Te sterven is iets plechtigs, maar te leven is een veel plechtiger iets. Elke gedachte en woord en daad van ons leven zullen we nog een keer ontmoeten. Wat we van onszelf maken in de genadetijd, dat moeten we blijven in alle eeuwigheid. De dood brengt ontbinding aan het lichaam, maar brengt geen verandering in het karakter. De komst van Christus verandert onze karakters niet, maar die worden dan openbaar zoals ze zijn, zonder enige verandering. USG2 175.2
Opnieuw doe ik een beroep op de leden der Gemeente om Christenen te zijn, Christus gelijkvormig. Jezus was een Werker niet voor Zichzelf, maar voor anderen. Hij arbeidde om de verlorenen te zegenen en te redden. Indien ge Christenen zijt, zult u Zijn voorbeeld navolgen. Hij heeft het fundament gelegd, en wij zijn met Hem de bouwlieden. Maar welk materiaal dragen wij aan om op dit fundament voort te bouwen? USG2 175.3
“Een ieders werk zal openbaar worden; want de dag zal het doen blijken, dewijl het door vuur ontdekt wordt; en hoedanig eens ieders werk is, zal het vuur beproeven.” 1 Corinthe 3:13. Wanneer u al uw kracht en talent wijdt aan de dingen dezer wereld, zal uw levenswerk te vergelijken zijn met hout, stro en stoppels, en zal door het vuur van de laatste dag verteerd worden. Maar onzelfzuchtige arbeid voor Christus en het toekomstige leven zal zijn als goud, zilver, en kostbaar gesteente, dat is onvergankelijk. USG2 175.4
Mijn broeders en zusters, ik bid u, ontwaakt uit de slaap des doods. De tijd is te ver-gevorderd om de krachten van hersenen, beenderen en spieren te wijden aan het eigen-ik. Laat de laatste dag u niet vinden terwijl u verstoken is van de hemelse schat. Streeft er naar, de triomfen van het kruis te laten zien, zielen te verlichten, te arbeiden voor de zaligheid van uw medemensen, en uw werk zal de toets van het vuur kunnen doorstaan. USG2 176.1
“Zo iemands werk blijft,.... die zal loon ontvangen.” Heerlijk zal de geschonken beloning zijn, wanneer de trouwe arbeiders verzameld staan rondom de troon van God en het Lam. Toen Johannes in zijn sterfelijke staat de heerlijkheid Gods aanschouwde, viel hij als dood terneer; hij kon die aanblik niet verdragen. Maar wanneer dit sterfelijke onsterfelijkheid zal aangedaan hebben, zijn de verlosten gelijk Jezus, want zij zullen Hem zien zoals Hij is. Zij staan voor de troon, wat betekent dat ze zijn aangenomen. Al hun zonden zijn uitgewist en hun overtredingen weggedaan. Nu kunnen ze zien op de in volheid stralende heerlijkheid van Gods troon. Zij hebben met Christus gedeeld in Zijn lijden, ze hebben met Hem samengewerkt in het verlossingsplan en ze delen met Hem in de vreugde van het aanschouwen der zielen die gered zijn door hun arbeid, om God door alle eeuwen heen te loven. USG2 176.2
De derde engel, die in het midden des hemels vliegt en de geboden Gods en de getuigenis van Jezus verkondigt, stelt ons werk voor. De boodschap verliest niets van haar kracht in de voortgaande vlucht van de engel, want Johannes ziet hoe ze toeneemt in kracht en macht, tot de gehele aarde verlicht geworden is door haar heerlijkheid. De weg van Gods volk, dat Zijn geboden houdt, is voorwaarts, steeds voorwaarts. De boodschap der waarheid die wij uitdragen, moet gaan tot naties, talen, en volken. Spoedig zal ze verkondigd worden met een luide stem, en de aarde zal verlicht worden door haar heerlijkheid. Bereiden we ons voor op deze grote uitstorting van Gods Geest? — 1885, Vol. 5, blz. 383. USG2 176.3
* * * * *
Ik heb een tekening gezien, welke een os voorstelt die tussen een ploeg en een altaar staat met als onderschrift: “Bereid voor het een of het ander” — gewillig om de zware voor in de aarde te trekken of dood te bloeden voor het offeraltaar. Dat is de toestand waarin het kind van God zich altijd moet bevinden — bereid te gaan waar de plicht roept, het eigen-ik te verloochenen en zich op te offeren ter wille van de waarheid. De Christelijke Kerk werd gefundeerd op het beginsel van het offer. “Zo iemand achter Mij wil komen,” zegt Christus, “die verloochene zichzelf en neme zijn kruis dagelijks op, en volge Mij.” Lukas 9 : 23. Hij verlangt het gehele hart, de volle toegenegenheid. Het toonbeeld van ijver, op-rechtheid en onzelfzuchtige arbeid, dat Zijn toegewijde navolgers aan de wereld hebben gegeven, moet bij ons het vuur aanwakkeren en hun voorbeeld doen volgen. Oprechte godsdienst geeft een vurigheid en vastheid van doel welke het karakter kneedt naar het Goddelijke Beeld, en ons in staat stelt alle dingen als verlies te beschouwen om de uitnemendheid van Christus. Deze doel-bewustheid zal een element van geweldige kracht blijken te zijn. — 1885, Vol. 5, blz. 307. USG2 177.1
1885, Vol. 5, blz. 467—476