Loading...
Larger font
Smaller font
Copy
Print
Contents
Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 2 - Contents
  • Results
  • Related
  • Featured
No results found for: "".
  • Weighted Relevancy
  • Content Sequence
  • Relevancy
  • Earliest First
  • Latest First
    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents

    HOOFDSTUK 32—EEN INDRUKWEKKENDE DROOM

    Beste Broeder X:USG2 227.2

    In de afgelopen nacht had ik een indrukwekkende droom. Ik droomde dat u op een groot schip was en over ruwe zeeën voer. Soms sloegen de golven over het dek en u was drijfen drijfnat. U zei: “Ik ga er af; dit schip gaat ten onder.” “Neen”, zei iemand die de kapitein scheen, “dit schip bereikt de haven; het gaat nooit ten onder.” Maar uw antwoord luidde: “Ik zal overboord 1889, Vol. 5, blz. 571—573 geslagen worden. Gezien ik noch de kapitein ben, noch tot de bemanning behoor, wat hindert dat dan? Ik zal mijn kans grijpen om te komen op dat schip dat u ginds ziet.” Weer sprak de kapitein: “Ik laat u niet gaan, want ik weet dat dat schip op de rotsen te pletter zal lopen vóór het de haven bereikt.” U wondt u op en zei met grote stelligheid: “Dit schip zal vergaan; dat is voor mij zo duidelijk als wat.” De kapitein zag u doordringend aan en zei op vaste toon: “Ik zal niet toestaan dat u uw leven verliest door die boot te nemen. Het hout van dat schip is door de worm aangevreten; zijn uiterlijk bedriegt. Zou u meer kennis bezitten, dan zou u kunnen onderscheiden tussen het onechte en het echte, tussen het heilige en dat ten ondergang voert.”USG2 227.3

    Ik werd wakker, maar die droom noopte mij u te schrijven. Die dingen lagen mij zwaar op hef gemoed, toen ik een brief ontving waarin stond dat u “onder grote verleiding en beproeving was”. Wat is er aan de hand, Broeder X? Verzoekt Satan u weer eens? Laat God toe dat u weer naar dezelfde plaats gevoerd wordt waar u al eerder gefaald hebt? Staaf u weer toe dat ongeloof beslag legt op uw ziel? Zult u dan telkens falen, net als de kinderen Israëls? God helpe u om de duivel te weerstaan en door elke beproeving des geloofs daaruit sterker te voorschijn te komen!USG2 228.1

    Let wel op waf u doet. Maak rechte paden voor uw voeten. Sluit de deur voor het ongeloof en maak God tot uw Sterkte. Is u in de war, houd u dan rustig; ga niet in het duister voort. Ik ben erg bekommerd over uw ziel. Dit kan de laatste beproeving zijn die God over u laat komen. Ga geen stap verder op de dolende weg naar de ondergang. Wacht, en God zal u helpen. Wees geduldig, en hef heldere licht zal voor u opgaan. Geeft u toe aan indrukken, dan zult u uw ziel verliezen, en de ziel is voor God van grote waarde.USG2 228.2

    Ik heb gewerkt aan het eerste deel van de Grote Strijd, en het stemt me zo ernstig wanneer ik deze belangrijke onderwerpen weer voor mij zie — de schepping en de gebeurtenissen van de val van Satan tot de val van Adam. De Here schijnt me zeer nabij als ik dat neerschrijf, en ik ben diep bewogen als ik die strijd van de beginne tot de huidige tijd aanschouw. De werkingen van de machten der duisternis worden mij duidelijk geopenbaard. Zeer zware tijden staan ons te wachten; en Satan, gehuld in het kleed der engelen, zal met zijn verleidingen tot de zielen komen zoals hij tot Christus kwam in de woestijn. Hij zal Bijbelteksten aanhalen, en wanneer ons leven niet met Christus verborgen is in God, zal hij zeer zeker onze zielen in het ongeloof verstrikken.USG2 228.3

    Weinig tijd rest ons nog, en alles wat nog gedaan moet worden, moet vlug gedaan worden. De engelen houden de vier winden, en Satan heeft de overhand over een ieder die niet ten volle in de waarheid is gefundeerd. Elke ziel zal getoetst worden. Elk karaktergebrek, tenzij overwonnen met de hulp van Gods Geest, zal vast en zeker tot het verderf bijdragen. Als nooit te voren gevoel ik de noodzakelijkheid voor ons volk dat het sterk gemaakt wordt door de geest der waarheid, want Satans listen zullen elke ziel die God niet tot haar sterkte heeft gemaakt, verstrikken. De Here heeft nog een groot werk dat gedaan moet worden, en wanneer wij doen wat Hij ons heeft aangewezen, zal Hij met ons samenwerken.USG2 229.1

    * * * * *

    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents