Loading...
Larger font
Smaller font
Copy
Print
Contents
Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 1 - Contents
  • Results
  • Related
  • Featured
No results found for: "".
  • Weighted Relevancy
  • Content Sequence
  • Relevancy
  • Earliest First
  • Latest First
    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents

    TIJD OM TE WERKEN

    Mij werd getoond dat Gods volk wacht op een of andere plaatsgrijpende verandering — een dwingende kracht, die op hen beslag zal leggen. Maar ze zullen teleurgesteld worden, want ze hebben het mis. Zij moeten tot daden overgaan, zij moeten zelven het werk aanpakken en vurig tot God bidden om een goede zelf-kennis. De tonelen, die zich rondom ons afspelen, zijn voldoende belangrijk om ons te doen ontwaken, en de waarheid te brengen in de harten van allen, die willen luisteren. De oogst van de aarde is zo goed als rijp.USG1 88.2

    Mij werd getoond, hoe belangrijk het is, dat predikanten, die aan het plechtige, verantwoordelijke werk om de boodschap van de derde engel te verkondigen, verbonden zijn, goed staan. De Here is niet verlegen om middelen of werktuigen, waarmede Hij Zijn eigen werk kan doen. Hij kan spreken te allen tijde, door wie Hij wil, en Zijn woord is krachtig en zal datgene tot stand brengen, waartoe het gezonden is. Maar indien de waarheid de handen en het hart niet geheiligd, gezuiverd en gereinigd heeft van hem, die het heilige bedient, dan is hij afhankelijk om te spreken volgens zijn eigen onvolmaakt beleven; en wanneer hij uit zichzelve spreekt, naar de ingevingen van zijn eigen ongeheiligd oordeel, dan is zijn raad niet uit God, maar uit hemzelve. Gezien hij, die door God geroepen is, geroepen is om heilig te zijn, zo moet hij, die erkend en apart gesteld is van de mensen, blijk geven van zijn heilige roeping, en in zijn hemelse gesprekken en gedrag tonen, dat hij trouw is aan Hem, die hem geroepen heeft.USG1 88.3

    Er zijn vreselijke weeën uitgesproken over hen, die de waarheid prediken, maar daardoor niet geheiligd zijn, alsook over degenen, die de ongeheiligden blijven ontvangen en handhaven om hen in woord en leer te dienen. Ik was verontrust over het volk Gods, dat belijdt een plechtige, belangrijke waarheid te geloven, want ik weet, dat velen van hen daardoor niet bekeerd, noch geheiligd zijn, Mensen kunnen de gehele waarheid horen en erkennen, en nochtans niets afweten van de kracht tot godsvrucht. Allen die de waarheid prediken, zullen per-soonlijk daardoor niet gered worden. In dat verband zei de engel: “Reinigt u, gij die de vaten des Heren draagt.” Jesaja 52 : 11.USG1 89.1

    De tijd is gekomen, dat zij, die door de Here verkozen zijn voor hun tegenwoordige en toekomstige taak, op Hem alleen hun vertrouwen moeten stellen. Een ieder, die godsvrucht belijdt, moet dat persoonlijk beleven. De verslaggevende engel houdt trouw aantekening van de woorden en daden van Gods volk. Engelen slaan de karakterontwikkeling gade en wegen zedelijke waarde af. Zij, die belijden de waarheid te geloven, moeten persoonlijk goed staan, en al hun invloed aanwenden om anderen het licht te brengen en voor de waarheid te winnen. Hun woorden en werken zijn het kanaal, waardoor de zuivere beginselen van waarheid en heiligheid aan de wereld worden overgebracht. Zij zijn het zout en het licht der aarde.USG1 89.2

    Ik zag, dat, wanneer we hemelwaarts opblikken, we licht en vrede zullen zien, maar, op de wereld ziende, zullen we ervaren dat elke toevlucht spoedig zal falen en elk bezit spoedig zal voorbij gaan. Er is geen hulp voor ons dan alleen in God; in deze staat van aardse verwarring kunnen we sterk en veilig gesteld worden enkel en alleen in de kracht van een levend geloof; noch kunnen we vrede hebben dan wanneer we blijven in God en wachten op Zijn zaligmaking. Groter licht schijnt op ons dan op onze vaders scheen. We kunnen door God niet aangenomen of geëerd worden, wanneer wedezelfde prestaties verrichten, of dezelfde werken doen, die onze vaders deden. Om door God aangenomen en gezegend te worden, zoals zij dat ervaren hebben, moeten we hun trouw en hun ijver navolgen — ons licht gebruiken zoals zij het hunne gebruikt hebben, — en doen zoals zij zouden gedaan hebben, wanneer ze in onze tijd hadden geleefd.USG1 90.1

    Wij moeten wandelen in het licht, dat op ons schijnt, anders zal dat licht duisternis worden. God eist van ons, dat we, in ons karakter en onze werken, aan de wereld laten zien die mate van eenheid en verbondenheid, welke in harmonie is met de heilige waarheden, die wij belijden, en met de geest van die profetieën, die in dit laatste der dagen in vervulling gaan. De waarheid, die tot ons begrip is doorgedrongen, en het licht, dat de ziel beschenen heeft, zullen ons oordelen en veroordelen, indien we ons afkeren en weigeren ons door deze te laten leiden.USG1 90.2

    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents