Loading...
Larger font
Smaller font
Copy
Print
Contents
Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 1 - Contents
  • Results
  • Related
  • Featured
No results found for: "".
  • Weighted Relevancy
  • Content Sequence
  • Relevancy
  • Earliest First
  • Latest First
    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents

    HET TIENDE-STELSEL

    Hij heeft Zijn volk een plan gegeven om gelden te verkrijgen, voldoende om de onderneming uit eigen middelen in stand te houden. Gods plan in het tiendestelsel is prachtig in zijn eenvoud en gelijkheid. Allen kunnen daaraan vol geloof en moed deelnemen, want het is goddelijk van oorsprong. Men vindt daarin een combinatie van eenvoud en bruikbaarheid en men behoeft helemaal niet geleerd te zijn om het te begrijpen en toe te passen. Allen kunnen aanvoelen dat ze mogen delen in de volvoering van dit kostelijke werk der zaligheid. Elke man en vrouw, ook reeds in hun jonge jaren, kan een penningmeester des Heren worden en kan meehelpen het benodigde in de kas te brengen. Zo zegt de apostel: “Een iegelijk van u legge iets bij zichzelven weg . . . naar dat hij welvaren verkregen heeft.” 1 Korinthe 16:2.USG1 379.1

    Grote werken zijn door dit stelsel volvoerd. Indien allen dat eensgezind zouden accepteren, zou een iegelijk tot een ijverig en trouw penningmeester van God gesteld worden, en er zou geen gebrek zijn aan middelen, om het grote werk uit te voeren, namelijk het brengen van de laatste waarschuwingsboodschap aan de wereld. De kas zal vol zijn, indien allen dit stelsel aanvaarden en de contribuanten zullen er niet armer door worden. Door elke investering zullen ze meer verknocht worden aan het werk der tegenwoordige waarheid. Zij zullen “zich een vaste grondslag voor de toekomst verzekeren, om het ware leven te grijpen.” 1 Timotheüs 6 : 19 (N.V.).USG1 379.2

    Wanneer de volhardende, systematisch tewerk gaande arbeiders zien dat de richtlijn van hun goede gezindheid daarin bestaat om de liefde tot God en tot hun naasten aan te kweken, en dat hun persoonlijke inspanning hun sfeer tot nuttigheid groter maakt, zullen ze zich bewust worden dat het een grote zegen is medearbeiders van Christus te zijn. De christelijke Kerk, in het algemeen, ontkent de eisen Gods op hen om offers te brengen van hetgeen ze bezitten om te kunnen strijden tegen de zedelijke duisternis, die de wereld overspoelt. Nooit kan het werk Gods vooruitgaan zoals het moet, tenzij de navolgers van Christus actieve, vlijtige arbeiders worden.USG1 379.3

    Een ieder persoonlijk in de gemeente moet aanvoelen dat de waarheid, die hij bezit, een realiteit is, en allen moeten onbaatzuchtige arbeiders zijn. Sommige rijken zijn geneigd te gaan mopperen, omdat Gods werk zich uitbreidt en meer geld nodig is. Ze zeggen dat er aan al die aanvragen om gelden geen einde is. Het ene object na het andere komt tot stand, dat hulp nodig heeft. Tot dezulken willen we gaarne zeggen, dat we hopen, dat het werk Gods zo zal groeien, dat er meer gelegenheid en veelvuldiger aanvragen komen om de kas te stijven ten einde hef werk voort te zetten.USG1 380.1

    Indien het plan van systematisch geven*Noot: Zie noot op blz. 339door een ieder persoonlijk werd aangenomen en uitgevoerd, zou er voortdurend geld in kas zijn. De inkomsten zouden binnenkomen in een altijd vloeiende stroom, die doorlopend gevoed zou worden door overvloedige gaven. Het aalmoezen-geven is een onderdeel van de godsdienst van het Evangelie. Legt de overweging van de oneindige prijs, voor onze verlossing betaald, geen bijzondere verplichting op ons, en vraagt dat niet om al onze krachten te wijden aan het werk van de Meester?USG1 380.2

    We zullen straks een schuld te vereffenen hebben met de Meester, wanneer Hij zal zeggen: “Geef rekenschap van uw rentmeesterschap.” Lukas 16:2. Wanneer mensen verkiezen om de eisen Gods van zich af te schuiven en zelfzuchtig te houden alles wat Hij hun gegeven heeft, zal Hij voor ‘t ogenblik niets zeggen, en doorgaan hen te beproeven door Zijn goedheid en zegeningen over hen uit te storten, en zij zullen eer ontvangen van mensen, zonder in de gemeente berispt te worden; maar straks komt de tijd dat Hij zal zeggen: “Geef rekenschap van uw rentmeesterschap.” In dit verband zegt Christus: “Voor zoveel gij dit een van deze minsten niet gedaan hebt, zo hebt gij het Mij ook niet gedaan.” Mattheüs 25 : 45. “Gij zijt uwszelven niet, want gij zijt gekocht voor een prijs” (Eng. vert.) en staat onder de verplichting God te verheerlijken met uw middelen, als ook in uw lichaam en in uw geest, die Hem toebehoren. “Gij zijt gekocht voor een prijs”, “niet door vergankelijke dingen, zilver of goud”, “maar door het dierbaar bloed van Christus.” Hij verlangt een teruggave van de schenkingen, die Hij ons heeft toevertrouwd om te helpen in de redding der zielen. Hij heeft Zijn bloed gegeven; Hij vraagt ons zilver. Door Zijn armoede zijn wij rijk geworden; en zullen we dan weigeren Hem Zijn eigen schenkingen terug te geven?USG1 380.3

    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents