Loading...
Larger font
Smaller font
Copy
Print
Contents
Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 2 - Contents
  • Results
  • Related
  • Featured
No results found for: "".
  • Weighted Relevancy
  • Content Sequence
  • Relevancy
  • Earliest First
  • Latest First
    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents

    KANALEN VAN SATANS MACHT

    De heidense orakels hebben hun tegenhanger in de spiritistische mediums, de helderzienden en de waarzeggers van heden. De geheimzinnige stemmen die spraken te Ekron en Endor, misleiden nog steeds door hun leugens de mensenkinderen. De vorst der duisternis is slechts verschenen onder een nieuwe vermomming. De verborgenheden van de heidense afgodendienst zijn vervangen door de geheime verenigingen en seances, de ver-borgenheden en wonderen van de tovenaars van onze tijd. Hun onthullingen worden gretig aanvaard door duizenden die weigeren het licht van Gods Woord of van Zijn Geest aan te nemen. Terwijl ze met minachting spreken over de magiërs van het verleden, lacht de grote bedrieger triomfantelijk wanneer ze zijn kunsten onder een heel andere vorm aannemen.USG2 48.4

    Zijn handlangers beweren ook dat ze zieken genezen. Zij schrijven hun kracht toe aan electriciteit, magnetisme en de zogenaamde “sympathetische geneesmiddelen”. In feite zijn ze slechts kanalen van Satans electrische stromen. Door deze middelen voert hij zijn betoverende macht uit over de lichamen en zielen van mensen.USG2 49.1

    Van tijd tof tijd heb ik brieven ontvangen zowel van predikanten als leken der gemeente, waarin gevraagd wordt of ik denk dat het kwaad is wanneer men spiritistische en helderziende artsen raadpleegt. Ik heb deze brieven door gebrek aan tijd niet beantwoord. Maar juist nu dringt dit onderwerp zich weer aan mij op. Zó talrijk zijn deze handlangers van Satan geworden en zó algemeen worden ze geconsulteerd, dat het nodig blijkt daartegen te waarschuwen.USG2 49.2

    God heeft het in onze macht gesteld, kennis van de gezondheidswetten te verkrijgen. Hij heeft ons de plicht opgelegd onze lichaamskrachten te bewaren in de best mogelijke conditie, opdat wij Hem kunnen dienen naar Zijn welbehagen. Die weigeren het licht en de kennis die zo genadevol binnen hun bereik zijn gesteld, te vermeerderen, verwerpen één van de middelen die God hun gegeven heeft om het geestelijke zowel als het stoffelijke leven te bevorderen. Zij plaatsen zichzelf waar ze zullen blootstaan aan de misleidingen van Satan.USG2 49.3

    Niet weinigen nemen in deze Christelijke tijd en in dit Christelijke land liever hun toevlucht tot boze geesten dan te betrouwen op de kracht van de levende God. De moeder die aan het ziekbed van haar kind waakt, roept uit: “Ik kan niets meer doen. Is er dan geen dokter die mijn kind kan genezen?” Men heeft haar verteld van de wonderlijke genezingen die verricht zijn door sommige helderziende artsen of magnetiseurs, en nu vertrouwt ze haar lieveling aan zo’n behandeling toe, terwijl ze in feite het kind aan Satans handen overgeeft, als stond hij naast haar. in vele gevallen wordt hef toekomstige leven van het kind nu beheerst door een satanische kracht, die het niet schijnt te kunnen breken,USG2 50.1

    Velen schijnen geen moeite te willen doen om op de hoogte te komen van de levenswetten en van de eenvoudige middelen die men moet aanwenden tot herstel der gezondheid. Zij plaatsen zichzelf nief in de juiste levensverhouding. Wanneer ziekte het gevolg is van hun overtreding der natuurwet, proberen ze niet om hun fouten te verbeteren en vervolgens Gods zegen te vragen, maar ze gaan naar de doktoren. Worden ze beter dan geven ze aan die middeltjes en aan de doktoren al de eer. Ze staan altijd klaar om menselijke kracht en wijsheid te verafgoden en ze schijnen geen andere God te kennen dan het schepsel — stof en as.USG2 50.2

    Ik heb een moeder horen pleiten bij een ongelovige arts om het leven van haar kind toch te redden, maar toen ik haar aanraadde om hulp te zoeken bij de Grote Heelmeester, Die in staaf is om allen die in hef geloof tot Hem komen, volkomen te redden, wendde ze zich ongeduldig af. Hier zien we dezelfde geest die Ahazia openbaarde.USG2 50.3

    Het is niet veilig te vertrouwen op artsen die niet leven in de vreze Gods. Zonder de invloed van de Goddelijke genade zijn de harten der mensen “arglistig, meer dan enig ding, ja, dodelijk”. Jeremia 17 : 9. Zelfverheerlijking is hun doel. Wat ongerechtigheden zijn al bedreven onder de dekmantel van het medisch beroep, wat misleidingen gedaan! De arts mag dan beweren veel wijsheid en bijzondere kunde te bezitten, maar hij vergooit zijn karakter, en zijn praktijk gaat lijnrecht in tegen de wetten des levens. De Here onze God verzekert ons dat Hij klaar staat om genade te openbaren; Hij nodigt ons uit om in de dag der benauwdheid onze toevlucht bij Hem te zoeken. Hoe kunnen we ons van Hem afwenden om op een vleselijke arm te betrouwen?USG2 50.4

    Gaat met mij mee naar gindse ziekenkamer. Daar ligt een echtgenoot en vader die een zegen is voor de maatschappij en voor hef werk Gods. Ziekte heeft hem neergeveld. Het vuur van de koorts schijnt hem te verteren. Hij hunkert naar water om zijn droge lippen te bevochtigen, de razende dorst te lessen en het hoofd af te koelen. Maar neen; de dokter heeft wafer verboden.USG2 51.1

    De stimulans van alcohol wordt te drinken gegeven en zo wordt het vuur nog meer verhit. Het gezegende, van de hemel gezonden water, kundig toebedeeld, zou de verslindende vlam doven; maar daarvoor in de plaats geeft men giftige verdovingsmiddelen.USG2 51.2

    Een tijd lang worstelt de natuur om haar rechten, maar op het laatst overwonnen, geeft ze de strijd op, en maakt de dood een einde aan het lijden. God wilde dat de mens zou leven om een zegen te zijn voor de wereld; Satan besloot om hem te vernietigen, en door middel van de arts slaagde hij daarin. Hoe lang zullen we toelaten dat ons kostbaarste licht aldus wordt uitgeblust?USG2 51.3

    Ahazia zond zijn dienstknechten naar Baäl-Zebub in Ekron om raad in te winnen, maar in plaats van een boodschap van de afgod vernam hij het verschrikkelijke oordeel van de God van Israël: “Gij zult niet afkomen van dat bed waarop gij geklommen zijt, maar gij zult de dood sterven”. Het was Christus, Die Elia verzocht om aan de afvallige koning deze woorden over te brengen.USG2 51.4

    De Here Immanuel had reden zeer ontstemd te zijn over Ahazia’s goddeloosheid. Wat had Christus niet gedaan om de harten der zondaars te winnen en hen te bezielen met een onwrikbaar vertrouwen in Hem? Eeuwen lang had Hij Zijn volk bezocht met openbaringen van de allerbeminnelijkste vriendelijkheid en voorbeeldeloze liefde. Vanaf de tijden der patriarchen had Hij laten zien hoe Zijn “vermakingen met de mensenkinderen waren”. Spreuken 8 : 31. Hij was een altijd aanwezige hulp geweest voor allen die Hem in oprechtheid zochten. “In al hun benauwdheid was Hij benauwd, en de Engel Zijns aangezichts heeft hen behouden; door Zijn liefde en door Zijn genade heeft Hij hen verlost.” Jesaja 63 : 9. Niettegenstaande dat had Israël tegen God gerebelleerd, en zich om hulp tot ‘s Heren grootste vijand gewend.USG2 51.5

    De Hebreeën waren het enige volk dat begunstigd was met een kennis van de ware God. Toen de koning van Israël raad liet inwinnen bij een heidens orakel, verkondigde hij aan de heidenen dat hij meer vertrouwen stelde in hun afgoden dan in de God van zijn volk, de Schepper des hemels en der aarde. Zo doen ook zij die belijden een kennis van Gods Woord te bezitten, en Hem onteren door zich af te wenden van de Bron van kracht en wijsheid en hulp of raad gaan vragen aan de machten der duisternis. Indien Gods gramschap ontvlamde door zulke handelingen van een goddeloze, afgodische koning, hoe moet Hij dan wel staan tegenover een dergelijke handelwijze van hen die belijden Zijn dienstknechten te zijn?USG2 52.1

    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents