Loading...
Larger font
Smaller font
Copy
Print
Contents
Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 2 - Contents
  • Results
  • Related
  • Featured
No results found for: "".
  • Weighted Relevancy
  • Content Sequence
  • Relevancy
  • Earliest First
  • Latest First
    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents

    AAN DE VOORAVOND VAN PLECHTIGE GEBEURTENISSEN

    Wij staan aan de vooravond van grote en plechtige gebeurtenissen. Profetie gaat snel in vervulling. De Here staat voor de deur. Weldra zal voor ons een tijd van overweldigend belang voor alle levenden aanbreken. De geschillen van het verleden zullen opnieuw ontbranden; nieuwe geschillen zullen zich voordoen. Van de tonelen die zich in de wereld zullen afspelen, heeft men zelfs nog nooit gedroomd. Satan is aan het werk door menseiijke handlangers. Die een poging doen om de Grondwet te veranderen en een wet tot Zondagviering willen invoeren, zijn zich maar weinig bewust wat het gevolg zal zijn. Een crisis is ons nabij.USG2 371.1

    Maar in deze grote nood behoeven de dienstknechten Gods niet op zichzelf te betrouwen. In de visioenen gegeven aan Jesaja, aan Ezechiël en aan Johannes zien we hoe nauw de hemel is verbonden met de gebeurtenissen die op de aarde zullen plaatsvinden en hoe groot Gods zorg is voor hen die Hem trouw blijven. De wereld is niet zonder een Heerser. Het verloop van de komende gebeurtenissen ligt in de hand des Heren. De Majesteit des hemels heeft het lot der volkeren, alsook de aangelegenheden van Zijn Gemeente, onder Zijn persoonlijk toezicht.USG2 371.2

    Wij laten ons in ‘s Heren werk te veel naar beneden drukken door de zorgen en moeilijkheden. Sterfelijke mensen worden niet aan hun lot overgelaten om de last der verantwoordelijkheid te dragen. Wij moeten op God vertrouwen, in Hem geloven en voorwaarts gaan. De onvermoeide waakzaamheid van de hemelse boodschap pers en hun aanhoudende werkzaamheid in hun dienstwerk in verband met de wezens op aarde, tonen ons hoe Gods hand het rad binnenin een rad leiding geeft. De Goddelijke Lastgever zegt tot iedere handelende persoon in Zijn werk datgene wat Hij ook gezegd heeft tot Kores in het verleden: “Ik zal u gorden, hoewel gij Mij niet kent.” Jesaja 45 : 5.USG2 371.3

    In het visioen aan Ezechiël had God Zijn hand onder de vleugelen der cherubs. Dat is om Zijn dienstknechten te leren dat het Goddelijke kracht is die hun succes verleent. Hij wil met hen werken wanneer ze afstand doen van de ongerechtigheid en rein worden naar hart en leven.USG2 372.1

    Het vuur dat met de snelheid van de bliksem zich beweegt tussen de levende wezens, symboliseert de vaart waarmee dit werk ten slotte voltooid zal worden. Hij Die niet sluimert, Die aanhoudend bezig is Zijn plannen in vervulling te doen gaan, kan Zijn werk in alle harmonie vooruitbrengen. Wat aan sterfelijke geesten verward en ingewikkeld toelijkt, kan door de hand des Heren in volmaakte orde gehouden worden. Hij kan plannen en middelen beramen om de doelstellingen van boze men-sen te verijdelen en Hij zal de voornemens van hen die tegen Zijn volk samenspannen, tenietdoen.USG2 372.2

    Broeders, het is nu niet de tijd om te treuren en te wanhopen, of om zich over te geven aan twijfel en ongeloof. Christus is momentee! geen Heiland in Jozefs nieuwe graf, gesloten met een grote steen en verzegeld met het Romeinse zegel; wij hebben een verrezen Heiland. Hij is de Koning, de Here der heerscharen; Hij zit tussen de cherubs; en temidden van de strijd en hef rumoer der volkeren waakt Hij nog steeds over Zijn volk. Hij Die in de hemelen heerschappij voert, is onze Heiland. Elke beproeving meet Hij af. Hij let op het vuur in de oven, dat elke ziel moet beproeven. Wanneer de vestingen der koningen met de grond worden gelijkgemaakt, wanneer de pijlen van Gods gramschap de harten Zijner vijanden zullen doorboren, zal Zijn volk veilig zijn in Zijn handen.USG2 372.3

    Onder Gods toezicht. Tengevolge van niet-toegewijde arbeiders zullen de dingen soms verkeerd gaan. U kunt misschien treuren over het resultaat van de verkeerde daden van anderen, maar tob daarover niet. Het werk staat onder toezicht van de gezegende Meester. Al wat Hij vraagt is dat Zijn arbeiders tot Hem zullèn komen voor hun opdrachten, en dat ze Zijn aanwijzingen zullen gehoorzamen. Alle onderdelen van het werk — onze gemeenten, zendingsvelden, Sabbatscholen, instellingen — draagt Hij op Zijn hart. Waarom zullen we dan tobben? Het vurige verlangen om de Gemeente overvloeiende van leven te zien, moet getemperd worden door een algeheel vertrouwen op God; want “zonder Mij”, zegt de grote Lastdrager, “kunt gij niets doen”. Johannes 15 : 5. “Volgt Mij.” Hij stippelt de weg uit; wij moeten volgen.USG2 373.1

    Laat niemand de hem door God gegeven krachten overbelasten in een poging om het werk des Heren sneller voorwaarts te doen gaan. De kracht van de mens kan het werk niet verhaasten; daarmee moet de kracht van hemelse wezens met hun hemels verstand gepaard gaan. Alleen zó kan het werk van God tot volmaaktheid gebracht worden. De mens kan Gods deel van het werk niet doen. Een Paulus mag planten, een Apollos mag begieten, maar God geeft de wasdom. In alle eenvoud en ootmoed moet de mens samenwerken met Goddelijke werktuigen, te allen tijde zijn best doende, terwijl hij zich nochtans bewust moet zijn dat God is de grote Meester-Uitvoerder. Hij moet zich niet overgeven aan zelfvertrouwen, want dan zal hij zijn reservekrachten uitputten en zijn verstandelijke en physieke talenten ver-nietigen. Al zouden al de arbeiders die nu zware lasten dragen, ter zijde gesteld worden, dan zou Gods werk nog voorwaarts gaan. Laat dus onze ijver in de arbeid gepaard gaan met verstand; laten we ophouden te pogen datgene te doen wat alleen de Here kan volbrengen. — 1902, vol. 7, blz. 298.USG2 373.2

    * * * * *

    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents