Loading...
Larger font
Smaller font
Copy
Print
Contents
Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 2 - Contents
  • Results
  • Related
  • Featured
No results found for: "".
  • Weighted Relevancy
  • Content Sequence
  • Relevancy
  • Earliest First
  • Latest First
    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents

    EEN OPROEP TOT IJVERIG ONDERZOEK

    Het feit dat er geen meningsverschil of beroering onder Gods volk is, moet niet beschouwd worden als een afdoend bewijs dat ze vasthouden aan de gezonde leer. Er is alle grond om te vrezen dat ze geen helder onderscheid kunnen maken tussen waarheid en dwaling. Wanneer door onderzoek der Schriften geen nieuwe vragen oprijzen, wanneer zich geen meningsverschil voordoet uit hoofde waarvan mensen voor zichzelf de Bijbel gaan onderzoeken om zeker te zijn dat ze de waarheid hebben, dan zullen er nu, evenals in hef verleden, velen zijn die zich vastklampen aan de overlevering en aanbidden wat ze niet kennen.USG2 329.2

    Mij is getoond dat velen die belijden een kennis van de tegenwoordige waarheid te bezitten, niet weten wat ze geloven. Ze begrijpen de bewijzen niet van hun geloof. Ze hebben niet de juiste waardering voor het werk van deze tijd. Wanneer de tijd der beproeving komt, zullen mannen die nu anderen onderwijzen, ervaren dat ondanks de plaatsen die zij innemen, er vele dingen zijn waarvan ze geen bevredigende verklaring kunnen geven. Vóór ze aldus beproefd werden, waren ze zich hun grote onwetendheid niet bewust. En er zijn velen in de gemeente die het als vaststaand aannemen dat ze begrijpen wat ze geloven; maar tot de strijd begint, zijn ze niet op de hoogte van hun eigen zwakheid. Wanneer ze gescheiden zijn van hen die hetzelfde geloof belijden en alleen staan om van hun geloof te getuigen, zullen ze verbaasd staan, te zien hoe verward hun gedachten zijn van hetgeen ze als waarheid hadden aangenomen. Zeker is het dat zich onder ons een afwijking van de levende God heeft voorgedaan en een zich keren tot mensen door in plaats van Goddelijke wijsheid menselijke wijsheid te stellen.USG2 329.3

    God wil onder Zijn volk een opwekking teweegbrengen; wanneer andere middelen falen, zullen onder hen ketterijen binnensluipen, die door zifting het kaf van hef koren zullen scheiden. De Here doet een beroep op allen die Zijn Woord geloven, om uit hun slaap te ontwaken. Kostbaar licht is gegeven, passend voor deze tijd. Het is Bijbelse waarheid die de gevaren aantoont welke we weldra te wachten zijn. Dit licht moet ons voeren tot een ijverig onderzoek der Schriften en tot een zeer critische beschouwing van de plaats die wij innemen. God zou willen dat alle waarheidspunten met hun inhoud en betekenis terdege werden onderzocht onder bidden en vasten. Gelovigen moeten niet tevreden zijn met veronderstellingen en vaag omlijnde gedachten ten aanzien der waarheid. Hun geloof moet vast gefundeerd zijn op het Woord van God, zodat, wanneer de tijd der beproeving komt en zij voor rechters geplaatst worden om rekenschap te geven van hun geloof, zij in staat zijn een reden op te geven van de hoop die in hen is, met zacht-moedigheid en vreze.USG2 330.1

    Waakt op, waakt op, waakt op. De onderwerpen die wij de wereld bieden, moeten voor ons een levende werkelijkheid zijn. Het is belangrijk, dat in de verdedig ging der leerstellingen die wij zien als fundamentele artikelen des geloofs, wij terdege moeten oppassen geen bewijsgronden aan te voeren die niet geheel zuiver zijn. Die kunnen misschien dienen om een tegenstander het zwijgen op te leggen, maar ze doen de waarheid geen eer aan. Wij moeten zuivere bewijsgronden aanvoeren, die onze tegenstanders niet enkel doen zwijgen, maar die ook het nauwgezetste onderzoek kunnen verdragen. Die zichzelf geoefend hebben als debaters, lopen groot gevaar dat ze het Woord van God niet eerlijk toepassen. Wanneer we met een tegenstander te doen hebben, moet het ons ernstig streven zijn de onderwerpen zó te brengen, dat ze hem in zijn geest gaan overtuigen, in plaats van als gelovige enkel zijn instemming daarmee te wekken.USG2 331.1

    Hoe groot iemands verstandelijke groei ook moge zijn, laat hij toch voor geen moment denken dat het dan niet langer nodig is om aanhoudend en nauwgezet de Schriften te doorvorsen naar meer licht. Als volk zijn wij persoonlijk geroepen om de profetie te bestuderen. We moeten terdege waakzaam zijn opdat we elke lichtstraal die God ons wil geven, kunnen onderscheiden. Wij moeten de eerste glimpen der waarheid opvangen; en door studie onder gebed kan groter licht verkregen worden om aan anderen door te geven.USG2 331.2

    Wanneer Gods volk zich zeker en voldaan gevoelt met het huidige licht, kunnen we er vast van op aan dat Hij hen niet verder zal begunstigen. Het is Zijn wil dat ze altijd voorwaarts zouden gaan om het vermeerderde en steeds toenemende licht dat voor hen schijnt, te ontontvangen. De tegenwoordige houding van de gemeente behaagt God niet. Er is een zelfvertrouwen ontstaan dat bij hen het noodzakelijkheidsgevoel van meer waarheid en groter licht heeft weggenomen. We leven in een tijd dat Satan links en rechts, voor en achter ons, aan het werk is; en nochtans als volk slapen we. God wil dat een stem zal gehoord worden om Zijn volk tot handelen aan te sporen.USG2 331.3

    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents