Hij werkte op het verstand van personen, die ondervinding van de boodschappen gehad hadden, en die een schijn van ootmoedigheid bezaten. Sommigen wezen op de toekomst voor de vervulling van de eerste en de tweede boodschap, terwijl anderen ver in het verleden wezen, verklarende, dat de vervulling ervan daar lag. Dezen kregen invloed over de verstanden van hen, die weinig ondervinding hadden, en brachten hun geloof aan het wankelen. Sommigen onderzochten de Bijbel om een eigen geloof op te bouwen, onafhankelik van de kerk. Satan verlustigde zich in dit alles; want hij wist dat hij over hen, die het anker loslieten, invloed kon uitoefenen door verschillende dwalingen, en dat hij ze kon omvoeren met alle wind der leer. Yelen, die voorgangers geweest waren onder de eerste en tweede boodschap, spraken ze nu tegen, en er bestond verdeeldheid en verwarring in de kerk. EG 307.2

Mijn aandacht werd toen op William Miller gevestigd. Hij zag er verslagen uit, en ging gebukt onder de onrust en droefheid, die hij voor zijn mensen gevoelde. Het gezelschap, dat in 1844 een geweest was, en elkander had liefgehad, verloor nu zijn liefde, werkte elkander tegen, en verviel tot een toestand van koudheid en afvalligheid. Toen hij dit zag, verteerde de droafheid zijn krachten. Ik zag dat de leiders hun oog op hem hadden, vrezende dat hij de boodschap van de derde engel en de geboden Gods zou aannemen. En wanneer hij overhelde naar het licht uit de hemel, beraamden deze mannen het een of ander plan om zijn aandacht af te trekken. Menselike invloed werd uitgeoefend om hem in duisternis te houden, en hem zijn invloed te doen gebruiken onder degenen die de waarheid weerstonden. Eindelik verbief William Miller zijn stem tegen het licht uit de hemel. Hij nam de boodschap niet aan, welke zijn teleurstelling volkomen verklaard, en licht en heeidikheid geworpen zou hebben over het verleden, waardoor zijn uitgeputte krachten weer vernieuwd, en zijn hoop verlevendigd geworden zou zijn, en hem ertoe geleid hebben zou om God te verheerliken. Hij steunde op menselike wijsheid, in plaats van op de Goddelike; maar daar hij gebroken was door zware arbeid in de zaak van zijn Meester en door ouderdom, was hij niet zozeer aansprakelik als zij, die hem van de waarheid afhielden. Zij zijn verantwoordelik; de zonde rust op hen. EG 308.1

Indien William Miller het licht van de derde hoodschap had kunnen inzien, zouden veel dingen, die hem duister en verborgen schenen, verklaard zijn geworden. Maar zijn broederen gaven voor, dat zij hem zo innig liefhadden en zoveel belang in hem stelden, dat hij meende zich niet van hen te kunnen losscheuren. Zijn hart helde over naar de waarheid en dan zag hij op zijn broederen; zij weerstonden de waarheid. Kon hij zich losmaken van degenen, die bij hem gestaan hadden in de verkondiging van de komst van Jezus? Hij dacht.dat zij hem toch zeker niet op een verkeerde weg zouden leiden. EG 309.1

God deed hem vallen onder de macht van Satan, de heerscbappij van de dood, en verborg hem in het graf voor degenen, die hem onophoudelik van de waarheid trachtten af te trekken. Mozes beging een fout, toen hij op het punt stond van het beloofde land binnen te gaan. Zo zag ik, dat William Miller een fout beging, toen hij binnen kort het hemelse Kanaän binnen zou gaan, door toe te laten dat zijn invloed de waarheid tegenwerkte. Anderen brachten hem ertoe om zulks te doen; anderen moeten er rekenschap van geven. Maar engelen waken over het kostbare stof van deze dienstknecht Gods, en hij zal tevoorschijn treden bij het slaan van de laatste bazuin. EG 309.2