Loading...
Larger font
Smaller font
Copy
Print
Contents
Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 2 - Contents
  • Results
  • Related
  • Featured
No results found for: "".
  • Weighted Relevancy
  • Content Sequence
  • Relevancy
  • Earliest First
  • Latest First
    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents

    GODS HEERLIJKHEID WEERKAATSEN

    Gezien het verlossingsplan begint en eindigt met een gave, zo moet het ook uitgevoerd worden. Dezelfde geest van opoffering waardoor voor ons de zaligheid werd gekocht, zal wonen in de harten van allen die gaan delen in de hemelse gave. Zo zegt Petrus: “Een iegelijk gelijk hij de gave ontvangen heeft, alzó bediene hij deze aan de anderen, als goede uitdelers der menigerlei ge-nade Gods.” 1 Petrus 4:10. En Jezus zei tot Zijn discipelen, toen Hij hen uitzond: “Gij hebt het om niet ontvangen, geeft het om niet.” Mattheüs 10:8. In degene die werkelijk in harmonie is met Christus, kan geen zelfzucht of geest van afzondering wonen. Die van het levende water drinkt, zal ervaren dat hef in hem wordt “een fontein van water springende tot in het eeuwige leven”. Johannes 4:14. De Geest van Christus binnen in hem is als een bron die opwelt in de woestijn en alles verkwikt, en hen die op het punt staan te vergaan, gretig doet drinken van het levenswater. Het was die zelfde geest van liefde en zelfopoffering welke in Christus woonde, die Paulus noopte tot zijn menigvuldige arbeid. “Beiden Grieken en Barbaren”, zegt hij, “beiden wijzen en onwijzen ben ik een schuldenaar.” Romeinen 1:14. “Mij, de allerminste van al de heiligen, is deze genade gegeven, om onder de heidenen door het Evangelie te verkondiqen de onnaspeurlijke rijkdom van Christus.” Efeze 3 : 8.USG2 345.2

    Het was de bedoeling van onze Here dat Zijn Gemeente voor de wereld de volheid en toereikendheid die we in Hem vinden, zou weerkaatsen. Wij ontvangen geregeld uit Gods overvloed, en door dat uit te delen, tonen we aan de wereld de liefde en goedertierenheid van Christus. Terwijl de gehele hemel druk in de weer is en engelen uitzendt naar elk deel der aarde om het verlossingswerk vooruit te stuwen, moet de Gemeente van de levende God ook de medearbeidster zijn. van Christus. Wij zijn leden van Zijn zinnebeeldig lichaam. Hij is het Hoofd, dat al de leden van het lichaam onder beheer heeft. Jezus Zelf, in Zijn oneindige barmhartig-heid, werkt op de menselijke harten, en brengt geestelijke veranderingen tot stand, zó verbazingwekkend, dat de engelen met verwondering en blijdschap toezien. Dezelfde onzelfzuchtige liefde die de Meester karak-teriseert, is te zien in het karakter en leven van Zijn ware navolgers. Christus verwacht dat mensen zullen gaan delen in Zijn Goddelijke natuur terwijl ze in deze wereld zijn, en dus niet enkel Zijn heerlijkheid zullen weerkaatsen ter ere Gods, maar ook de duisternis der wereld zullen verlichten met de glans des hemels. Aldus zullen de woorden van Christus in vervulling gaan: “Gij zijt het licht der wereld.” Mattheüs 5:14.USG2 346.1

    “Wij zijn Gods medearbeiders”, “uitdelers der menigerlei genade Gods.” 1 Corinthe 3:9; 1 Petrus 4:10. De kennis van Gods genade, de waarheden van Zijn Woord en ook tijdelijke gaven — tijd en geld, talenten en invloed — dat alles is een pand van God om te gebruiken tot Zijn heerlijkheid en tot de zaligheid van mensen. Niets kan stuitender zijn in de ogen van God, Die aanhoudend Zijn gaven over de mens uitstort, dan dat Hij een mens zelfzuchtig die gaven ziet gebruiken zonder een tegenopbrengst aan de Gever. Jezus maakt heden in de hemel woningen gereed voor hen die Hem liefhebben; nochtans zullen wij meer dan woningen, namelijk een Koninkrijk ontvangen. Maar allen die deze zegeningen zullen beërven, moeten deel hebben aan de zelfverloochening en zelfopoffering van Christus ten bate van anderen.USG2 346.2

    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents