Loading...
Larger font
Smaller font
Copy
Print
Contents
Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 2 - Contents
  • Results
  • Related
  • Featured
No results found for: "".
  • Weighted Relevancy
  • Content Sequence
  • Relevancy
  • Earliest First
  • Latest First
    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents

    DE BEAMBTEN EN KLASSELEIDERS

    Wanneer van tijd tot tijd beambten gekozen worden, laat dan persoonlijke voorkeur niet overheersen, maar plaatst op die posten van vertrouwen hen van wie u overtuigd bent dat ze God liefhebben en vrezen en Hem tot hun raadgever stellen. Al heeft iemand nog zo’n schitterend verstand, zo zal het zonder de liefde en vreze Gods toch op een mislukking uitlopen. Jezus zegt: “Zonder Mij kunt gij niets doen.” Deze manier van beambten kiezen mag niet beïnvloed worden door de Sabbatschoolleerlingen. Het veelvuldig veranderen van beambten zal de school ten voordeel zijn; want het verstand van één man kan niet het verstand van alle anderen kneden en vormen. Hij kan misschien enkele uitmuntende eigenschappen hebben, maar op andere punten te kort schieten. Een ander die gekozen wordt, kan juist dat bezitten wat de andere ontbreekt. Gevarieerde intellecten en eigenschappen zullen frisse ideeën, frisse qedachtengangen ontwikkelen; en dit is absoluut noodzakelijk. Maar bovenal, kiest hen die in de eenvoud van hun zielen, in de waarheid wandelen, die God liefhebben en vrezen en bij Hem ter schole gaan. Dezulken zullen de scholieren voorwaarts en opwaarts doen gaan. Onder wijze leraars zullen de leerlingen steeds meer belangstelling gaan krijgen voor Gods Woord alsook een dieper inzicht in de Schriften. — Ibid., blz. 165.USG2 594.3

    De Here doet een beroep op jonge mannen en vrouwen om zich te gorden voor een levenslange, ijverige arbeid in het Sabbatschoolwerk. Met af en toe eens van die goede bedoelingen wordt niet veel tot stand ge-bracht en evenmin zult u daardoor succesvolle arbeiders in Gods werk worden. Met in alle lijdzaamheid voortgaan om het goede te doen, zult u Gods medearbeiders worden. U moet uzelf zien als dienstknechten Gods die elke dag hun plicht doen. Weest elke dag ijverig in uw werk en past op voor uw voeten geen kromme paden te maken, want anders dwaalt de kreupele of van hef pad des rechts door uw schuld. — Ibid., blz. 13.USG2 595.1

    Elke leraar in de Sabbatschool moet een navolger van Christus zijn, en zij die niet hebben aangetoond discipelen van Christus te zijn, wier leven niet is zoals dat van christenen behoort te zijn, moeten niet gevraagd worden om Sabbatschoolleraar te worden, want zij hebben nodig dat iemand anders hen eerst de grondbeginselen van de liefde en de vreze Gods leert. “Zonder Mij,” zegt Christus, “kunt gij niets doen.” Johannes 15:5. Wat voor waarde zou het onderwijs hebben van iemand die van de kracht van Christus door persoonlijke ervaring niets kent? Het zou een grote ongerijmdheid zijn zo iemand een klas in de Sabbatschool te geven, maar het is nog erger een klas over te geven aan de invloed van een leraar wiens kleding en gedragingen de Heiland Die hij zegt te dienen, verloochenen.USG2 595.2

    Bij de leraars in de Sabbatschool moeten de harten verwarmd en bezield worden door Gods waarheid; zij moeten niet enkel hoorders maar ook daders des Woords zijn. Zoals de ranken gevoed worden door de wijnstok, moeten zij gevoed worden door Christus. De dauw der hemelse genade moet op hen neervallen, zodat hun harten zijn gelijk kostelijke planten welker knoppen openbreken en zich ontvouwen, waardoor een heerlijke geur wordt verspreid zoals bloemen in Gods hof. Klasseleiders moeten ijverig studeren in Gods Woord en altijd laten zien dat zij in de school van Christus elke dag hun lessen leren en in staat zijn aan anderen het licht, dat zij ontvangen hebben van Hem Die de Grote Leraar, het Licht der wereld is, uit te delen.USG2 596.1

    Leraars moeten zich hun verantwoordelijkheid bewust zijn en elke kans benutten om op te wassen, opdat zij die daden verrichten waardoor zielen voor de eeuwigheid worden gewonnen. Ibid., blz. 93, 94USG2 596.2

    God heeft de gave van de rede en het verstand zowel aan de ene arbeider gegeven als aan de andere; en naar uw vermogen moet u uw talenten inwisselen bij de wisselaars. De Here wil niet dat deze of gene arbeider enkel de schaduw is van een ander die hij bewondert. De leraar moet opwassen naar de mate van de volheid in Christus, en niet naar die van een of ander dwalend, sterfelijk wezen. U moet “opwassen in de genade”, en waar is die genade te vinden? Alleen in Christus, het Goddelijk Voorbeeld.USG2 596.3

    Laat dan een ieder op Christus zien en zich modelleren naar het Goddelijke Model. Laat elke arbeider zijn krachten tot het uiterste gebruiken om in harmonie met het plan Gods te werken. Laat hij een leerling zijn in de school van Christus, opdat hij talent krijgt anderen te onderrichten. Die zijn toevertrouwd aan de zorgen van de Sabbatschool-klasseleider, hebben de wijsheid en de ervaring nodig die God de navolger van Christus kan geven. Laat de klasseleider leren van Christus’ zachtmoedigheid en nederigheid des harten, ten einde een goede leraar te worden die zielen voor Christus wint, opdat dezen op hun beurt trouwe zendelingen in het grote oogstveld kunnen worden. — Ibid., blz, 106.USG2 596.4

    Wat talent betreft om te onderwijzen, heerst er onder ons een dorheid, en wij bezitten geen mannen die voldoende geoefend zijn om het werk aangaande het bestuur van onze Sabbatscholen en gemeenten naar behoren te verrichten. Velen die de waarheid kennen, hebben daarvan nog niet een zodanig begrip dat zijzelf die waarheid kunnen ontvouwen. Zij zijn niet in staat om die zodanig naar voren te brengen dat haar heilig, majestueus karakter de mensen duidelijk voor ogen staat. In plaats van minder tucht, hebben zij een meer gedegen opleiding nodig. Het is voor wie ook onmogelijk te voorzien waartoe hij geroepen kan worden. Hij kan in gevallen geplaatst worden waar hij een snel doorzicht en redelijke argumenten nodig heeft, en daarom is hef ter ere van Christus dat onder ons het aantal goed geschoolde arbeiders veelvoudig toeneemt; zij zullen in staat zijn de waarheid op een heldere, verstandige wijze te ontvouwen, en wel zodanig dat daaraan zo goed als geen gebreken meer vastkleven. — Ibid., blz. 156.USG2 597.1

    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents