Loading...
Larger font
Smaller font
Copy
Print
Contents
Ereste Geschriften - Contents
  • Results
  • Related
  • Featured
No results found for: "".
  • Weighted Relevancy
  • Content Sequence
  • Relevancy
  • Earliest First
  • Latest First
    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents

    HOOFDSTUK 33: DE ZONDEN VAN BABYLON

    Ik zag dat sedert de tweede engel de val van de kerken aangekondigd had, deze meer en meer verdorven geworden waren. Zij dragen de naam van Christus' volgelingen te zijn, en toch is het onmogelik om ze te onderscheiden van de wereld. Predikanten nemen hun teksten uit het woord van God, maar preken zachte dingen. Het natuurlike hart gevoelt niets daartegen. Het zijn alleen de geest en de kracht van de waarheid, en de verlossing van Christus, die het vleselik hart haat. Er is niets in de populaire evangeliebediening, waardoor de toorn van Satan wordt opgewekt, en waarvoor de zondaar beeft, of die de vreselike werkelikheid van een spoedig te komen staand oordeel voor het hart en geweten openlegt. Goddeloze mensen hebben gewoonlik gaarne een vorm van vroomheid zonder ware goddelikheid, en willen zulk een godsdienst helpen en steunen.EG 328.1

    De engel sprak: “Niets minder dan de gehele wapenrusting der gerechtigheid kan een mens in staat stellen om de machten der duisternis te overwinnen, en de over-winning over hen te behouden. Satan heeft volkomen bezit genomen van de kerken als een geheel. Er wordt gesproken over wat mensen zeggen en doen, in plaats van over de duidelike, scherpe waarheden van het woord Gods. De geest en de vriendschap van de wereld zijn vijandig tegen God. Wanneer de waarheid in zijn eenvoudig'heid en kracht, gelijk die in Jezus is, tegenover de geest van de wereld gesteld wordt, wekt die onmiddellik de geest van vervolging op. Zeer velen, die voorgeven christenen te zijn, kennen God niet. Het natuurlike hart is niet veranderd geworden, en het bedenken des vleses blijft vijandschap tegen God. Zij zijn de getrouwe dienstknechten van Satan, niettegenstaande zij een andere naam hebben aangenomen.”EG 328.2

    Ik zag dat sedert Jezus de heilige plaats van het hemelse heiligdom verlaten had, en door het tweede voorhangsel was binnengegaan, de kerken gevuld zijn geworden van alleonrein en hatelik gevogelte. Ik zag grote ongerechtigheid en slechtheid in de kerken; toch geven de leden voor, dat zij christenen zijn. Hun belijdenis, hun gebeden, en hun vermaningen zijn een afschuw in Gods oog. De engel sprak: “God wil hun vergaderingen niet rieken. Zelfzucht, oplichterij en bedrog worden door ben gepleegd zonder dat hun geweten hen bestraft. En over al hun boze karaktertrekken werpen zij de mantel van de godsdienst.” Mij werd de hoogmoed van de naam-kerken getoond. God leeft niet in hun gedachten; hun vleselik hart denkt slechts aan zichzelf; zij versieren hun arme sterflike lichamen, en beschouwen zichzelven dan met voldoening en genoegen. Jezus en de engelen zien in toorn op hen neer. De engel sprak: “Hun zonden en hun hoogmoed reiken tot aan de hemel. Hun deel is bereid. Recht en gerechtigheid hebben lang gesluimerd, maar zullen spoedig ontwaken. Mij komt de wraak toe; Ik zal het vergelden, zegt de Heer.” De vreselike bedreigingen van de derde engel zullen verwezenlikt worden, en al de goddelozen zullen moeten drinken van de toorn Gods. Een ontelbare menigte van boze engelen verspreiden zich over het ganse land, en vullen de kerken. Deze werktuigen van Satan zien met genot neer op de godsdienstige lichamen; want de mantel van de godsdienst bedekt de grootste misdaden en ongerechtigheid.EG 329.1

    De ganse hemel beschouwt met verontwaardiging menselike wezens, het maaksel van God, die door hun medemensen tot de laagste diepte van ontaarding gebracht, en op gelijke trap geplaatst zijn met de redeloze schepping. Belijdende volgelingen van die lieve Heiland, Wiens medegevoel immer gaande gemaakt werd bij het zien van de ellende der mensen, doen van harte mede aan deze grote en gruwelike zonde, en handelen in slaven en zielen van mensen. Menselike zielsangst wordt van plaats tot plaats vervoerd, en gekocht en verkocht. Engelen hebben het alles te boek gesteld; het is in het boek opgeschreven. De tranen van de vrome slaven en slavinnen, van vaders, moeders, kinderen, broeders en zusters, worden alle in een fles in de hemel bewaard. Gcd zal Zijn toorn nog slechts een weinig langer in houden. Zijn toorn brandt tegen dit volk, en voornamelik tegen de godsdienstige lichamen, die in deze vreselike handel toegestemd, en er zelf deel aan genomen hebben. Vele belijdende volgelingen van de zachtmoedige en nederige Jezus zien met gevoelloze onverschilligheid neer op zulk een onrechtvaardigheid, zulk een onderdrukking, zulk lijden. En velen onder hen kunnen zelf, met gruwelike voldoening, dit lijden veroorzaken; en toch durven zij God te dienen. Het is ernstige spotternij; Satan verlustigt zich erin, en verwijt Jezus en Zijn engelen zulke inkonsekwentie, en zegt, met helse triomf: “Zodanigen zijn de volgelingen van Christus!”EG 329.2

    Deze belijdende Christenen lezen over het lijden van de martelaren, en de tranen lopen hun over de wangen. Zij verwonderen er zich over, dat de mensen ooit zo verhard zijn geweest, dat zij zulke wreedheden konden plegen aan hun medemensen. En toch houden degenen, die zo denken en spreken, menselike wezens tegelijkertijd in slavernij gebonden. En dit is niet alles; zij verbreken de banden der natuur, en onderdrukken hun medemensen op wrede wijze. Zij kunnen de onmenselikste foltering toepassen met dezelfde meedogenloze wreedheid, welke door pausgezinden en heidenen tegenover de volgelingen van Christus aan de dag werd gelegd. De engel sprak: Het zal voor de heidenen en de pausgezinden verdrageliker zijn in de dag van de voltrekking van Gods oordeel, dan voor zulke mensen. Het geroep van de verdrukten is tot in de hemel opgeklommen, en de engelen staan verbaasd bij het zien van het oneindige, onuithoudbare lijden, dat de mens, geformeerd naar het beeld van zijn Maker, zijn medemens doet ondergaan. De engel sprak: “De namen van de verdrukkers zijn in bloed geschreven, met strepen erdoor, en gedrenkt met folterende, brandende lijdenstranen. Gods toorn zal niet gestild worden, voordat Hij dit land van licht de droesem van de beker Zijner grimmigheid heeft doen drinken; totdat Hij Babylon dubbel vergolden heeft. Vergeldt haar, gelijk zij uiieden vergolden heeft, en verdubbelt haar dubbel naar haar werken; in de drinkbeker, waarin zij geschonken heeft, schenkt haar dubbel.”EG 330.1

    Ik zag, dat de meester van de slaaf verantwoording zal moeten doen voor de ziel van zijn slaaf, die hij in onwetendheid gehcuden heeft; en de zonden van de slaaf zullen op de meester bezocht worden. God kan de slaaf, die in onwetendheid en laagheid gehouden is, en niets van God of de Bijbel afweet, die niets vreest dan de zweep van zijn meester, en een lagere plaats inneemt dan het dier, niet in de hemel opnemen. Maar Hij doet het beste voor hem, dat een medelijdende God kan doen. Hij laat hem worden alsof hij nooit geweest was; terwijl de meester de zeven laatste plagen moet doorgaan, en dan in de tweede opstanding moet opkomen, en de tweede vreselike dood ondergaan. Dan zal Gods rechtvaardigheid bevredigd zijn.EG 331.1

    *****

    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents