Loading...
Larger font
Smaller font
Copy
Print
Contents
Patriarchen En Profeten - Contents
  • Results
  • Related
  • Featured
No results found for: "".
  • Weighted Relevancy
  • Content Sequence
  • Relevancy
  • Earliest First
  • Latest First
    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents

    HOOFDSTUK LXII—DAVID GEZALFD.

    EENIGE mijlen zuid van Jeruzalem, “de stad des grooten Konings,” ligt Bethlehem, waar David, de zoon van Jesse, geboren werd, meer dan duizend jaren eer het kind Jezus in de krib gelegd, en door de wijzen uit het Oosten werd aangebeden. Eeuwen voor des Zaligmakers geboorte, hield David, in het prille zijner jeugd, de wacht over zijns vaders kudde, die op de heuvelen rondom Bethlehem graasde. De eenvoudige herdersknaap zong de liederen, die hij zelf gedicht had, en de muziek zijner harp maakte een zoet akkoord met de melodie zijner bevallige stem. De Heere had David verkoren en kweekte hem, in zijn eenzaam herdersleven, op voor het werk, dat Hij hem in de latere levensjaren wilde te doen geven.PEP 654.1

    Terwijl David zijne dagen aldus als een nederigen herder doorbracht, sprak de Heere met Samuël over hem. “Toen zeide de Heere tot Samuël: Hoe lang draagt gij leed om Saul, dien Ik toch verworpen heb, dat hij geen koning zij over Israel? vul uwen hoorn met olie, en ga heen, Ik gal u zenden tot Isaï, den Bethlehemiet; want Ik heb Mij eenen koning onder zijne zonen uitgezien. . . . Neem een kalf van de runderen met u, en zeg: Ik ben gekomen om den Heere offerande te doen. En gij zult Isaï ten offer noodigen, en Ik zal u te kennen geven wat gij doen zult, en gij zult Mij zalven dien Ik u zeggen zal. Samuël nu deed hetgeen de Heere gesproken had, en hij kwam te Bethlehem. Toen kwamen de oudsten der stad bevende hem tegemoet, en zeiden: Is uw komst met vrede?”1Zie 1 Sam. 16. De oudsten namen de uitnoodiging tot het offer aan, en Samuël ontbood Jesse en zijne zonen. Het altaar werd gebouwd en de offerande gereed gemaakt, Het gansche huisgezin van Jesse was tegenwoordig op David, den jongsten, na, die thuis gelaten was om de wacht over het vee te houden.PEP 654.2

    Toen het offeren verricht was, en alvorens men zich aan het offermaal zette, begon Samuël zijn profetisch onderzoek van Jesse’s deftige zonen. Eliab was de oudste, en kwam in gestalte en schoonheid het meest met Saul overeen. Zijn bevallig uiterlijk en goed ontwikkeld lichaam trok des profeten aandacht. Terwijl Samuël zijne vorstelijke houding gadesloeg, dacht hij: Deze is zekerlijk de man, dien God tot Sauls opvolger verkoren heeft. Hij wachtte dan op de Goddelijke goedkeuring om hem te zalven. Maar Jehova zag het uiterlijke niet aan. Eliab vreesde den Heere niet. Ware hij op den troon geplaatst, hij zou een hoogmoedig en veeleischend heerscher geweest zijn. De Heere dan antwoordde Samuël: “Zie zijne gestalte niet aan, noch de hoogte zijner statuur, want Ik heb hem verworpen: want het is niet gelijk de mensch ziet, want de mensch ziet aan wat voor oogen is, maar de Heere ziet het hart aan.” Geene uitwendige schoonheid kan als eene aanbeveling der ziel bij God dienen. De wijsheid en de voortreffelijkheid, die in het karakter en den wandel aan den dag worden gelegd, drukken iemands ware schoonheid uit; en het is de innerlijke waarde, de voortreffelijkheid des harten, die den Heere der heirscharen welgevallig is. Deze waarheid behoorden wij goed te overwegen, wanneer wij ons zelven en anderen wegen. In Samuëls misslag kunnen wij zien hoe dwaas het is, waarde te hechten aan de bevalligheid des aangezichts of de hoogte der statuur. Wij kunnen er in zien hoe onbekwaam ‘s menschen wijsheid is om de geheimen van het hart of Gods raad te doorgronden, zonder eene bijzondere voorlichting uit de hoogte. Gods gedachten en wegen betrekkelijk Zijne schepselen gaan ons verstand oneindig te boven; wij mogen er echter van verzekerd zijn, dat Zijne kinderen juist in die betrekking zullen worden geplaatst, waarvoor zij geschikt zijn, en bekwaam gemaakt om het hun opgedragen werk te verrichten, indien zij zich aan Gods wil onderwerpen willen, zoodat Zijne welmeenende plannen niet door ‘s menschen verkeerdheid verijdeld worden.PEP 657.1

    Eliab ging Samuëls keuring voorbij, en de zes andere broeders, die bij de plechtigheid tegenwoordig waren, verschenen vervolgens voor den profeet; de Heere gaf echter niet te kennen, dat Hij een hunner verkoren had. Met eene pijnlijke onzekerheid keurde hij den laatsten jongeling; de profeet was verlegen. Hij wendde zich tot Jesse met de vraag: “Zijn dit al de jongelingen?” De vader antwoor de: “De kleinste is nog overig, en zie, hij weidt de schapen.” Samuël beval, dat men hem roepen zou, zeggende: “Wij zullen niet rondom aanzitten, totdat hij hier zal gekomen zijn.”PEP 657.2

    De eenzame schaapherder verschrikte, toen de onverwachte bode bij hem kwam en zeide, dat de profeet te Bethlehem was en hem ontboden had. Verwonderd vroeg hij, waarom Israels profeet en richter hem toch wilde spreken; doch onverwijld gaf hij aan de oproeping gehoor. “Hij nu was roodachtig, mitsgaders schoon van oogen en schoon van aanzien.” Toen Samuël met genoegen den bevalligen, dapperen, nederigen herdersknaap gadesloeg, kwam de stem des Heeren tot hem, zeggende: “Sta op, zalf hem, want deze is het.” David had zich kloekmoedig en getrouw gedragen in zijne nederige betrekking als herder, en nu verkoos God hem tot overste over Zijn volk. “Toen nam Samuël den oliehoorn, en hij zalfde hem in [uit] het midden zijner broederen. En de Geest des Heeren werd vaardig over David van dien dag en voortaan.” De profeet had zijn opgelegde taak verricht, en keerde met een verlicht hart naar Rama terug.PEP 658.1

    Samuël had het doel zijner komst zelfs niet aan Jesse’s huisgenooten bekend gemaakt, en David was heimelijk gezalfd. Deze zalving diende als een wenk voor den jongeling om hem te verstaan te geven welke hooge betrekking hem te wachten stond, opdat deze bewustheid hem, te midden van al de gevaren en afwisselende ervaringen, welke hij in de toekomst zou moeten doormaken, mocht aanmoedigen om Gode getrouw te blijven in het verrichten zijner levenstaak.PEP 658.2

    David werd niet hoovaardig op de groote eer, waarmede hij bekroond werd. Trots hij eene aanzienlijke betrekking zou innemen, bleef hij eenvoudig bij zijn werk, en liet God zorgen voor het schikken van den tijd en de omstandigheden. Even nederig en ingetogen als hij vóór de zalving was, even nederig keerde de herdersknaap naar de bergen terug, en even getrouw hield hij de wacht over de kudde. Doch met eene nieuwe inspiratie komponeerde hij zijne melodieën, en bespeelde zijne harp. Voor hem lag een prachtig landschap. De wijnstokken met hunne schoone trossen pronkten in de zon. De wouden, in hun groen gewaad gedost, werden door den wind bewogen. Hij zag de zon hare stralen over de hemelen uitgieten, en als een bruidegom uit zijnen slaapkamer uitgaan, vroolijk als een held om het pad te loopen. Daar waren de toppen der hooge bergen; en verre op den achtergrond verrezen de rotsen van Moabs bergen; en over alles was het blauwe uitspansel des hemels uitgespannen. En daarboven woonde God. Hij kon Hem niet zien, maar Zijne werken getuigden van Hem. Het daglicht, dat wouden en bergen, velden en stroomen verguldde, herinnerde hem aan den Vader der lichten, den Gever van alle goede gaven en volmaakte giften. Dagelijksche openbaringen van des Scheppers karakter vervulden het hart van den jeugdigen dichter met aanbidding en blijdschap. Door het bepeizen der werken Gods werden Davids verstand en hart ontwikkeld en versterkt voor hetgeen hij in latere jaren te verrichten had. Dagelijks kwam hij nauwer met God in gemeenschap. Herhaaldelijk drong hij tot in nieuwere diepten door, die hem thema’s voor zijne gezangen en muziek voor zijne harp verschaften. De aangename melodie zijner stem werd door de Zephirs ver in ‘t rond gedragen, en paarde zich aan het volgelenkoor, dat den lof des Scheppers verkondigde.PEP 658.3

    Wie weet hoeveel invloed deze jaren van arbeid en afzondering, dit verblijf te midden van de eenzame bergen op hem gehad hebben? De omgang met God en de studie der natuur, de zorg voor zijne kudde, de gevaren en de uitreddingen, de vreugde en het verdriet, zijn nederige stand, dit alles verstrekte niet alleen om Davids karakter te vormen en een weldadigen invloed op zijn toekomstig leven uit te oefenen, maar door de psalmen van Israels dichter werd zelfs in de navolgende eeuwen liefde en geloof in de harten van Gods kinderen verwekt, en zij nader gebracht tot het altoos minnende hart van Hem door wien alle schepselen leven.PEP 659.1

    In de volle kracht zijner jongelings jaren ontving David de vorming die hem voorbereidde om eene plaats onder de machtigsten der aarde in te nemen. Zijne talenten werden, als kostbare gaven van God, gebruikt om de heerlijkheid van den Gever te vermelden. De dagelijksche gelegenheid tot overpeinzing was noodig om hem die wijsheid en vroomheid deelachtig te doen worden, welke hem bij God en de engelen bemind maakten. Terwijl hij over des Scheppers volmaaktheden nadacht, leerde Hij diens wezen beter kennen. Duistere onderwerpen werden opgehelderd, moeilijkheden opgelost, zwarigheden uit den weg geruimd en iedere lichtstraal deed hem aan de blijdschap zijns harten lucht geven, en liefelijker gezangen van aanbidding aanheffen ter eere van zijnen God en Verlosser. De liefde, die hem drong, de droefenis, die hem overviel, de overwinningen door hem behaald allen maakten onderwerpen zijner overdenking uit; en terwijl hij de liefde Gods in al zijne levenservaringen gadesloeg, klopte zijn hart met meer dankbaarheid en aanbidding, zijne stem verhief zich met zoeter melodie, en zijne harp werd met meerder blijdschap bespeeld. Zoo ging de herdersknaap van kennis tot kennis en van kracht tot kracht voort, wijl de Geest des Heeren op hem rustte.PEP 659.2

    * * * * *

    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents