Bij het hemelse gerechtshof zijn onze gevallen hangende. Dag in, dag uit brengen wij daar onze rekening en verantwoording ter tafel. Een ieder zal beloond worden naar zijn werken. Brandoffers en slachtoffers waren in het verleden voor God niet aannemelijk, tenzij de gave geofferd werd in de rechte geest. Samuël zei: “Heeft de Here lust aan brandofferen en slachtofferen, als aan het gehoorzamen van de stem des Heren? Zie, gehoorzamen is beter dan slachtoffer, opmerken dan het vette der rammen.” 1 Samuël 15 : 22. Al het geld op aarde kan de zegen Gods niet kopen en u ook niet éénmaal de overwinning geven. USG1 489.1
Velen zouden gaarne elk offer, wat het ook is, willen brengen, behalve dat ene dat ze moesten brengen, namelijk zich geheel en ai overgeven, hun wil onderwerpen aan de wil van God. In dat verband zei Christus tot Zijn discipelen: “Indien gij u niet verandert, en wordt gelijk de kinderkens, zo zult gij het Koninkrijk der hemelen geenszins ingaan”. Mattheüs 18:3. Hier is een les in ootmoed. We moeten allen zo nederig worden als kinderkens om het Koninkrijk te beërven. Onze hemelse Vader ziet het hart der mensen, en Hij kent hun karakter beter dan zijzelven. Hij ziet dat sommigen talenten en krachten hebben, welke, in de juiste richting geleid, gebruikt kunnen worden tot Zijn heerlijkheid voor de vooruitgang van Zijn werk. Hij stelt deze mensen op de proef en brengt ze in Zijn wijze voorzienigheid in verschillende positie’s en onder gevariëerde omstandigheden, hen toetsende opdat ze kunnen openbaren wat in hun hart is, alsmede ook de zwakke punten in hun karakter, die voor henzelf verborgen waren. Hij stelt hen steeds in de gelegenheid hun zwakheden te verbeteren, de ruwe kanten 1876, Vol. 4, blz. 84—94 van hun wezen af te slijpen en zich klaar te maken voor Zijn dienst, zodat wanneer Hij ze voor het werk roept, ze gereed zijn en engelen des hemels hun werk kunnen paren aan de menselijke pogingen in de taak, die op aarde verricht moet worden. USG1 489.2
Die God op verantwoordelijke posten wil plaatsen, toont Hij in Zijn genade hun verborgen gebreken, opdat zij in hun innerlijk zullen schouwen en critisch zullen onderzoeken de gecompliceerde gevoelens en werkingen van hun eigen hart om aan het licht te brengen wat verkeerd is; zo kunnen ze verandering brengen in hun geaardheid en verbetering in hun manieren. In Zijn voorzienigheid brengt God mensen waar Hij hun morele krachten kan toetsen en hun drijfveren kan bloot leggen opdat ze wat goed is, nog kunnen verbeteren en wat kwaad is kunnen uitsnijden. God zou willen dat Zijn dienstknechten bekend werden met het zedelijk mechanisme van hun eigen hart. Om dit te bewerkstelligen, laat Hij vaak toe dat ze komen te staan in het vuur der beproeving opdat ze gelouterd zullen worden. “Maar wie zal de dag Zijner toekomst verdragen, en wie zal bestaan, als Hij verschijnt? Want Hij zal zijn als het vuur van een goudsmid en als zeep der vollers. En Hij zal zitten, louterende, en het zilver reinigende, en Hij zal de kinderen van Levi reinigen, en Hij zal ze doorlouteren als goud en als zilver; dan zullen zij de Here spijsoffer toebrengen in gerechtigheid.” Maleachi 3 : 2, 3. USG1 490.1
De loutering van Gods volk kan niet geschieden zonder dat het hun leed doet. God laaf hef vuur der beproeving toe om het vuil te verteren, om het waardeloze te scheiden van het waardevolle opdat hef zuivere metaal in al zijn glans zal blinken. Hij brengt ons van het ene vuur in het andere en toetst ons op onze juiste waarde. Wanneer we deze beproevingen niet kunnen doorstaan, hoe zal hef dan met ons zijn in de tijd der benauwdheid? Wanneer voorspoed of tegenstand valsheid, hovaardij of zelfzucht in onze harten bloot legt, wat zullen we dan doen wanneer God het werk van een iegelijk als met vuur beproeft en de geheimen van alle harten openbaart? USG1 490.2
Een ware gemoedsgesteldheid zal zich aan beproeving niet onttrekken; wanneer we wars zijn om door de Here onderzocht te worden, dan is onze toestand inderdaad ernstig. God is Degene, Die de zielen loutert en reinigt; in de hitte van de oven wordt het vuil voor goed gescheiden van het ware zilver en goud van het Christelijke karakter. Jezus let nauwkeurig op de toets. Hij weet wat nodig is om het kostbare metaal te louteren, opdat het de glans van Zijn goddelijke liefde kan weerkaatsen. USG1 491.1