Loading...
Larger font
Smaller font
Copy
Print
Contents
Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 2 - Contents
  • Results
  • Related
  • Featured
No results found for: "".
  • Weighted Relevancy
  • Content Sequence
  • Relevancy
  • Earliest First
  • Latest First
    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents

    HET VISIOEN VAN EZECHIËL

    Ezechiël, de treurende profeet in ballingschap, in het land der Chaldeeën, werd een visioen gegeven met als doel versterking des geloofs in de machtige God van Israël. Terwijl hij aan de oevers van de rivier de Kebar was, scheen een stormwind te komen van het noorden, “een zware wolk met flikkerend vuur en omgeven door een glans; daarbinnen, midden in het vuur, was wat er uitzag als blinkend metaal”. (Nieuwe Vert.) Een aantal raderen, die er op het oog eigenaardig uitzagen en elkander kruisten, werd in beweging gebracht door vier levende schepselen. Hoog boven dezen was “de gelijkenis van een troon als de gedaante van een saffiersteen; en op de gelijkenis van de troon was de gelijkenis als de gedaante van een mens, daar bovenop zijnde.” “En wat de gedaante der wezens betreft, hun aanblik was als die van brandende vuurkolen, als van fakkels -— zich bewegend tussen de wezens; en het vuur glansde en bliksemen schoten daaruit.” “Onder hun vleugels waren mensenhanden aan hun vier zijden.” (Nieuwe vert.)USG2 368.3

    Daar waren raderen binnenin, raderen in een samenstelling, zó ingewikkeld, dat op een eerste aanblik het Ezechiël scheen alsof alles in verwarring was. Maar gingen ze in beweging, dan ging alles in een schitterende nauwkeurigheid en in volmaakte harmonie. Hemelse wezens dreven deze raderen aan, en, boven dit alles, op een schitterende saffieren troon zat Hij, Die eeuwig is; terwijl rondom de troon de regenboog gecirkeld was, het zinnebeeld van genade en liefde. Overmeesterd door de verschrikkelijke heerlijkheid van het toneel, viel Ezechiël op zijn aangezicht, foen een stem hem verzocht op te staan en het woord des Heren te vernemen. Toen werd hem een waarschuwingsboodschap voor Israël gegeven.USG2 369.1

    Dit visioen werd aan Ezechiël gegeven in een tijd dat zijn geest bezwaard werd door sombere voorgevoelens. Hij zag het land zijner vaderen leeg en verlaten. De stad, eens vol mensen, was nu onbewoond. De stem der vrolijkheid en het lied van de lofzang werden binnen haar muren niet meer gehoord. De profeet zelf was een vreemdeling in een vreemd land waar ongebreidelde heerszucht en ruwe wreedheid oppermachtig waren. Wat hij zag en hoorde aangaande menselijke tirannie en boosheid bedroefde zijn ziel en hij treurde bitter dag en nacht. Maar de wonderlijke zinnebeelden die hem getoond waren aan de oever van de Kebar, openbaarden een alles beheersende macht, sterker dan die van aardse machthebbers. Verheven boven de trotse en wrede vorsten van Assyrië en Babylon zat de God van genade en waarheid op Zijn troon.USG2 369.2

    Het Ingewikkelde raderwerk, daf de profeet één en al verwarring foescheen, werd geleid door de hand des Oneindigen. De Geest van God Die, naar hem werd getoond, deze raderen in beweging bracht en leidde, deed uit die verwarring een harmonie te voorschijn komen; zo was de gehele wereld onder Zijn beheer. Myriaden verheerlijkte wezens stonden gereed om op Zijn woord de macht en opzet van boze mensen in bedwang te houden en het goede te brengen aan Zijn getrouwen.USG2 370.1

    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents