Loading...
Larger font
Smaller font
Copy
Print
Contents
Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 2 - Contents
  • Results
  • Related
  • Featured
No results found for: "".
  • Weighted Relevancy
  • Content Sequence
  • Relevancy
  • Earliest First
  • Latest First
    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents

    HOOFDSTUK 72—ONZE PLICHT TEGENOVER DE WERELD

    “Alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft.” Hij “heeft Zijn Zoon niet gezonden in de wereld opdat Hij de wereld veroordelen zou, maar opdat de wereld door Hem zou be-houden worden”. Johannes 3:16, 17. De liefde Gods omvat de gehele mensheid. Christus, hef bevel aan Zijn discipelen gevende, zei: “Gaaf henen in de gehele wereld, predikt het Evangelie aan alle creaturen.” Marcus 16:15.USG2 536.2

    Het was de bedoeling van Christus dat ten bate der mensen een groter werk zou gedaan worden dan we tot nu toe hebben gezien. Het lag niet in Zijn bedoeling dat zo heel velen zich zouden scharen onder de banier van Satan en ingeschreven zouden staan als rebellen 1900, Vol. 6, blz. 275—280 tegen het gezag Gods. De Verlosser der wereld had niet de opzet dat Zijn gekocht erfdeel zou leven en sterven in zijn zonde. Waarom worden dan zo weinigen bereikt en gered? Dat komt omdat zo velen van hen die voorgeven Christenen te zijn, in dezelfde richtlijnen werken als de grote afvallige. Duizenden die God niet kennen, zouden zich heden in Zijn liefde kunnen verblijden, wanneer zij die beweren Hem te dienen, zouden werken zoals Christus werkte.USG2 536.3

    De zegeningen der zaligheid, wereldlijke zowel als geestelijke, zijn voor de gehele mensheid. Daar zijn velen die klagen over God omdat de wereld zo vol armoede en ellende is, maar het was nooit Gods be-doeling dat deze ellende zou bestaan. Het was nooit Zijn bedoeling dat de ene mens zich zou baden in de overvloedige weelde des levens, terwijl de kinderen van anderen om brood schreeuwen. De Here is een God van goedertierenheid. Hij heeft ruimschoots voorziening getroffen voor de behoeften van allen, en door Zijn vertegenwoordigers, aan wie Hij Zijn goederen heeft toevertrouwd, wil Hij dat in de noden van al Zijn schepselen zal worden voorzien.USG2 537.1

    Laten zij die het Woord des Heren geloven de raadgeving lezen die voorkomt in Leviticus en Deuteronomium. Daar kunnen zij leren wat voor scholing werd gegeven aan de gezinnen Israëls. Terwijl Gods uitverkoren volk afgezonderd en heilig moest zijn, gescheiden van de andere volken die Hem niet kenden, moesten zij toch de vreemdeling vriendelijk behandelen. Op zo iemand moest niet neergezien worden omdat hij niet van Israël was. De Israëlieten moesten de vreemdeling liefhebben omdat Christus evengoed stierf om hem te redden als om Israël te redden. Op hun feesten der dankbaarheid, wanneer zij de barmhartigheden Gods overdachten, moest de vreemdeling welkom worden geheten. Ten tijde van de oogst moesten zij op de akker een gedeelte voor de vreemden en de armen achter laten. Zo konden de vreemdelingen eveneens delen in Gods geestelijke zegeningen. De Here God van Israël beval dat men hen zou ontvangen zo zij de omgang verkozen met hen die Hem kenden en erkenden. Op die wijze zouden zij de wet des Heren leren en Hem door hun gehoorzaamheid verheerlijken.USG2 537.2

    Zo verlangt God in deze tijd van Zijn kinderen om, zowel in geestelijke als in wereldlijke dingen, zegeningen aan de wereld uit te delen. Voor elke discipel van Christus in elke eeuw werden deze kostelijke woorden van de Heiland gesproken: Uit hem “zullen stromen van levend water vloeien”.USG2 538.1

    Maar in plaats van de gaven Gods uit te delen, hebben velen die voorgeven Christenen te zijn, zich ingekapseld in hun persoonlijke bekrompen belangen, en vol zelfzucht houden zij Gods zegeningen voor hun medemensen achter.USG2 538.2

    Terwijl God in Zijn voorzienigheid de aarde heeft overladen met Zijn goedertierenheden, en haar schathuizen heeft gevuld met de vertroostingen des levens, heersen gebrek en ellende aan alle kanten. Een milddadige Voorzienigheid is gelegd in de handen van Zijn menselijke werktuigen alsook overvloed om in de behoeften van allen te voorzien, maar de rentmeesters Gods zijn ontrouw. In de belijdende Christelijke wereld wordt genoeg uitgegeven voor buitensporig uiterlijk vertoon om te voorzien in de behoeften van al de hongerigen, en de naakten te kleden. Velen die zich genoemd hebben naar de Naam van Christus, geven Zijn geld uit voor zelfzuchtige genoegens, voor de bevrediging der begeerte, voor alcohol en lekkernijen, voor weelderige huizen, meubilair en kleding, terwijl zij menselijke wezens nauwelijks een medelijdende blik of een woord van medeleven gunnen.USG2 538.3

    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents