Ik heb moeders van grote gezinnen gezien, die de taak niet konden zien, die juist op haar weg lag in haar eigen gezinnen. Ze wensten zendingswerk te verrichten en iets groots tot stand te brengen. Ze hadden het innerlijke verlangen naar een of andere hoge positie, maar verzuimden thuis het werk te doen, dat de Here haar op de schouders had gelegd. Hoe belangrijk is toch een gezond verstand! Van hoe groot belang is het toch, dat het lichaam zoveel mogelijk gevrijwaard blijft van ziekte, opdat we het werk kunnen doen, dat de Hemel ons toegedacht heeft, en dat dusdanig doen, dat de Meester kan zeggen: “Wel, gij goede en getrouwe dienstknecht, over weinig zijt gij getrouw geweest; over veel zal Ik u zetten; ga in, in de vreugde uws heren.” Mattheüs 25 : 21. Mijn zusters, veracht de kleine dingen niet, welke de Here u heeft opgedragen. Laat de werkzaamheden van elke dag zó zijn, dat op de dag van de afrekening gij niet met een beschaamd gelaat zult staan om hef bericht van de verslaggevende engel aan te horen. USG1 192.1