Loading...
Larger font
Smaller font
Copy
Print
Contents
Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 3 - Contents
  • Results
  • Related
  • Featured
No results found for: "".
  • Weighted Relevancy
  • Content Sequence
  • Relevancy
  • Earliest First
  • Latest First
    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents

    ALLE DINGEN BEHOREN GOD TOE

    Al het goede dat de mens geniet, ontvangt hij door Gods genade. Hij is de grote, overvloedige Gever. Zijn liefde wordt aan allen geopenbaard in de rijkelijke voorziening voor de mens. Hij heeft ons een tijd der genade gegeven om ons karakter te vormen voor de hemelse hoven. En het is niet omdat Hij iets nodig heeft dat Hij ons vraagt om een gedeelte van ons bezit voor Hem af te zonderen.USG3 34.4

    De Here schiep elke boom in hef Paradijs aangenaam voor de ogen en goed als voedsel en Hij vroeg Adam en Eva van Zijn milddadigheid Vrijelijk te genieten. Maar Hij maakte één uitzondering. Van de boom des kennis des goeds en des kwaads mochten zij niet eten. Deze boom stelde God apart als een voortdurende herinnering dat Hij de eigenaar van alles is. Zo stelde Hij hen in de gelegenheid hun geloof fe tonen en op Hem te vertrouwen door hun volmaakte gehoorzaamheid aan Zijn geboden.USG3 35.1

    Zo is het ook gesteld met Gods aanspraken op ons. Hij plaatst Zijn goederen in de handen van mensen, maar eist dat een tiende trouw afgezonderd zal worden voor Zijn werk. Hij wil, dat dit gedeelte gelegd zal worden in Zijn schathuis. Het moet Hem gebracht worden als Hem toebehorend; het is geheiligd en moet gebruikt worden voor geheiligde doeleinden, ter ondersteuning van hen die de boodschap der zaligheid uitdragen tot aan de einden der wereld. Hij reserveert dit gedeelte, opdat de geldelijke middelen steeds in Zijn schathuis mogen vloeien en dat hef licht der waarheid gebracht mag worden aan hen die nabij en aan hen die veraf zijn. Door dit gebod trouw te gehoorzamen, erkennen wij dat alles God toe- behoort.USG3 35.2

    En heeft de Here niet het recht dit van ons fe vragen? Schonk Hij niet Zijn eniggeboren Zoon omdat Hij ons liefhad en ons van de dood wilde redden? En moeten daarom niet onze dankoffers in Zijn schathuis vloeien en daaruit genomen worden om op aarde Zijn Koninkrijk te bevorderen? Gezien God de eigenaar van al onze goederen is, behoren wij dan niet uit dankbaarheid tegenover Hem onze vrijwillige gaven en dankoffers fe brengen, aldus erkennende dat Hij de eigenaar is van ziel, lichaam, geest en goed? Zou Gods plan gevolgd zijn, dan zouden nu gelden in Zijn schathuis stromen, en fondsen beschikbaar zijn om zendelingen in staat te stellen nieuwe velden te betreden, en arbeiders zouden samenwerken met de zendelingen ten einde de banier der waarheid op te richten in de duistere plaatsen der aarde.USG3 35.3

    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents