Go to full page →

HOOFDSTUK 5: HET BEWEGEN VAN DE KRACHTEN DES HEMELS EG 37

Op de 16de Desember 1848 gaf de Heer mij een gezicht over het bewegen van de krachten des hemels. Ik zag, dat waar de Heer zei “hemel” bij het opnoemen van de tekenen, die opgetekend zijn door Mattheüs, Markus, en Lukas, Hij de hemelen bedoelde, en wanneer Hij zei “aarde,” Hij de aarde bedoelde. De krachten des hemels zijn de zon, maan en sterren. Zij heersen in de hemelen. De krachten der aarde zijn die op de aarde heersen. De krachten des hemels zullen zich bewegen op het horen van de stem Gods. Dan zullen de zon, maan en sterren uit hun plaatsen bewogen worden. Zij zullen niet verdwijnen, maar zullen bewogen worden door Gods stem. EG 37.1

Donkere, zware wolken kwamen op, en stootten tegen elkander. De atmosfeer deelde zich en golfde terug; en wij konden door de open ruimte in Orion heenzien, van waar Gods stem kwam. De heilige stad zal door die open ruimte nederdalen. Ik zag dat de krachten der aarde.nu bewogen worden, maar dat de gebeurtenissen in volgorde zullen komen. Oorlog en geruchten van oorlog, het zwaard, hongersnood en pestilentie moeten eerst de krachten der aarde bewegen; dan zal Gods stem de zon, maan en sterren, en ook deze aarde bewegen. Ik zag, dat het bewegen van de machten in Europa niet, gelijk sommigen denken, het bewegen van de krachten des hemels is, maar het bewegen van de vertoornde volken. EG 37.2