Loading...
Larger font
Smaller font
Copy
Print
Contents
Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 1 - Contents
  • Results
  • Related
  • Featured
No results found for: "".
  • Weighted Relevancy
  • Content Sequence
  • Relevancy
  • Earliest First
  • Latest First
    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents

    VRESELIJKE TONELEN STAAN ONS TE WACHTEN

    Wat zal ik zeggen om het overblijfsel van Gods volk wakker te roepen? Mij werd getoond, dat vreselijke tonelen ons te wachten staan. Satan en zijn engelen gaan zich met al hun krachten richten tegen Gods volk. Hij weet dat wanneer ze nog iets langer slapen, hij omtrent hen zekerheid heeft, want dan is hun vernietiging een gewisse zaak. Ik waarschuw al degenen, die de naam van Christus belijden, zichzelven nauw te onderzoeken en al hun verkeerdheden uit het diepst van hun ziel te belijden, opdat zij dan zo in het oordeel zullen verschijnen, en de registrerende engel naast hun namen vergiffenis kan noteren. Mijn broeder, mijn zuster, indien van deze kostelijke ogenblikken der genade geen gebruik gemaakt wordt, zult gij staan zonder enige ver-ontschuldiging. Wanneer gij u niet bijzonder inspant om uit uw slaap te ontwaken, wanneer gij geen berouw toont met uw ganse hart, zullen deze gouden ogenblikken spoedig voorbij zijn, en gij zult gewogen en te licht bevonden worden. Dan zal het gejammer in uw doodsstrijd niets helpen. Dan zullen de woorden des Heren van toepassing zijn: “Dewijl Ik geroepen heb, en gijlieden ge-weigerd hebt; Mijn hand uitgestrekt heb, en er niemand was, die opmerkte; en gij al Mijn raad verworpen, en Mijn bestraffing niet gewild hebt; zo zal Ik ook in ulieder verderf lachen; Ik zal spotten wanneer uw vreze komt. Wanneer uw vreze komt gelijk een verwoesting, en uw verderf aankomt als een wervelwind; wanneer u benauwdheid en angst overkomt; dan zullen zij tot Mij roepen, maar Ik zal niet antwoorden; zij zullen Mij vroeg zoeken, maar zullen Mij niet vinden; daarom, dat zij de wetenschap gehaat hebben, en de vreze des Heren niet hebben verkoren. Zij hebben in Mijn raad niet bewilligd; al Mijn bestraffingen hebben zij versmaad. Zo zullen zij eten van de vrucht van hun weg, en zich verzadigen met hun raadslagen. Want de afkering der slechten zal hen doden, en de voorspoed der zotten zal hen verderven. Maar die naar Mij hoort, zal zeker wonen, en hij zal gerust zijn voor de vreze des kwaads.” Spreuken 1 : 24—33.USG1 90.3

    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents