Loading...
Larger font
Smaller font
Copy
Print
Contents
  • Results
  • Related
  • Featured
No results found for: "".
  • Weighted Relevancy
  • Content Sequence
  • Relevancy
  • Earliest First
  • Latest First
    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents

    Zegeningen van het buitenleven

    De Schepper koos voor onze stamouders de omgeving, die zich aanpaste aan hun gezondheid en geluk. Hij plaatste hen niet in een paleis of te midden van comfort en weelde, waarvoor heden ten dage velen zich zo aftobben. Hij plaatste hen in een dicht contact met de natuur en in nauwe gemeenschap met de engelen des hemels.GG 167.1

    In de hof, die God als een tehuis voor Zijn kinderen toebereidde, waren sierlijke heesters en prachtige bloemen een verlustiging voor het oog, waar men de blik ook heen wendde. Daar waren bomen in grote verscheidenheid, waarvan velen overladen met geurig, kostelijk fruit. Op de takken kweelden de vogels hun blij liedje. Onder hun schaduwen verzamelden de schepselen der aarde zich zonder vrees.GG 167.2

    Adam en Eva, in hun onbevlekte reinheid, verheugden zich in wat de Hof van Eden voor oog en oor bood. God droeg hun het werk op in de tuin, „om die te bouwen en die te bewaren” (Gen. 2 :15). Elke dagtaak bracht hun gezondheid en vreugde en het gelukkige paar begroette met blijdschap de bezoeken van hun Schepper, wanneer Hij in de koelte van de dag met hen wandelde en praatte. Elke dag leerde God hun Zijn lessen.GG 167.3

    Het levensplan, dat God voor onze stamouders uitstippelde, houdt lessen voor ons in. Hoewel de zonde haar schaduwen geworpen heeft over de aarde, wenst God dat Zijn kinderen zich zullen verblijden in de werken Zijner handen. Hoe nauwgezetter Zijn levensplan gevolgd wordt, des te wonderlijker zal Hij werken om de lijdende mensheid herstel te bieden. De zieken moeten in nauwe aanraking met de natuur gebracht worden. Een buitenleven te midden van de natuur zou wonderen verrichten voor menige hulpeloze en misschien hopeloze zieke.GG 167.4

    Het lawaai, de opwinding en de drukte van de steden, haar neerdrukkend, gekunsteld leven, zijn vermoeiend en afmattend voor de zieken. De lucht, bezwangerd met stof en rook, met giftige gassen en ziektekiemen, is een gevaar voor het leven De zieken, merendeels opgesloten tussen vier muren, gaan zich op het laatst voelen als waren ze gevangen in hun eigen kamer. Zij zien uit op huizen en straten met jachtende mensen en vangen misschien geen glimp op van de blauwe hemel, de zonneschijn, van gras, een bloem of een boom. Op deze wijze opgesloten denken ze aan niets dan aan hun eigen smart en ellende, en zo worden ze een prooi van hun sombere gedachten.GG 167.5

    En voor degenen, die zwak zijn in morele kracht, zijn de steden boordevol gevaren. Daarin staan patiënten, die te kampen hebben met onnatuurlijke begeerten, voortdurend aan verleiding bloot. Zij moeten geplaatst worden in een nieuwe omgeving, waar hun gedachtengang een andere loop zal nemen; zij moeten geplaatst worden onder invloeden, geheel verschillend van die. welke hun leven tot een wrak hebben gemaakt. Plaats hen voor een poosje, weg van de invloeden, die van God afleiden, in een meer zuivere atmosfeer.GG 168.1

    Inrichtingen voor de verpleging van zieken, zouden veel doelmatiger zijn, wanneer ze gebouwd werden buiten de steden. En zoveel mogelijk moesten allen, die herstel van gezondheid zoeken, naar een landelijke omgeving gaan, waar ze profijt kunnen hebben van een leven in de buitenlucht. De natuur is Gods heelmeester. De zuivere lucht, de blijde zonneschijn, de bloemen en bomen, weiden en bossen, een of ander werkje te midden van deze omgeving in de open lucht, zijn gezondheid-gevend, levengevend.GG 168.2

    Artsen en verpleegsters moeten hun patiënten aanmoedigen veel naar buiten te gaan. Het leven in de buitenlucht is de enige remedie, welke zovele kranken nodig hebben. Het bezit een wonderlijke kracht om ziekten te genezen die veroorzaakt zijn door de spanningen en excessen van het hedendaagse leven, een leven, dat de krachten van lichaam, geest en ziel verzwakt en vernietigt.GG 168.3

    Hoe aangenaam voor de lijdenden, vermoeid van het stadsleven, de glans der vele lichten, en van het lawaai der straten, zijn de rust en de vrijheid van het land! Hoe gaan zij op in al die verschillende natuurtaferelen!GG 168.4

    Hoe zouden ze zich vermeien in een rustig plekje in de open lucht met volop zonneschijn, waar ze de geur inademen van boom en bloem! Er zijn leven-gevende eigenschappen in de balsem van de den, in de reuk van de ceder, de spar, en andere bomen bezitten eveneens eigenschappen, welke bijdragen tot herstel der gezondheid.GG 168.5

    Voor de chronische zieken draagt niets zozeer bij tot gezondheidsherstel als het leven temidden van een liefelijke landelijke omgeving. Hier kunnen de meest hulpbehoevenden in de zonneschijn of in de schaduw der bomen zitten of liggen. Zij hebben slechts hun ogen naar boven te richten om daar het prachtige bladerendak te zien. Een zoet gevoel van rust en welbehagen gaat hen bezielen wanneer ze luisteren naar het fluisteren van de wind. Het kwijnende lichaam veert op. De afnemende krachten komen terug. Ongemerkt wordt de geest rustiger, de koortsachtige pols kalmer en meer regelmatig. Wanneer de zieken zich sterker gevoelen, zullen ze het wagen om buiten heel even hun voeten te verzetten om enkele bloemen te plukken, die kostelijke boodschappers van Gods liefde voor Zijn gekwelde kinderen hier op aarde.GG 169.1

    Men moet het er op toeleggen om patiënten in de open lucht te houden. Geef hun, die dat kunnen doen, enkele lichte bezigheden. Toon hun hoe prettig en goed dit werk in de natuur is. Moedig hen aan de frisse lucht in te ademen. Leer hun om diep adem te halen, alsook door spreken en ademhalen de spieren van de buik te oefenen. Dat zal van onschatbare waarde voor hen zijn.GG 169.2

    Beweging in de open lucht moet voorgeschreven worden als een leven-gevende noodzakelijkheid. En voor zulke bezigheden is niets beter dan de bewerking van de grond. Draag de patiënten de verzorging van de bloembedden op of geef ze wat bezigheid in de boomgaard of groententuin. Wanneer ze bemoedigd worden om hun kamers te verlaten om in de vrije natuur te verblijven, waar ze de bloemen verzorgen of wat andere lichte, prettige handenarbeid doen, zullen hun gedachten van zichzelven en van hun ziekte worden afgeleid.GG 169.3

    Hoe meer de patiënt in de open lucht kan verblijven, des te minder verzorging zal hij nodig hebben. Opgesloten in een huis, al mag dat nog zo prettig en comfortabel zijn, zal hij zich overgeven aan pessimistische gedachten.GG 169.4

    Breng hem temidden van de prachtige natuur, daar, waar hij de liefelijke bloemen aanschouwt en de vogels hoort zingen, en er zal een danktoon komen in zijn hart, die in harmonie is met het gezang der vogels.GG 169.5

    Lichaam en ziel worden krachtiger. Het intellect zal ontwaken, de geest verkwikt zich en het verstand gaat de schoonheid van Gods Woord in zich opnemen.GG 170.1

    In de natuur wordt altijd iets gevonden om de aandacht van de zieken van zichzelven af te trekken en hun gedachten op God te richten. Temidden van Zijn wonderlijke werken, zal hun geest zich verheffen van de zienlijke dingen naar de onzienlijke. De schoonheid der natuur leidt hun gedachten naar het hemelse tehuis, waar niets is dat de schoonheid bevlekt, niets dat bezoedelt of vernietigt, niets dat ziekte of dood veroorzaakt.GG 170.2

    Onder deze invloeden zullen vele zieken gebracht worden op de weg des levens. Engelen des hemels werken met menselijke instrumenten samen om bemoediging, hoop, blijdschap en vrede te brengen in de harten van zieken en zwakken. Onder zulke omstandigheden ontvangen de kranken een dubbele zegen, en velen herwinnen hun levenskracht. De zwakke voetstap herkrijgt zijn veerkracht. De ogen gaan helder staan. De wanhopige wordt met nieuwe hoop bezield. Het eens neerslachtige uiterlijk krijgt een uitdrukking van blijdschap. De klaagtonen maken plaats voor een opgewekt, tevreden geluid.GG 170.3

    Wanneer de lichamelijke gezondheid herkregen is, zijn mannen en vrouwen beter in staat dat geloof in Christus te oefenen, dat de gezondheid der ziel verzekert. Zich bewust zijnde dat de zonden vergeven zijn, is er een onuitsprekelijke vrede en blijdschap en rust. De woorden brengen het geloof tot uitdrukking, dat „God is ons een Toevlucht en Sterkte; Hij is krachtelijk bevonden een Hulp in benauwdheden” (Psalm 46:2). „Al ging ik ook in een dal der schaduwe des doods, ik zou geen kwaad vrezen, want Gij zijt met mij; Uw stok en Uw staf, die vertroosten mij” (Psalm 23:4). „Hij geeft de moeden kracht, en Hij vermenigvuldigt de sterkte dien, die geen krachten heeft” (Jesaja 40 : 29).GG 170.4

    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents