Loading...
Larger font
Smaller font
Copy
Print
Contents
Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 3 - Contents
  • Results
  • Related
  • Featured
No results found for: "".
  • Weighted Relevancy
  • Content Sequence
  • Relevancy
  • Earliest First
  • Latest First
    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents

    HOOFDSTUK 68—EENHEID IN CHRISTUS JEZUS

    Terwijl ik de zitting bijwoonde van hef bestuur der Generale Conferentie, gehouden in september 1904, gingen mijn gedachten vooral uit naar de eenheid die in ons werk te vinden moet zijn. Ik was niet in staat al de vergaderingen bij te wonen, maar in de nachtelijke uren ging het ene toneel na het andere aan mijn geest voorbij, en ik voelde dat ik voor onze mensen in vele plaatsen een boodschap had.USG3 395.3

    Mijn hart is bezwaard wanneer ik zie dat, met zulke wonderbaarlijke aansporingen om onze krachten en ver-mogens op te voeren tof de hoogste trap van ontwikkeling, 1909, Vol. 9, blz. 184—188 wij al tevreden zijn wanneer we in het werk van Christus dwergen zijn. Het is Gods verlangen dat al Zijn arbeiders zullen opwassen tot de volle gestaltenis van mannen en vrouwen in Christus. Waar levenskracht is, is groei; de groei getuigt van levenskracht. De woorden en werken dragen in de wereld een levend getuigenis uit van wat het Christendom doet voor de navolgers van Christus.USG3 395.4

    Wanneer u het u toegewezen werk doet zonder twist of veroordeling van anderen, zal er een vrijmoedigheid, een licht en een kracht mee gepaard gaan die aan de instellingen en ondernemingen waaraan u verbonden bent, een goede reputatie en invloed zal verlenen.USG3 396.1

    Denkt er aan dat u nooit een gunstige positie inneemt, wanneer u verstoord bent en wanneer u zich gedrongen voelt om een ieder die in uw nabijheid komt, terecht te wijzen. Wanneer u aan de verleiding toegeeft anderen te critiseren, op hun fouten te wijzen, af te kammen wat zij doen, dan kunt u er zeker van zijn dat u zult falen om uw eigen werk tot in de puntjes te doen.USG3 396.2

    Dit is een tijd dat een ieder op een verantwoordelijke post en elk lid van de gemeente zijn werk in al zijn onderdelen in nauwe overeenstemming met de leer van Gods Woord moet brengen. Door onvermoeide waakzaamheid, door vurig gebed, door Christelijke woorden en daden, moeten we de wereld laten zien wat God ver-langt van Zijn gemeente.USG3 396.3

    Vanuit Zijn verheven positie zag Christus, de Koning der heerlijkheid, de Majesteit des hemels, in welke toestand de mensen verkeerden. Hij had medelijden met de mensen in hun zwakheid en zondigheid, en kwam naar de aarde om te laten zien wat God voor de mensen is. Terwijl Hij de koninklijke hoven verliet en Zijn Goddelijkheid bekleedde met menselijkheid, kwam Hijzelf naar de wereld om ten onze gunste tot een volmaakt karakter op te wassen. Hij verkoos niet te wonen onder de rijken der aarde. Hij werd geboren in armoede, uit nederige ouders en woonde in het verachte Nazareth. Zodra Hij oud genoeg was om het gereedschap te han teren, hielp Hij mede om hef onderhoud van het gezin te verdienen.USG3 396.4

    Christus vernederde Zichzelf om Zich te stellen aan hef hoofd der mensheid, om verzoekingen te ondergaan en de moeilijkheden te verduren die ook de mensheid verduren moest. Hij moest weten wat de mensheid te wachten heeft van de gevallen vijand, opdat Hij kon weten hoe Hij degenen die verzocht werden, kon te hulp komen.USG3 397.1

    En Christus is ook gesteld tot onze Rechter. De Vader is niet de Rechter en ook de engelen zijn dat niet. Hij Die in het menselijke vlees is gekomen, en in deze wereld een volmaakt leven leefde, zal ons rechten. Hij alleen kan onze Rechter zijn. Wilt u dit bedenken, broeders? Wilt u dit bedenken, predikanten? Wilt u dit bedenken, vaders en moeders? Christus kwam in de gestaltenis eens mensen opdat Hij onze Rechter kon zijn. Niemand van u is aangewezen een rechter over anderen te zijn. Wat u kunt doen, is, uzelf onder tucht te stellen. In de Naam van Christus smeek ik u, acht te slaan op de waarschuwing die Hij geeft om nooit op de rechterstoel te gaan zitten. Dag in dag uit heeft deze boodschap mij in de oren geklonken: “Kom af van die rechterstoel. Ca daar van af in alle ootmoed.”USG3 397.2

    Nooit is er een tijd geweest waarin hef van meer belang was dat wij onszelf zouden verloochenen en dagelijks het kruis zouden opnemen, dan nu. Tot hoever willen wij in die zelfverloochening gaan?USG3 397.3

    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents