Loading...
Larger font
Smaller font
Copy
Print
Contents
Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 1 - Contents
  • Results
  • Related
  • Featured
No results found for: "".
  • Weighted Relevancy
  • Content Sequence
  • Relevancy
  • Earliest First
  • Latest First
    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents

    HOOFDSTUK 10—DE ZIFTING

    Op 20 November 1857 werd mij Gods volk getoond, en ik zag hoe geweldig ze geschud werden. Sommigen, met een sterk geloof en kreten van zielsangst, smeekten tot God. Hun gezichten waren bleek en daarover lag 1857, Vol. 1, blz. 179-184 een diepe angst, als gevolg van hun innerlijke strijd. Vastberadenheid en ernst kenmerkten hun gelaat, terwijl grote zweetdruppels langs hun voorhoofd liepen. Nu en dan wilde hun gelaat opklaren, wanneer God Zijn welgevallen betoonde, maar dan kwam weer over hen diezelfde plechtige, ernstige, angstige blik *)“Blaast de bazuin te Zion, heiligt een vasten, roept een verbodsdag uit, verzamelt het volk, heiligt de gemeente, vergadert de oudsten . . . Laat de priesters, des Heren dienaars, wenen tussen het voorhuis en het altaar, en laat hen zeggen: Spaar Uw volk, o Here, en geef Uw erfenis niet over tot een smaadheid, dat de heidenen over hen zouden heersen; waarom zouden zij onder de volken zeggen: Waar is hunlieder God?” Joël 2 : 15-17).
    “Onderwerpt u dan Gode; wederstaat de duivel en hij zal van u vlieden. Naakt tot God, en Hij zal tot u naken. Reinigt de handen, gij zondaars, en zuivert de harten, gij dubbelhartigen! Gedraagt u als ellendigen, en treurt en weent; uw lachen worde veranderd in treuren en uw blijdschap in bedroefdheid. Vernedert u voor de Here en Hij zal u verhogen.” Jacobus 4 : 7-10.
    “Doorzoek u zelf nauw, ja, doorzoek nauw, gij volk, dat met geen lust bevangen wordt! Eer het besluit bare (gelijk kaf gaat de dag voorbij), terwijl de hittigheid van des Heren toorn over ulieden nog niet komt; terwijl de dag van de toorn des Heren over ulieden nog niet komt. Zoekt de Here, alle gij zachtmoedigen des lands, die Zijn recht werkenl Zoekt gerechtigheid, zoekt zachtmoedigheid, misschien zult gij verborgen worden in de dag van de toorn des Heren.” Zefanja 2 : 1—3.
    USG1 58.2

    Boze engelen drongen zich rondom hen, en omhulden hen met hun duisternis, om Jezus buiten hun gezicht te sluiten, opdat hun ogen zich zouden richten op de duisternis rondom hen, en zij God zouden gaan wantrouwen om dan tegen Hem te gaan murmureren. Hun enige veiligheid lag in het opwaarts gericht houden hunner ogen. Engelen Gods hielden de wacht over Zijn volk, en wanneer deze angstige zielen met de vergiftigende atmosfeer van de boze engelen werden omhuld, wuifden de hemelse engelen aanhoudend met hun vleugelen boven hen, om de dikke duisternis te verdrijven.USG1 59.1

    Sommigen, zo zag ik, namen niet deel aan dit werk van zielestrijd en smeken. Zij schenen onverschillig en zorgeloos. Zij weerstonden de duisternis rondom hen niet, en die omsloot hen gelijk een dikke wolk. De engelen Gods trokken zich van dezen terug, en ik zag ze ter hulp snellen naar diegenen, die met al hun krachten worstelden om de boze engelen te weerstaan, terwijl zij probeerden zich zelven te helpen door volhardend tot God te roepen. Maar de engelen verlieten hen, die zich niet inspanden om zichzelven te helpen, en ik verloor dezen uit het oog. Wanneer de biddenden doorgingen met hun ernstig smeken, kwam af en toe een lichtstraal van Jezus over hen, om hen te bemoedigen en een glans over hun gelaat te brengen.USG1 59.2

    Ik vroeg de betekenis van het schudden, dat ik had gezien, en mij werd getoond, dat dit veroorzaakt zou worden door het ongezouten getuigenis, vervat in de raadgeving van de waarachtige Getuige aan de Laodicensen. Dit zal zijn uitwerking hebben op het hart van de ontvanger, en dat zal hem er toe brengen de banier te verheffen en de volle waarheid te verkondigen. Sommigen kunnen dat duidelijk getuigenis niet verdragen. Zij zullen daartegen in opstand komen, en dit zal een schudding, een zifting onder Gods volk veroorzaken.USG1 60.1

    Het getuigenis van de waarachtige Getuige is lang niet genoeg ter harte genomen. Het plechtig getuigen, waarvan hef lot van de Gemeente afhangt, is lichtvaardig opgenomen, zo niet geheel over het hoofd gezien. Dit getuigenis moet een grondige bekering bewerken, en allen, die het waarlijk aannemen, zuilen het gehoorzamen en er door gereinigd worden.USG1 60.2

    De engel zeide: “Luister!” Weldra hoorde ik een geluid dat klonk als van vele muziekinstrumenten, alle volmaakt van toon, liefelijk en harmonieus. Hef ging alle muziek te boven, die ik ooit had gehoord. Het scheen zo vol genade, vol mededogen, de heiligste vreugde ademend. Het doortrilde mijn gehele wezen. De engel zeide: “Zie!” Mijn aandacht werd toen geleid op de groep, die ik gezien had, die zo krachtig geschud waren. Ik zag degenen, die ik tevoren aanschouwd had, wenend en biddend met een beklemd gemoed. De hen bewakende engelen waren in aantal verdubbeld, en zij waren van het hoofd tot de voeten bekleed met een wapenrusting. Zij gingen voorwaarts in volmaakte orde, met vaste tred, gelijk een compagnie soldaten. Hun gezichten weerspiegelden de ernstige strijd, die ze hadden gestreden, de adembenemende worsteling, die ze hadden meegemaakt. Hoewel op hun gelaat nog de innerlijk doorleefde angst te lezen stond, straalden deze nochtans van het licht en de heerlijkheid des hemels. Zij hadden de overwinning behaald, en dat veroorzaakte bij hen de diepste dankbaarheid, en een heilige, geheiligde vreugde.USG1 60.3

    In aantal was deze groep kleiner geworden. Sommigen waren door de zifting uitgevallen en onderweg achtergebleven*)“Ik weet uw werken, dat gij noch koud zijt, noch heet; och, of gij koud waard, of heet! Zo dan, omdat gij lauw zijt, en noch koud noch heet. Ik zal u uit Mijn mond spuwen. Want gij zegt: Ik ben rijk en verrijkt geworden, en heb geens dings gebrek; en gij weet niet, dat gij zijt ellendig, en jammerlijk, en arm, en blind, en naakt.” Openbaring 3 :15-17..De zorgelozen en onverschilligen, die zich niet schaarden onder hen, die de overwinning en de zaligheid hoog genoeg waardeerden om daarvoor volhardend te bidden en te worstelen, verkregen die niet en zij werden in duisternis achter gelaten, maar hun plaatsen werden onmiddellijk ingenomen door anderen, die de waarheid aannamen en zich in de rijen schaarden. Nog steeds drongen de boze engelen om hen heen, maar zij konden geen macht over hen verkrijgen**)“Want wij hebben de strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de geweldhebbers der wereld, der duisternis dezer eeuw, tegen de geestelijke boosheden in de lucht. Daarom neemt aan de gehele wapenrusting Gods, opdat gij kunt wederstaan in de boze dag, en alies verricht hebbende, staande blijven. Staat dan, uw lenden omgord hebbende met de waarheid, en aangedaan hebbende het borstwapen der gerechtigheid; en de voeten geschoeid hebbende met bereidheid van het Evangelie des vredes; bovenal aangenomen hebbende het schild des geloofs, met hetwelk gij al de vurige pijlen des bozen zult kunnen uitblussen. En neemt de helm der zaligheid, en het zwaard des Geestes, hetwelk is Gods Woord; met alle bidding en smeking, biddende te allen tijde in de Geest, en tot hetzelve wakende met alle gedurigheid en smeking voor al de heiligen”. Efeze 6 : 12-18.USG1 61.1

    Ik hoorde degenen, die de wapenrusting aan hadden, de waarheid met grote macht verkondigen. Dat had resultaat. Ik zag degenen, die gebonden geweest waren; sommige vrouwen waren gebonden geweest door hun mannen en sommige kinderen waren gebonden geweest door hun ouders. De eerlijken, die men had tegengehouden of belet had de waarheid te horen, namen die nu gretig aan. Alle vrees voor hun familie was verdwenen. De waarheid alleen werd door hen geprezen. Die was hun dierbaarder en kostbaarder dan het leven. Zij hadden gehongerd en gedorst naar de waarheid. Ik vroeg, hoe die grote verandering was tot stand gekomen. Een engel antwoordde: “Dat is de spade regen, de verkoeling voor het aangezicht des Heren, de luide roep van de derde engel.”USG1 61.2

    Een grote kracht bezielde deze uitverkorenen. De engel zeide: “Zie!” Mijn aandacht werd gevestigd op de goddelozen of ongelovigen. Zij allen waren druk in de weer. De ijver en de kracht van Gods volk hadden hen wakker gemaakt en verbitterd. Verwarring, verwarring heerste aan alle kanten. Ik zag dat maatregelen genomen werden tegen diegenen, die de kracht en het licht Gods bezaten. De duisternis om hen heen werd dikker en dikker, nochtans daar stonden zij, Gods goedkeuring wegdragende, en hun vertrouwen stellende op Hem. Ik zag, hoe ze in verwarring gebracht waren. Dan hoorde ik hen vurig tot God roepen. Dag en nacht hield hun roepen niet op*)“Zal God dan geen recht doen Zijn uitverkorenen, die dag en nacht tot Hem roepen, hoewel Hij lankmoedig is over hen? Ik zeg u, dat Hij hun haastelijk recht doen zal. Doch de Zoon des mensen, als Hij komt, zal Hij ook geloof vinden op aarde?” Lukas 18 : 7, 8 Zie ook Openbaring 14 : 14, 15.. Ik hoorde deze woorden: “Uw wil, o God, geschiede! Indien het Uw Naam kan verheerlijken, geef dan Uw volk een uitweg ter ontkoming. Verlos ons van de heidenen rondom ons! Zij hebben het doodvonnis over ons uitgesproken; maar Uw arm kan verlossing brengen.” Dat zijn al de woorden, die ik mij kan herinneren. Allen schenen een diep gevoel te hebben van hun on-waardigheid, en manifesteerden een algehele onderwerping aan de wil van God. Nochtans, evenals Jacob, was een ieder, zonder enige uitzondering, vurig aan het smeken en worstelen om verlossing.USG1 62.1

    Spoedig nadat zij met hun vurig smeken begonnen waren, wilden de engelen, uit sympathie voor hen, weggaan om voor hun verlossing zorg te dragen. Maar een grote, bevelvoerende engel, stond hun dat niet toe. Hij zeide: “De wil van God is nog niet vervuld. Zij moeten de beker drinken. Zij moeten met de doop gedoopt worden.”USG1 62.2

    Spoedig hoorde ik de stem van God, die de hemelen en de aarde deed beven **)“De Here zal uit Zion brullen, en uit Jeruzalem Zijn stem geven, dat hemel en aarde beven zullen; maar de Here zal de Toevlucht Zijns volks, en de Sterkte der kinderen Israëls zijn.” Joël 5 : 16. Zie ook Hebreeën 12 : 26; Openbaring 16 : 17.. Er was een geweldige aardbeving. Gebouwen werden neergesmakt en vielen aan alle kanten. Dan hoorde ik een triomfantelijk overwinningsgeschal, luid, harmonisch en helder. Ik keek naar diegenen, die kort tevoren nog zo in wanhoop en gebondenheid waren geweest. Hun banden waren weggenomen. Een heerlijk licht bescheen hen. Hoe schoon zagen zij er toen uit! Alle vermoeidheid en groeven van de zorgen waren verdwenen; gezondheid en schoonheid zag men op ieders gelaat. Hun vijanden, de heidenen rondom hen, vielen als doden. Zij konden hef licht niet verdragen, dat op de verlosten, de heiligen scheen. Dit licht en deze heerlijkheid bleven op hen, tot Jezus werd gezien in de wolken des hemels, en deze getrouwen, deze beproefden werden in één moment, in één punt des tijds, veranderd van heerlijkheid tot heerlijkheid. De graven werden geopend en de heiligen kwamen daaruit, bekleed met onsterfelijkheid, roepende: “Overwinning over de dood en het graf!” en tezamen met de levende heiligen, werden zij opgenomen om hun Here in de lucht te ontmoeten, terwijl een aanhoudend, harmonisch geschal van heerlijkheid en overwinning uit de mond der onsterfelijken opsteeg.USG1 63.1

    * * * * *

    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents