Geliefde Broeders: Evenals de verschillende leden van hef menselijke organisme verbonden zijn om het gehele lichaam te formeren, en elk zijn taak verricht, gehoorzamend aan de intelligentie, die het geheel bestuurt, zo moeten de leden van de Gemeente van Christus verbonden zijn in een symmetrisch lichaam, onderworpen aan de geheiligde intelligentie van het geheel. USG1 458.1
De vooruitgang van de gemeente is geremd door de verkeerde handelwijze van haar leden. Verbonden te zijn met de gemeente, hoewel een belangrijke en noodzakelijke daad, maakt iemand nog niet tot een Christen, noch waarborgt hem de zaligheid. Wij kunnen ons geen plaats in de hemel verschaffen, doordat onze namen staan ingeschreven in het kerkregister, terwijl onze harten vervreemd zijn van Christus. Wij moeten Zijn trouwe representanten op aarde zijn, in gemeenschap met Hem werkende. “Geliefden, nu zijn wij kinderen Gods.” 1 Joh. 3 : 2. We moeten deze heilige verhouding steeds in gedachte houden en niets doen, dat het werk van onze Vader in discrediet brengt. USG1 458.2
Wat we belijden is zeer verheven. Als Sabbatvierende Adventisten belijden we al de geboden Gods te gehoorzamen en uit te zien naar de komst van onze Verlosser. Een buitengewoon plechtige waarschuwingsboodschap is toevertrouwd aan de kleine schare van Gods getrouwen. Door onze woorden en werken moeten we laten zien, dat we de zware verantwoordelijkheid, op ons gelegd, erkennen. Ons licht moet zo helder schijnen, dat anderen kunnen zien dat we in ons dagelijkse leven de Vader verheerlijken; dat we met de hemel in verbinding staan en mede-erfgenamen zijn van Jezus Christus, opdat, wanneer Hij zal verschijnen in kracht en grote heerlijkheid, wij Hem gelijk zullen zijn. USG1 458.3
Wij moeten allen onze persoonlijke verantwoordelijkheid als leden van de zichtbare gemeente en arbeiders in de wijngaard des Heren aanvoelen. We moeten niet op onze broeders wachten, die even zwak zijn als wij, om ons er door te helpen; want onze dierbare Heiland heeft ons uitgenodigd tot Hem te komen en onze zwakheid met Zijn kracht, onze onwetendheid met Zijn wijsheid, onze onwaardigheid met Zijn verdiensten te verbinden. Niemand van ons kan een neutrale positie in-nemen; onze invloed zal vóór of tegen getuigen. We zijn actieve werktuigen voor Christus of voor de vijand. Of we vergaderen met Christus, of we verstrooien. Een waarachtige bekering is een radicale verandering. De neiging van het verstand en de zin des harten moeten in een tegenovergestelde richting geleid worden, en er ontstaat een nieuw leven in Christus. USG1 459.1