Loading...
Larger font
Smaller font
Copy
Print
Contents
  • Results
  • Related
  • Featured
No results found for: "".
  • Weighted Relevancy
  • Content Sequence
  • Relevancy
  • Earliest First
  • Latest First
    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents

    Hoofdstuk 13—DE BELANGRIJKHEID VAN REINE, FRISSCHE LUCHT.

    Vele ziekelijke menschen kunnen niet van het groote gewicht, steeds reine, frissche lucht in te ademen, overtuigd worden. Uit vrees, dat zij verkouden worden, leven zij opzettelijk en hardnekkig jaar in jaar uit in eene lucht, die bijna alle levenskracht mist. Het is onmogelijk, dat bij zulken het bloed goed kan vloeien. De huid is werkeloos, en zij zijn niet bestand tegen iedere weersverandering. Zoodra het een weinig kouder wordt, veranderen zij hunne kleederen en verwarmen de kamer. Een volgenden dag behoeven zij nog meer warmte en meer kleederen, om zich behagelijk warm te gevoelen en op deze wijze volgen zij bestendig hun wisselend gevoel, tot zij eindelijk zeer weinig levenskracht meer over hebben. Wanneer slechts zij, die het kunnen uithouden, zich genoeg beweging zouden verschaffen, inplaats de kleederen te vermeerderen en de temperatuur van een reeds te veel verwarmde kamer te verhoogen, dan zouden zij hunne huivering vergeten en matige warmte zou hen voldoen. Voor zwakke longen is eene te veel verwarmde kamer zeer nadeelig.CG 139.1

    Wie met zulke gevoelige personen te zamen moet leven, is de wintertijd bepaald onaangenaam. Het is niet slechts winter buiten, maar ook in huis is het ongezellig. Met het zeggen, dat de koude lucht voor hunne longen en hun hoofd schadelijk is, sluiten die offers voor zulk eene verbeelding zich in huis op en maken alle vensters toe. Zij verbeelden zich, dat iedere tocht hen schaadt, en hun verkouden maakt en dit is ook zoo. „Wij hebben het toch bij ondervinding,” zeggen zij en niemand kan ze overtuigen, dat ze de ware oorzaak niet begrijpen. Het is waar, zij maken zich verkouden bij elke voorkomende gelegenheid, maar dit komt alleen daardoor, dat zij zich door eene verkeerde handelwijze zoo week gemaakt hebben, dat zij niets kunnen verdragen; zij leven steeds met gesloten deuren en vensters en zitten altijd bij de kachel en verheugen zich over hunne ellende. Waarom willen zulken geene flinke beweging in de frissche lucht probeeren?CG 139.2

    Vele zijn onderwezen geworden, dat de nachtlucht voor de gezondheid zeer nadeelig is en daarom niet in de kamer mag gelaten worden. Op een herfstavond reisde ik met een zeer vollen trein. De uitademing van zooveel longen maakte de lucht zeer onrein, zoodat mij het ademhalen moeielijk werd. Daarom opende ik het raampje en wilde zoo de frissche lucht genieten, toen eene dame met ernstige, biddende stem mij verzocht: „Maak toch het raam dicht, gij zult anders verkouden worden, de nachtlucht is zeer ongezond.” Ik sprak daarop: „Waarde dame, wij hebben geen andere lucht binnen den wagen als buiten. Wanneer gij deze nachtlucht niet wilt inademen, dan moet gij dadelijk ophouden met ademhalen.’’ Wanneer de avonden koud zijn moet men zich wel voor huiveringen in achtnemen en zich warmer kleeden, maar gedurende den nacht moet steeds reine, frissche lucht in de kamer binnenstroomen. De reine, frissche hemellucht bij dag en bij nacht is eene der rijkste zegeningen.CG 140.1

    Versche lucht reinigt het bloed, verfrischt het lichaam en draagt er toe bij, dat het lichaam gezond en sterk wordt. De hierdoor ontvangene kracht werkt ook op het verstand, geeft er helderheid aan en tot op zekere hoogte ook kalmte en vroolijkheid. Versche lucht geeft eene gezonde eetlust, bevordert de spijsvertering en veroorzaakt eenen vasten, rustigen slaap. Het leven in slecht geluchte kamers, verduistert het verstand, maakt de huid werkeloos en de bloedsomloop zwak; het bloed beweegt zich traag, de spijsvertering wordt bemoeielijkt en het lichaam wordt voor koude zeer gevoelig. Men moet zich aan frissche lucht gewennen, zoodat eene kleine weersverandering niet schaadt. Maar men moet zich voor tocht behoeden en niet in eene koude kamer zitten, wanneer men uitgeput of verhit is.CG 141.1

    Eenigen hebben het verkeerde begrip, dat wanneer zij verkouden zijn, ze zich voor de frissche lucht in acht moeten nemen en de temperatuur in de kamer moeten verhoogen. Maar wanneer men verkouden is, is het lichaam in wanorde, de poriën zijn gesloten en de inwendige organen zijn min of meer ontstoken, daar het bloed van de oppervlakte daarop teruggedrongen wordt. Op zulk een tijd moeten de longen meer dan anders met versche lucht voorzien worden.CG 141.2

    Goede beweging zal het bloed weder aan de opperhuid brengen en de inwendige organen den last afnemen. Wilskracht draagt er veel toe bij, om eene verkoudheid te weerstaan en sterkt de zenuwen. Den longen versche lucht te onthouden is hetzelfde, als de maag geen voedsel te geven. De lucht is het van God voor de longen gereed gemaakte voedsel. Heet ze welkom en leert ze schatten als een kostelijk geschenk des hemels! CG 141.3

    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents