Loading...
Larger font
Smaller font
Copy
Print
Contents
Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 2 - Contents
  • Results
  • Related
  • Featured
No results found for: "".
  • Weighted Relevancy
  • Content Sequence
  • Relevancy
  • Earliest First
  • Latest First
    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents

    VERKEERD GEBRUIK VAN DE “GETUIGENISSEN”

    Sommigen die de Getuigenissen geloofden, hebben gedwaald door deze ongepast op anderen te doen slaan. In Dl. 1, nummer 8, is een getuigenis dat over dit punt gaat. “Daar waren enkelen in .... die Gods kinderen waren en nochtans twijfel koesterden ten opzichte der gezichten. Anderen stonden niet zo tegen maar durfden toch tegenover dit punt geen beslist standpunt in te nemen. Sommigen waren geneigd tot twijfel en daar hadden ze alle reden voor. De valse visioenen en fanatieke handelingen met de erbarmelijke vruchten dientengevolge, hadden een invloed op het werk in .... om de mensen achterdochtig te maken tegen alles wat met visioenen in verband stond. Dat alles had in ogenschouw genomen en met wijsheid behandeld moeten worden. Men moet het degenen die nooit hebben gezien dat iemand visioenen had en die persoonlijk niet bekend waren met de invloed der visioenen, niet lastig maken. Dezulken moeten niet beroofd worden van de zegeningen en voor-rechten der gemeente, wanneer hun Christelijk doen en laten anderszins correct is ... .USG2 299.3

    “Sommigen, zo werd mij getoond, zouden de gepubliceerde gezichten aanvaarden, terwijl ze de boom naar zijn vruchten beoordeelden. Anderen waren gelijk de twijfelende Thomas; zij kunnen de gepubliceerde Getuigenissen niet geloven noch bewijs aanvaarden door het getuigenis van anderen, maar moeten eerst voor zichzelf het bewijs zien en hebben. Dezulken moet men niet links laten liggen, maar groot geduld en broedérlijke liefde moeten hun bewezen worden tot ze hun standpunt hebben ingenomen, hetzij voor of tegen. Wanneer ze oppositie gaan voeren tegen de gezichten, waarvan ze geen kennis hebben; wanneer ze hun oppositie zó ver doorvoeren, om datgene tegen te sftaan waarvan ze geen ervaring hadden . . . . , kan de gemeente weten dat ze in het ongelijk staan.” *Vol. 1, blz. 328 (1862).USG2 300.1

    Sommigen van onze broeders hadden een lange ervaring in de waarheid opgedaan en waren jaren lang bekend met mij en mijn werk. Zij hadden de waarheid van de Getuigenissen beproefd en hun geloof daarin beleden. Zij hadden de machtige invloed van Gods Geest gevoeld, op hen rustende om te getuigen dat ze waarheid inhielden. Mij werd getoond, dat indien dezulken, wanneer ze berispt werden door de Getuigenissen, daartegen opstandig zouden worden en in het verborgene zouden wroeten om hun invloed te verzwakken, ze terecht gewezen moesten worden, want hun manier van doen zou een gevaar zijn voor hen die ervaring in dit opzicht misten.USG2 300.2

    Het eerste nummer van de Getuigenissen ooit gepubliceerd, houdt een waarschuwing in tegen het onoordeelkundig gebruik van het licht, aldus gegeven aan Gods volk. Ik gat daarin te kennen dat sommigen een onverstandige weg gevolgd waren; wanneer zij over hun geloof tot ongelovigen hadden gesproken en hen dan om het bewijs werd gevraagd, hadden ze uit mijn geschriften gelezen, inplaats van de Bijbel als bewijs te nemen. Mij werd getoond dat deze handelwijze ongerijmd was en ongelovigen tegen de waarheid bevooroordeeld zou maken.De Getuigenissen kunnen niet van gewicht zijn voor hen die van de geest daarvan niets afweten. Zij moeten in zulke gevallen daarnaar niet verwezen worden.USG2 300.3

    Andere waarschuwingen aangaande het gebruik van de Getuigenissen zijn van tijd tot tijd als volgt gegeven: “Sommigen van de predikanten zijn ver ten -achter. Zij belijden het gegeven getuigenis te geloven en sommigen veroorzaken kwaad door ze als een ijzeren regel toe te passen op hen die daarmee nog nooit ervaring hebben opgedaan, maar ze falen om ze op zichzelf toe te passen, Zij hebben herhaaldelijk getuigenissen ontvangen waar ze zich niets van aantrokken. Zo’n handelwijze is niet consequent.”*Vol. 1, blz. 369 (1863).USG2 301.1

    “Ik zag dat veten partij getrokken hadden uit hetgeen God heeft laten zien ten opzichte van de zonden en fouten van anderen. Zij hebben een extreem standpunt ingenomen aangaande hetgeen dat in een visioen werd getoond en drongen dat dan op, wat ten gevolge , had dat hef geloof van velen in hetgeen God had getoond, verzwakte, terwijl ook de Gemeente daardoor ontmoedigd werd.”**Vol. 1, blz. 166 (1857).USG2 301.2

    De vijand zal alles aangrijpen wat hij. kan gebruiken om zielen te vernietigen. Getuigenissen zijn uitgedragen ten gunste van personen in een belangrijke positie. Zij maken een goed begin met de lasten op zich te nemen en hun deel te dóen in verband met het werk. Gods. Maar Satan achtervolgt hen met zijn verzoekingen, en ten slotte worden ze overwonnen. Als anderen dan op hun verkeerde handelwijze zien, blaast Satan hen in, dat het met de getuigenissen, gegeven van deze mensen, toch wel niet in orde is, anders zouden die mannen zich niet onwaardig getoond hebben in het verrichten van Gods werk.USG2 301.3

    Zo ontstaat twijfel ten aanzien van het licht dat God gegeven heeft. Datgene wat van mensen gezegd kan worden onder bepaalde omstandigheden, kan van hen niet gezegd worden onder andere omstandigheden. Mensen zijn zwak in zedelijke kracht, en zó bovenmate zelfzuchtig, zó zelfvoldaan, en zó gemakkelijk opgeblazen door ijdele waan, dat God met hen niet kan samenwerken, en dan worden ze gelaten gelijk rondtastende blinden en leggen zó’n grote zwakheid en dwaasheid aan de dag, dat velen zich verbazen dat zulke mensen ooit zijn aangesteld en als waardig erkend om opgenomen te worden in Gods werk. Dit is juist wat Satan op het oog had. Dit was zijn opzet vanaf het eerste ogenblik dat hij hen in verzoeking bracht om Gods werk schande aan te doen en twijfel te wekken ten aanzien der Getuigenissen Waren ze gebleven waar hun invloed op Gods werk niet bijzonder werd gevoeld, dan had Satan hen niet zo aangevochten, want dan kon hij zijn doel niet bereiken door hen te gebruiken als instrumenten voor een bijzonder werk.USG2 302.1

    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents