Go to full page →

HOOFDSTUK 100—HEILIGHEID DER GELOFTEN USG1 560

Het korte maar verschrikkelijke verhaal van Ananias en Saffira is geschreven door de pen der inspiratie ten gunste van allen, die belijden navolgers van Christus te zijn. Deze belangrijke les is lang niet van voldoende gewicht geweest in de ogen van ons volk. Het zal tot profijt dienen van allen, om zich ernstig te verdiepen in het wezen van dit grievende kwaad, waarbij deze schuldigen als voorbeeld gesteld werden. Dit ene duidelijke bewijs van Gods vergeldende rechtspraak is vreselijk, en moet allen er toe brengen zich met vreze en beven te wachten voor zonden, die zo ', n straf ten gevolge hadden. Zelfzucht was de grote zonde, die de karakters van dit schuldige echtpaar had misvormd. USG1 560.1

Met anderen hadden Ananias en zijn vrouw Saffira het voorrecht om het Evangelie te horen, dat door de apostelen werd gebracht. De kracht Gods ging gepaard met het gesproken woord en een diepe overtuiging rustte op alle aanwezigen. De weekmakende invloed van de genade Gods werkte zo op hun harten in dat ze hun begeerte naar hun aards bezit loslieten. Terwijl ze onder 1888, Vol. 4, blz, 462—467 directe invloed van Gods Geest waren, deden ze een gelofte bepaalde landerijen de Here te geven; maar toen ze niet langer onder die hemelse invloed stonden, werd de indruk al minder en ze gingen twijfelen en zich onttrekken aan de vervulling der gelofte, die ze gedaan hadden. Ze vonden dat ze te overijld hadden gehandeld en zo wilden ze de zaak nog eens overdenken. En zo werd er een deur geopend, waardoor Satan direct naar binnen drong en hun geest ging beheersen. USG1 560.2

Dit geval moet een waarschuwing zijn voor allen om op hun hoede te zijn tegen de eerste benadering van Satan. Eerst werd de begeerte gekoesterd; dan, zich schamend dat hun broeders te weten zouden komen dat hun zelfzuchtige zielen misgunden wat ze God onder gelofte plechtig hadden beloofd, namen ze hun toevlucht tot de leugen. Samen bespraken ze de zaak nog eens en kwamen tot hef besluit dat ze een gedeelte van de prijs van het land zouden onthouden. Toen ze van hun bedrog overtuigd waren, was hun straf de onmiddellijke dood. Zij wisten dat de Here, die zij bedriegelijk beroofd hadden, hun misdrijf aan het licht had gebracht; want Petrus zei: “Waarom heeft de Satan uw hart vervuld dat gij de Heilige Geest liegen zoudt en onttrekken van de prijs des lands? Zo het gebleven ware, bleef het niet uwe, en verkocht zijnde, was het niet in uw macht? Wat is het, dat gij deze daad in uw hart hebt voorgenomen? Gij hebt niet tegen mensen gelogen, maar tegen God”. Handelingen 5:3, 4. USG1 561.1

Een speciaal voorbeeld was nodig om de jonge gemeente te behoeden tegen demoralisatie; want haar ledental groeide hard. Zo werd een waarschuwing gegeven aan allen, die Christus te dien tijd beleden, en aan allen, die later Zijn Naam zouden belijden, namelijk dat God trouw vereist in het nakomen van geloften. Maar niettegenstaande deze voorbeeldige straf over leugen en bedrog, zijn dezelfde zonden vaak voorgekomen in de Christelijke gemeente en zijn in onze tijd alom verspreid. Mij is getoond dat God dit voorbeeld gaf als een waarschuwing aan allen, die verzocht zouden worden op de zelfde manier te handelen. Zelfzucht en bedrog worden in de gemeente dagelijks in praktijk gebracht door God te onthouden waar Hij recht op heeft, aldus Hem berovend en in strijd komend met Zijn toebereidselen om het licht en de kennis der waarheid te verspreiden over het land in de lengte en in de breedte. USG1 561.2