Loading...
Larger font
Smaller font
Copy
Print
Contents
Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 1 - Contents
  • Results
  • Related
  • Featured
No results found for: "".
  • Weighted Relevancy
  • Content Sequence
  • Relevancy
  • Earliest First
  • Latest First
    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents

    HOOFDSTUK 27—OUDERS EN KINDEREN

    Mij is gefoond dat wanneer ouders, die in de vreze Gods staan, hun kinderen streng opvoeden, zij hun geaardheid en temperament moeten nagaan, en proberen te voorzien in wat hun ontbreekt. Sommige ouders waken met de meeste zorg over de tijdelijke behoeften van hun kinderen; als ze ziek zijn, geven ze hun een vriendelijke, goede verpleging, en dan denken zij dat ze hun plicht gedaan hebben. Hier begaan ze een fout. Hun taak is dan pas begonnen. Er moet gezorgd worden voor wat aan de geest ontbreekt. Het vereist bekwaamheid juist die geneesmiddelen te geven, die een gewonde geest helen.USG1 134.1

    Kinderen hebben hun moeilijkheden, wat aanleg betreft, net zo ernstig als oudere mensen. Ouders zelven hebben niet altijd hetzelfde humeur. Hun geest is vaak bedrukt. Ze werken onder verkeerde zienswijzen en gevoelens. Satan kwelt hen en zij geven toe aan zijn verleidingen. Ze spreken op boze toon, op een manier, die de kinderen boos maakt, en zijn soms veeleisend en humeurig. De arme kinderen nemen die geest over, en de ouders zijn niet in staat hen te helpen, want zijzelven zijn juist de oorzaak van de narigheid. Het schijnt soms of alles verkeerd gaat. Er ontstaat een wrevelige sfeer, en allen maken een nare, ongelukkige tijd mee. De ouders geven de schuld aan hun arme kinderen en vinden ze erg ongehoorzaam en ongezeggelijk, de vervelendste kinderen in de wereld, terwijl de oorzaak van dat geharrewar bij hen ligt.USG1 134.2

    Sommige ouders verwekken heel wat stormen door hun gebrek aan zelfbeheersing. Inplaafs van de kinderen vriendelijk te vragen dit of dat te doen, bevelen ze hen op een ruwe toon en tegelijkertijd komt er een verwijt van hun lippen, dat de kinderen niet hebben verdiend. Ouders, deze gevolgde handelwijze ten opzichte van uw kinderen, vernietigt hun opgewektheid en ambitie. 1863, Vol. 1, blz. 384—389 Zij doen wat gij beveelt, niet uit liefde, maar omdat zij niet anders durven. Hun hart is er niet bij. Hef is een zware taak inplaats van een genoegen, en dit draagt er toe bij, dat ze vaak uw aanwijzingen vergeten uit te voeren, hetgeen u nog bozer maakt, terwijl het voor de kinderen nog erger wordt. Het vitten begint opnieuw, hun slecht gedrag wordt hun in de somberste kleuren geschilderd, totdat ze ontmoedigd worden, en ze niet meer weten of ze nu goed of kwaad doen. Een geest van “ ', t kan me niet schelen” gaat hen bezielen en ze gaan hun plezier en genoegens buitenshuis zoeken, buiten hun ouders om, omdat ze die thuis niet vinden. Ze krijgen omgang met de straatkinderen en zijn weldra net zo verdorven als de ergsten.USG1 134.3

    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents