Loading...
Larger font
Smaller font
Copy
Print
Contents
Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 1 - Contents
  • Results
  • Related
  • Featured
No results found for: "".
  • Weighted Relevancy
  • Content Sequence
  • Relevancy
  • Earliest First
  • Latest First
    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents

    EEN GELIJKENIS

    Izak was een type van de Zoon Gods, die als een slachtoffer werd geofferd voor de zonden der wereld. God wilde Abraham een indruk geven van het evangelie der zaligheid voor de mens. Om dit te doen en de waarheid voor hem tot een realiteit te maken als ook om zijn geloof te beproeven, verlangde Hij van hem dat hij zijn beminde Izak zou doden. Al de smart en de doodsangst die Abraham moest doorstaan tijdens die sombere vreselijke beproeving, moesten hem een diepe indruk geven van het verlossingsplan ten opzichte van de gevallen mens. Hij moest door zijn eigen ervaring leren begrijpen hoe onuitsprekelijk de zelfverloochening was van de oneindige God om Zijn eigen Zoon aan de dood over te geven ten einde de mens te verlossen van de algehele ondergang. Voor Abraham kon geen geestelijke kwelling gelijk staan met wat hij moest doorstaan door het gehoorzamen van het goddelijke bevel om zijn zoon te offeren.USG1 364.2

    God gaf Zijn Zoon over aan een leven van vernedering, zelfverloochening, armoede, moeite, oneer en de smartelijke dood aan het kruis. Maar daar was geen engel, die de blijde boodschap kwam brengen: “Het is genoeg; Gij behoeft niet te sterven, Mijn teer beminde Zoon.” Legioenen engelen stonden in diepe smart te wachten in de hoop dat God, evenals in het geval met Izak, op het laatste moment Zijn schandelijke dood zou voorkomen. Maar de engelen werd niet toegestaan een dergelijke boodschap naar Gods geliefde Zoon te brengen. Hij stond aan vernedering bloot in de rechtzaal en op de weg naar Golgotha. Hij werd bespot, gehoond en in het gelaat gespuwd. Hij verdroeg het geschimp, de smaad en de hoon van hen, die Hem haatten, tot Hij aan het kruis Zijn hoofd boog en stierf.USG1 364.3

    Kan God ons een groter bewijs van Zijn liefde tonen dan door dit geven van Zijn Zoon, die al dit lijden moest doorstaan? En zoals de gave van God aan de mens om niet was en Zijn liefde oneindig, zo zijn Zijn aanspraken op ons vertrouwen, onze gehoorzaamheid, en al onze liefde eveneens oneindig. Hij verlangt alles wat de mens mogelijk kan geven. De onderwerping onzerzijds moet evenredig zijn aan de gave Gods; die moet abso-luut zijn, zodat er niets aan mag ontbreken. Wij allen zijn Gods schuldenaren. Hij doet rechten op ons gelden, waaraan wij niet kunnen voldoen zonder dat wij ons geheel en al opofferen. Hij eist een prompte, gewillige gehoorzaamheid, en niets minder dan dat zal Hij aannemen. We hebben nu de gelegenheid de liefde en gunst Gods te winnen. Dit jaar kan het laatste jaar zijn in het leven van hen, die dit lezen. Zijn er misschien onder de jeugd, die dit beroep lezen, die de genoegens der wereld kiezen boven die vrede, welke Christus schenkt degene, die Hem ernstig zoekt en blijmoedig Zijn wil doet?USG1 365.1

    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents