Loading...
Larger font
Smaller font
Copy
Print
Contents
Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 3 - Contents
  • Results
  • Related
  • Featured
No results found for: "".
  • Weighted Relevancy
  • Content Sequence
  • Relevancy
  • Earliest First
  • Latest First
    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents

    HOOFDSTUK 73—DE GEEST VAN ONAFHANKELIJKHEID *)Manuscript gelezen voor de afgevaardigden op de Generale Conferentie, Washington D.C., 30 mei 1909.

    Voor ik Australië verliet en sinds ik in dit land ben aangekomen, ben ik onderricht dat er in Amerika een groot werk gedaan moet worden. Zij, die in het begin in het werk waren, zijn overleden. Slechts enkele pioniers verkeren nog in ons midden. Vele zware lasten die voorheen gedragen werden door mannen met een lange ervaring, vallen nu op de schouders van jongere mensen.USG3 420.1

    Deze overdracht van verantwoordelijkheden naar arbeiders wier ervaring nog min of meer beperkt is, houdt enkele gevaren in waartegen wij op onze hoede moeten zijn. Overal in de wereld ziet men een streven naar de oppermacht. De geest om zich af te scheiden van medewerkers, de geest van ontreddering zit als ‘t ware in de lucht die we inademen. Sommigen zien alle pogingen om orde en regel te handhaven, als gevaarlijk — als een beperking van de persoonlijke vrijheid, wat men derhalve evenzo moet vrezen als pauselijke overheersing. Deze misleide zielen zien het als een deugd zich te beroemen op hun vrijheid om onafhankelijk te denken en te doen. Ze komen er rond voor uit dat ze zich van de woorden van een ander niets aantrekken en dat ze niemand verantwoording schuldig zijn. Ik ben onderricht dat het Satans bijzonder streven is mensen te doen voelen dat het Gode behaagt wanneer ze hun eigen weg gaan en zich niet storen aan de raad van hun broeders.USG3 420.2

    Hierin ligt voor de bloei van ons werk een groot gevaar. Wij moeten te werk gaan in alle omzichtigheid, in alle bewustheid, in overeenstemming met het oordeel van Godvrezende raadgevers; want in deze wandel alleen ligt onze veiligheid en kracht. Anders kan God niet met ons, en door ons, en voor ons werken. 1909, Vol. 9, blz. 257—261 slagen zich tussen het volk in te dringen en het werk te ontredderen op een tijd waarin een gedegen organisatie een eerste voorwaarde is, alsook de grootste kracht om alle zelfverheffing te onderdrukken en aanspraken die niet gesteund worden door Gods Woord, af te wijzen! Wij moeten de teugels strak houden opdat het stelsel van organisatie en orde dat verkregen is door verstandige, nauwgezette arbeid, niet uiteenvalt. Aan wanordelijke elementen die in deze tijd het werk onder hun beheer willen brengen, moet geen volmacht verleend worden.USG3 420.3

    Sommigen hebben de gedachte naar voren gebracht dat, wanneer we het einde van de tijd naderen, elk kind van God onafhankelijk van enige godsdienstige organisatie moet handelen. Maar ik ben door de Here onderricht dat zoiets als de onafhankelijkheid van een ieder in dit werk niet bestaat. De sterren des hemels staan allen onder een wet en de ene beïnvloedt de andere om de wil van God te doen en gemeenschappelijk gehoorzaamheid te bewijzen aan de wet die hun beweging beheerst. En opdat het werk des Heren voorspoedig en krachtig vooruit zal gaan, moet Zijn volk zich aaneen sluiten.USG3 421.1

    De krampachtige, ongestadige handelingen van sommigen die beweren Christenen te zijn, kunnen vergeleken worden met het werk van sterke maar niet afgerichte paarden. Wanneer het ene paard aanzet om vooruit te gaan, zet het andere zich schrap om achteruit te gaan en op de stem van hun baas gaat het ene vooruit en het andere blijft onbeweeglijk staan. Wanneer in dit grote en belangrijke werk voor deze tijd de mensen niet één geheel willen vormen, zal er verwarring ontstaan. Het is geen goed teken wanneer mannen weigeren met hun broeders schouder aan schouder te staan en het werk liever op hun eigen houtje doen. Laten de arbeiders hun vertrouwen schenken aan de broeders die gerechtigd zijn op elke afwijking van de juiste beginselen de vinger te leggen. Wanneer mensen het juk van Christus dragen, kunnen zij niet los van elkander trekken, maar zij zullen dat gezamenlijk met Christus doen.USG3 421.2

    Sommige arbeiders trekken met al de kracht die God hun gegeven heeft, maar ze hebben nog niet geleerd dat ze dat niet alléén moeten doen. In plaats van zich af te zonderen, moeten ze zich inspannen met hun medearbeiders. Indien ze dat niet doen, zullen ze op de verkeerde tijd en op de verkeerde manier tot actie overgaan. Zij zullen vaak lijnrecht inwerken tegen wat God bedoelt en zo heeft hun werk nog minder waarde.USG3 422.1

    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents