Loading...
Larger font
Smaller font
Copy
Print
Contents
Ereste Geschriften - Contents
  • Results
  • Related
  • Featured
No results found for: "".
  • Weighted Relevancy
  • Content Sequence
  • Relevancy
  • Earliest First
  • Latest First
    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents

    HOOFDSTUK 40: DE TWEEDE OPSTANDING

    Toen verlieten Jezus en het ganse gevolg van heilige engelen, en al de verloste heiligen de stad. De engelen omringden hun Aanvoerder, en begeleidden Hem op Zijn weg, en het gevolg van verloste heiligen volgde. Toen riep Jezus in vreselike, ontzettende majesteit de goddeloze doden op om tevoorschijn te treden; en zij kwamen op met dezelfde zwakke, ziekelike lichamen, waarmede zij in het graf gegaan waren. Welk een schouwspel, wat een toneel! Bij de eerste opstanding komen alien te-voorschijn in onsterflike bloei; maar bij de tweede zijn de merktekenen van de vloek zichtbaar op allen. De koningen en de edelen der aarde, de gemenen en lagen, de geleerden en ongeleerden, komen alien tezamen tevoorschijn. Allen aanschouwen de Zoon des mensen; en diezelfde mensen, die Hem verachtten en bespotten, die de doornekroon op Zijn heilig voorhoofd plaatsten, en Hem sloegen met de rietstok, aanschouwen Hem in al Zijn koninklike majesteit. Zij, die op Hem spuwden, toen Hij verhoord werd, keren zich nu weg van Zijn doordringende blik, en van de heerlikheid van Zijn aangezicht. Zij, die de nagelen door Zijn handen en voeten gedreven hebben, aanschouwen tans de merktekenen van Zijn kruisiging. Zij, die Zijn zijde met de speer doorstoken hebben, zien de tekenen van hun wreedheid in Zijn lichaam. En zij weten, dat Hij dezelfde is, die zij gekruisigd en in Zijn doodstrijd bespot hebben. En dan stijgt er een lange, aanhoudende klaagtoon van zielsangst op, wanneer zij vluchten om zich te verbergen van het aangezicht van de Koning der koningen en Heer der heren.EG 347.1

    Allen trachten zich te verbergen in de rotsen, om zich te beschutten voor de vreselike heerlikheid van Hem, Die zij eens verachtten. En overweldigd en gemarteld door Zijn majesteit en uitermate grote heerlikheid, heff'en zij eenparig alien tezamen hun stemmen op, en roepen met vreselike duidelikheid uit: “Gezegend is Hij, Die komt in de naam des Heren!”EG 347.2

    Dan gaan Jezus en de heilige engelen, begeleid door al de heiligen, weder naar de stad terug, en de bittere klachten en klaagtonen van de verdoemde goddelozen vervullen de lucht. Toen zag ik dat Satan zijn werk opnieuw begon. Hij ging onder zijn onderdanen rond, en maakte de zwakken en onmachtigen sterk, en zei hun, dat hij en zijn engelen machtig waren. Hij wees op de ontelbare miljoenen, die opgewekt waren. Zij waren machtige krijgslieden en koningen, bedreven in het oorlogvoeren, en die koninkrijken veroverd hadden. En daar waren machtige reuzen en moedige mannen, die nimmer een slag hadden verloren. Daar was de trotse, eerzuchtige Napoleon, wiens nadering koninkrijken had doen sidderen. Daar stonden mannen van hoge statuur en waardige houding, die in de slag gevallen waren, terwijl zij dorstten naar overwinning. Terwijl zij uit hun graven opkomen, nemen zij de draad van hun gedachten weder op, waar die afgebroken is geworden door de dood. Zij hebben hetzelfde verlangen om te overwinnen, dat hen beheerste, toen zij vielen. Satan houdt raad met zijn engelen, en dan met die koningen en overwinnaars en machtige mannen. Daarna laat hij zijn blik gaan over het ontzaglike leger, en zegt hun dat het gezelschap in de stad klein en zwak is, en dat zij in staat zijn om op te gaan en die te nemen, de inwoners ervan uit te werpen, en zelven bezit te nemen van de rijkdom en heerlikheid ervan.EG 348.1

    Het gelukt Satan om hen te misleiden, en alien beginnen zich onmiddellik klaar te maken voor de slag. Er zijn veel bedreven mannen bij dat ontzaglike leger, en zij maken allerlei soorten van wapenen. Dan trekt de menigte op, met Satan aan hun hoofd. Koningen en krijgslieden volgen dicht achter Satan aan, en de menigte volgt hen in afdelingen. Iedere afdeling heeft zijn aanvoerder, en er heerst orde, als zij over de ruwe oppervlakte der aarde optrekken naar de heilige stad. Jezus sluit de poorten van de stad, en dit ontzaglike leger omsingelt deze, en stelt zich in slagorde, in afwachting van een hevige strijd.EG 348.2

    Jezus en het ganse engeleheir en al de heiligen, met de glinsterende kronen op hun hoofden klimmen bovenop de muur van de stad. Jezus spreekt met majesteit, zeggende: “Aanschouwt, gij zondaren, het loon der rechtvaardigen! En aanschouwt, Mijn verlosten, het loon van de goddelozen!” De ontzaglike menigte ziet het glorierijke gezelschap op de muren van de stad. En wanneer zij de pracht van hun glinsterende kronen aanschouwen, en hun aangezichten zien, blinkend van heerlikheid, en die het beeld van Jezus weerkaatsen, en dan de onovertreffelike heerlikheid en majesteit van de Koning der koningen en de Heer der heren aanschouwen, begeeft hun de moed. Een besef van de schatten en de glorie, die zij verloren hebben, komt over hen, en zij verstaan dat de bezoldiging der zonde de dood is. Zij zien het heilige, gelukkige gezelschap, dat zij veracht hebben, bekleed met heerlikheid, eer, onsterflikheid en het eeuwige leven, terwijl zij buiten de stad gesloten zijn met alles wat laag en verachtelik is.EG 349.1

    *****

    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents