Loading...
Larger font
Smaller font
Copy
Print
Contents
Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 2 - Contents
  • Results
  • Related
  • Featured
No results found for: "".
  • Weighted Relevancy
  • Content Sequence
  • Relevancy
  • Earliest First
  • Latest First
    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents

    HOE TERECHTWIJZING TE AANVAARDEN

    Die door de Geest van God zijn terechtgewezen, móeten niet opstandig worden tegen hef nederige instrument. Hef is God, en niet een dwalende sterveling, Die gesproken heeft om hen van de ondergang te redden. Het ligt de menselijke aard niet om vermaand te worden; evenmin is ‘s mensen hart a|s het niet verlicht is door de Geest van God, in staat zich de noodzakelijkheid van de vermaning, of de zegen die daaruit voort kan vloeien, te beseffen. Wanneer de mens in de verleiding valt en zich aan zonde overgeeft, wordt zijn verstand verduisterd. Het zedelijk bewustzijn wordt verdorven. Naar de waarschuwende stem van het geweten wordt niet geluisterd, zodat die op het laatst helemaal niet meer wordt gehoord. Langzamerhand verliest hij de macht om tussen góed en kwaad te onderscheiden, totdat hij geen goed begrip meer heeft van zijn standpunt tegenover God. Hij mag dan nog de vormen van de godsdienst waarnemen en zich ijverig aan zijn leerstellingen houden, maar de geest daarvan bezit hij niet meer. Zijn toekomst is gelijk die welke beschreven is door de Trouwe Getuige: “Gij zegt: Ik ben rijk en verrijkt geworden en heb geens dings gebrek; en gij weet niet dat gij zijt ellendig en jammerlijk en arm en blind en naakt.” Wanneer de Geest van God, door een boodschap der vermaning, zegt dat dit zijn toestand is, kan hij niet zien dat de boodschap waar is. Moet hij daarom de waarschuwing verwerpen? Neen.USG2 308.2

    God heeft voldoende bewijs gegeven, zodat allen die dat willen, zich een oordeel kunnen vormen over het karakter van de Getuigenissen, en wanneer ze dan hebben vastgelegd dat ze uit God zijn, is het hun plicht de vermaning te aanvaarden, al zien ze ook zelf niet de zondigheid van hun handelwijze. Zouden ze zich ten volle hun toestand bewust zijn, waarom zou dan vermaning nodig zijn? Maar omdat ze zich die niet bewust zijn, houdt God in Zijn barmhartigheid hun die toestand voor, opdat ze tot inkeer komen en verandering aanbrengen alvorens het te laat is. Die de waarschuwing verachten, zullen in blindheid gelaten worden, zodat ze tof zelfmisleiding komen; maar die er acht op slaan en ijverig beginnen zich van hun zonden los te maken om in het bezit te komen van de nodige deugden, zullen de deur van hun hart openzetten opdat de liefdevolle Heiland kan binnengaan en in hen woning maken. Die het nauwst met God verbonden zijn, zijn degenen die Zijn stem kennen wanneer Hij tot hen spreekt. Die geestelijk zijn ingesteld, onderscheiden de geestelijke dingen. Die zullen dankbaar zijn dat God hen op hun fouten heeft gewezen.USG2 309.1

    David leerde wijsheid uit Gods doen met hem en boog zich ootmoedig onder de kastijding des Allerhoogsten. De juiste schildering van zijn toestand door de profeet Nathan maakte David bekend met zijn eigen zonden en hielp hem om die weg te doen. Hij onderwierp zich zachtmoedig aan de gegeven raad en verootmoedigde zich voor God. “De wet des Heren”, riep hij uit, “is volmaakt, bekerende de ziel.”USG2 309.2

    “Indien gij zonder kastijding zijt, welke allen deel-achtig zijn geworden, zo zijt gij.... niet zonen.” Hebreeën 12:8. Onze Here heeft gezegd: “Zo wie Ik lief heb, die bestraf en kastijd Ik.” Openbaring 3 : 19. “Alle kastijding, als die tegenwoordig is, schijnt geen zaak van vreugde, maar van droefheid te zijn; doch daarna geeft zij van zich een vreedzame vrucht der gerechtigheid aan degenen die er door geoefend zijn.” Hebreeën 12:11. Hoe bitter de tucht ook is, zo wordt deze toch toegepast door de tedere liefde des Vaders, “opdat wij Zijn heiligheid zouden deelachtig worden”.USG2 309.3

    * * * * *

    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents