Loading...
Larger font
Smaller font
Copy
Print
Contents
Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 3 - Contents
  • Results
  • Related
  • Featured
No results found for: "".
  • Weighted Relevancy
  • Content Sequence
  • Relevancy
  • Earliest First
  • Latest First
    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents

    IEDEREEN EEN WACHTER

    leder die het licht der waarheid heeft aangenomen, staat, zo ver zijn mogelijkheden reiken, onder dezelfde verantwoordelijkheid als de profeet van Israël tot wie het woord kwam: “Gij nu, o mensenkind! Ik heb u tot een wachter gesteld over het huis Israëls, zo zult gij het woord uit Mijn mond horen en hen van Mijnentwege waarschuwen. Als Ik tof de goddeloze zeg: O goddeloze! gij zult de dood sterven —, en gij spreekt niet om de goddeloze van zijn weg af te manen, die goddeloze zal in zijn ongerechtigheid sterven, maar zijn bloed zal Ik van uw hand eisen. Maar als gij de goddeloze van zijn weg afmaant, opdat hij zich daarvan bekere, en hij zich van zijn weg niet bekeert, zo zal hij in zijn ongerechtigheid sterven, maar gij hebt uw ziel bevrijd.” Ezechiël 33: 7—9.USG3 297.2

    Moeten wij wachten tot de profetieën van hef einde zich vervuld hebben, alvorens iets daarvan te zeggen? Wat voor waarde zullen onze woorden dan hebben? Moeten we wachten tot Gods oordelen op de overtreder neerkomen alvorens we hem vertellen hoe hij daaraan kan ontkomen? Waar is ons geloof in het Woord van God? Moeten wij dingen die voorzegd zijn, zien gebeuren, alvorens wij zullen geloven wat Hij heeft gezegd? In duidelijke, heldere stralen is het licht tot ons gekomen om ons te laten zien dat de grote dag des Heren zeer nabij is, ja “voor de deur”. Laten we lezen en begrijpen vóór het te laat is.USG3 297.3

    Wij moeten toegewijde kanalen zijn waardooor het hemelse leven naar anderen kan stromen. De Heilige Geest moet de gehele gemeente bezielen en doortrekken en de harten reinigen en samenvoegen. Wie met Christus begraven zijn in de doop, moeten verrijzen tot nieuwheid des levens, en van het leven van Christus een levende uitbeelding geven. Een heilige taak is op ons gelegd. Het bevel is ons gegeven: “Gaat dan henen, onderwijst al de volken, hen dopende in de Naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes, lerende hen onderhouden alles wat Ik u geboden heb. En zie, Ik ben met ulieden al de dagen tot de voleinding der wereld.” Mattheüs 28 : 19, 20. Gij zijt tot het werk gewijd om het Evangelie der zaligheid bekend te maken. De volmaaktheid des hemels zal daarbij uw kracht zijn.USG3 298.1

    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents