Loading...
Larger font
Smaller font
Copy
Print
Contents
Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 2 - Contents
  • Results
  • Related
  • Featured
No results found for: "".
  • Weighted Relevancy
  • Content Sequence
  • Relevancy
  • Earliest First
  • Latest First
    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents

    EEN VALSE ZEKERHEID

    “De grote dag des Heren is nabij, hij is nabij en zeer haastende” (Zefanja 1 : 14); maar waar zien we de ware adventgeest? Wie bereiden zich voor om staande te blijven in die tijd der verzoeking die vlak voor ons ligt? De mensen aan wie God de heilige, plechtige toetsende waarheden voor deze tijd heeft toevertrouwd, slapen op hun post. Door hun werken zeggen ze: Wij hebben de waarheid; wij zijn “rijk en verrijkt geworden en hebben geens dings gebrek”; terwijl de trouwe waarachtige Getuige zegt: “Gij weef niet dat gij zilt ellendig en jammerlijk en blind en naakt.” Openbaring 3:17.USG2 10.2

    Hoe waar en juist schilderen deze woorden de huidige toestand van de Gemeente: “Gij weet niet dat gij zijt ellendig en jammerlijk en blind en naakt.” Waarschuwende boodschappen die ingegeven zijn door de Heilige Geest, zijn door de dienstknechten Gods gebracht; karakterfouten zijn de dwalenden voorgehouden, maar ze zeggen: “Dat slaat niet op mij. Ik neem die boodschap die u brengt, niet aan. Ik doe alles zo goed mogelijk. Ik geloof de waarheid.”USG2 10.3

    Die boze dienstknecht die in zijn hart zei: “Mijn Heer vertoeft te komen” (Mattheüs 24 : 48), beleed op Christus te wachten. Hij was een “dienstknecht”, uiterlijk de dienst van God toegewijd, terwijl zijn hart Satan aanhing. Hij verloochent niet openlijk de waarheid, zoals de spotter, maar openbaart in zijn leven het gevoelen des harten — dat ‘s Heren komst is vertraagd. Verwatenheid maakt hem zorgeloos ten opzichte van eeuwige belangen. De stelregels en richtlijnen der wereld neemt hij aan en brengt ze in praktijk. Zelfzucht, wereldse hovaardij en eerzucht hebben de overhand. Vrezende dat zijn broe ders boven hem zullen uitsteken, doet hij afbreuk aan hun arbeid en betwist hun motieven. Zo slaat hij zijn mededienstknechten. Naarmate hij zich verwijdert van het volk Gods, verbindt hij zich meer en meer met de goddelozen. Men vindt hem etende en drinkende “met de dronkaards” — daar hij zich aansluit bij wereldse mensen, en deelt in hun geest. Zo laat hij zich in slaap wiegen door een wereldse zekerheid en wordt overwonnen door nalatigheid, onverschilligheid en traagheid.USG2 10.4

    Het allereerste begin van het kwaad was een verwaarlozing van waakzaamheid en verborgen gebed, daarop volgde een verwaarlozing van andere godsdienstige plichten, en zo werd de weg geopend voor alle volgende zonden, leder Christen zal aangevallen worden door de verlokkingen der wereld, de opdringerigheid van de vleselijke natuur en de rechtstreekse verzoekingen van Satan. Niemand is veilig. Wat ook onze ervaring geweest is, hoe hoog we ook geplaatst zijn, zo hebben we toch waakzaamheid en aanhoudend gebed dringend no-dig. Dagelijks moeten we ons laten leiden door de Geest Gods, anders komen we onder de macht van Satan.USG2 11.1

    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents