Loading...
Larger font
Smaller font
Copy
Print
Contents
Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 2 - Contents
  • Results
  • Related
  • Featured
No results found for: "".
  • Weighted Relevancy
  • Content Sequence
  • Relevancy
  • Earliest First
  • Latest First
    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents

    HET OMGAAN MET DWALENDEN

    Wij mogen anderen niet veroordelen; dat ligt niet op onze weg; maar we moeten elkander liefhebben en voor elkander bidden. Wanneer we iemand van de waarheid zien afdwalen, dan mogen we over hem wenen zoals Jezus weende over Jeruzalem. Laat ons zien wat onze hemelse Vader in Zijn Woord zegt over dwalenden: “Indien ook een mens overvallen was door enige misdaad, gij die geestelijk zijt, brengt de zodanige terecht met de geest der zachtmoedigheid; ziende op uzelf, opdat ook gij niet verzocht wordt.” Galaten 6 “Indien iemand onder u van de waarheid is afgedwaald, en hem iemand bekeert, die wete dat degene die een zondaar van de dwaling zijn weegs bekeert, een ziel van de dood zal behouden en menigte der zonde zal bedekken.” Jacobus 5 : 19, 20. Wat is dit een groot zendingswerk! Hoe neigt dit meer naar de gelijkvormigheid van Christus dan wanneer arme, zwakke stervelingen altijd maar diegenen beschuldigen en veroordelen, die niet in hun smaak vallen. Laat ons bedenken dat Jezus een ieder onzer persoonlijk kent, en meevoelt met onze zwakheden. Hij weet wat een ieder van Zijn schepselen nodig heeft en Hij leest het verborgen, onuitgesproken verdriet in elk hart. Indien één van de minsten voor wie Hij stierf, beledigd wordt, ziet Hij het en zal de kwaaddoener ter verantwoording roepen. Jezus is de Goede Herder. Hij zorgt voor Zijn zwakke, zieke, dwalende schapen. Hij kent ze allen bij name. De wanhoop van elk schaap en van elk lam vervult Zijn hart met barmhartige liefde en de roep om hulp dringt tot Hem door. Eén van de grootste zonden van Israëls herders wordt door de profeet aldus omschreven: “De zwakke sterkt gij niet en het kranke heelt gij niet, en het gebrokene verbindt gij niet en het weggedrevene brengt gij niet weder, en het verlorene zoekt gij niet; maar gij heerst over hen met strengheid en met hardheid. Alzo zijn zij verstrooid, omdat er geen herder is; en zij zijn al het wild gedierte des velds tot spijze geworden, dewijl zij verstrooid waren. Mijn schapen dolen op alle bergen en op alle hoge heuvelen, ja Mijn schapen zijn verstrooid op de ganse aardbodem; en er is niemand die er naar vraagt en niemand die ze zoekt.” Ezechiël 34 : 4—6.USG2 117.1

    Jezus zorgt voor een ieder, als ware er buiten deze niemand anders op de aarde. Als God oefent Hij een geweldige macht uit ten onze gunste, terwijl als onze Oudste Broeder Hij met al onze ellenden meevoelt. De Majesteit des hemels houdt Zich niet afzijdig van de ontaarde, zondige mensheid Wij hebben geen Hoge-priester die zo hoog staaf en zo verheven is, dat Hij ons niet opmerkt of niet met ons meevoelt, maar Die op alle punten verzocht is zoals wij, nochtans zonder zonde.USG2 118.1

    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents