Loading...
Larger font
Smaller font
Copy
Print
Contents
Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 2 - Contents
  • Results
  • Related
  • Featured
No results found for: "".
  • Weighted Relevancy
  • Content Sequence
  • Relevancy
  • Earliest First
  • Latest First
    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents

    HOOFDSTUK 71—ONZE PLICHT TEGENOVER DE HUISGENOTEN DES GELOOFS

    Er zijn twee groepen van armen die wij altijd binnen onze kring hebben, — zij die hun eigen ondergang bewerkstelligen door hun eigengereide manier van doen en die voortgaan in hun overtreding, en zij die om der waarheid wille geraakt zijn in moeilijke omstandigheden. Wij moeten onze naaste liefhebben als onszelf, en dan zullen wij tegenover deze beide groepen doen wat nodig is onder de leiding en raad van gezonde wijsheid.USG2 532.1

    Er bestaat geen probleem ten aanzien van de armen des Heren. Zij moeten in elk geval waar dat tot hun bestwil zal zijn, geholpen worden.USG2 532.2

    God wil dat Zijn volk aan een zondige wereld laat zien, dat Hij de mensheid niet aan de ondergang heeft prijsgegeven. Bijzondere pogingen moeten gedaan worden om diegenen te helpen die om der waarheid wille uit het gezin zijn geworpen en daardoor in moeilijkheden zijn gekomen. Meer en meer zal er behoefte bestaan aan medelevende, medevoelende harten, aan hen die het eigen-ik willen verloochenen en zich willen bemoeien met de gevallen van hen die de Here liefheeft. De armen onder Gods volk moeten niet aan hun lot worden overgelaten zonder in hun gebrek te voor-zien. En moet een of andere weg gevonden worden waarin zij weer een bestaan kunnen vinden. Sommigen 1900, Vol. 6, blz. 269—272 zal geleerd moeten worden dat ze de handen uit de mouwen steken. Anderen die hard werken en overbelast zijn in hun arbeid om hun gezinnen te onderhouden, zal bijzondere bijstand moeten worden verleend. In al die gevallen moeten we van onze belangstelling blijk geven en hen helpen om werk te krijgen. Er moet een fonds komen om zulke goed aangeschreven arme gezinnen die God liefhebben en Zijn geboden houden te helpen.USG2 532.3

    Men moet zorg dragen dat de gelden welke nodig zijn voor dit werk, niet besteed worden voor andere doeleinden. Het maakt een verschil of wij hulp verlenen aan de armen die door het houden van Gods geboden in kommer en ellende zijn geraakt, of dat wij hen verwaarlozen om godslasteraars te helpen die de geboden des Heren onder de voet lopen. En God houdt rekening met dit verschil. Sabbatvierders moeten de armen des Heren niet links laten liggen om zich te belasten met de ondersteuning van diegenen die volharden in de overtreding van Gods wet, en gewend zijn om hulp te verwachten van een ieder die hen wil ondersteunen. Dit is geen zendingswerk zoals het behoort. Dat is niet in harmonie met het plan des Heren.USG2 533.1

    Waar een gemeente is gevestigd, moeten haar leden een trouw werk doen voor de behoeftige gelovigen. Maar dat houdt hier voor hen niet op. Zij moeten ook anderen helpen, van welk geloof die ook zijn. Als gevolg van die inspanning zullen sommigen van dezen de bijzondere waarheden voor deze tijd aannemen.USG2 533.2

    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents