Voorwoord

In het hart van ieder mens, ongeacht tot welk ras hij behoort of tot welke stand hij gerekend wordt, is er een onuitsprekelijk verlangen naar iets dat hij op dit ogenblik niet bezit. Dit verlangen is in het wezen van de mens ingeplant door een barmhartige God, opdat niemand tevreden zou zijn met de huidige toestand of verworven bekwaamheden, hetzij deze slecht, goed of beter zijn. God verlangt, dat de mens het beste zal zoeken, en het zal vinden als een eeuwige zegen voor zijn ziel.DWE 5.1

Satan heeft, door een sluw plan en door bedrog, deze verlangens van het menselijk hart verdorven. Hij doet de mens geloven, dat dit verlangen verzadigd kan worden door vermaak, rijkdom, luxe, roem of macht; maar zij die aldus door hem bedrogen zijn (en zij zijn te vinden bij myriaden), hebben ervaren dat al deze dingen de zinnen gaan tegenstaan, en de ziel even dor en onverzadigd laten als voordien.DWE 5.2

Het is Gods plan, dat dit verlangen in het menselijk hart zou leiden tot Hem Die alleen in staat is het te verzadigen. Het verlangen is van Hem, opdat het mag leiden tot Hem, Die de volheid en de vervulling van dat verlangen is. Die volheid wordt gevonden in Jezus Christus, de Zoon van de eeuwige. God. “Want het is des Vaders welbehagen geweest, dat in Hem al de volheid wonen zou”.^{1Col. 1:19.} En ook is het waar, dat “gij in Hem volmaakt zijt”^{2Col. 2:10.} met betrekking tot ieder verlangen dat van Godswege ingeplant en overeenkomstig de regel gevolgd wordt.DWE 5.3

Het doel van dit boek is, Jezus Christus te brengen als Degene in Wie ieder verlangen verzadigd wordt. Er is menig “Leven van Christus” geschreven, uitnemende boeken, een grote hoeveelheid aan gegevens, uitgebreide verhandelingen over tijdrekenkunde en gelijktijdse geschiedenis, gewoonten en gebeurtenissen, met veel van de leerredenen en vele flitsen van het veelzijdige leven van Jezus van Nazareth. En toch moet naar waarheid gezegd worden: “De helft was ons niet aangezegd”.^{31 Kon. 10:7.}DWE 5.4

Het is echter niet de bedoeling van dit werk, een harmonie van de evangeliën te geven, of ook maar in een strikt chronologische volgorde de belangrijke gebeurtenissen en de uitnemende lessen uit het leven van Christus te vermelden; het doel is, de liefde van God, zoals die geopenbaard is in Zijn Zoon, voor te houden, de goddelijke schoonheid van het leven van Christus, waarin allen kunnen delen; maar niet om te voldoen aan de verlangens van hen die alleen nieuwsgierig zijn, noch aan de vragen van kleingeestige critici. Maar evenals Jezus Zijn discipelen tot Zich trok door de aantrekkelijkheid van Zijn eigen goedhed van karakter, en door Zijn persoonlijke tegenwoordigheid, door Zijn medelevend betoon en het delen in al hun zwakheden en noden, en door Zijn voortdurende omgang hun karakter veranderde van het aardsgezinde naar het hemelsgezinde, van zelfzucht naar zelfverloochening, van enghartige onwetendheid en vooroordeel naar groothartige kennis en de innige liefde voor zielen van alle volken en rassen; evenzo is het de bedoeling van dit boek zó de gezegende Verlosser uit te beelden, dat het de lezer een hulp is om tot Hem te komen van aangezicht tot aangezicht, van hart tot hart. Evenals de discipelen vanouds mochten ervaren, in Hem te vinden Jezus de sterke God, “Die volkomen kan zalig maken”^{4Hebr. 7:25.} en door Zijn goddelijk beeld allen die door Hem tot God gaan, te veranderen. En toch, hoe onmogelijk is het, Zijn leven te openbaren! Het is gelijk een poging om de stralende regenboog op het doek vast te leggen of in zwarte en witte tekens de lieflijkste muziek.DWE 5.5

In de volgende bladzijden heeft de schrijfster, een vrouw met een brede en grondige en lange ervaring in de dingen Gods, nieuwe schoonheden uit het leven van Jezus ontvouwd. Zij heeft menig nieuwe edelsteen te voorschijn gebracht uit de juwelenschrijn. Zij opent voor de lezer onvoorstelbare rijkdommen uit deze oneindige schatkamer. Nieuw en stralend licht schijnt vanaf menig bekende Schriftuurplaats, waarvan de lezer de diepte reeds lang meende te hebben vastgesteld. Om in het kort te zeggen: Jezus Christus wordt geopenbaard als de volheid der Godheid, de oneindig genadevolle Verlosser van zondaren, de Zon der Gerechtigheid, de barmhartige Hogepriester, de Geneesheer van alle menselijke kwalen en ziekten, de teder bewogen en medelijdende Vriend, de blijvende, altijd nabije en behulpzame Metgezel, de Vorst uit het huis van David, het Schild voor Zijn volk, de Vredevorst, de komende Koning, de eeuwige Vader, het hoogtepunt en de vervulling van de verlangens en de verwachtingen van alle eeuwen.DWE 6.1

Onder de zegen Gods wordt dit boek gepubliceerd, met de bede, dat de Here door Zijn Geest de woorden van dit boek moge maken tot woorden des levens voor vele zielen wier verlangens en wensen nog niet vervuld zijn; opdat zij Hem mogen kennen “en de kracht Zijner opstanding en de gemeenschap Zijns lijdens”,^{5Filipp 3:10.} en ten laatste door alle eeuwen van een ge-zegende eeuwigheid heen, mogen delen in die “verzadiging van vreugde” en die “eeuwige liefdelijkheden”^{6Ps. 16:11.} die de rijpe oogst zijn voor allen die Hem een en alles vinden: “uitblinkend boven tienduizend”^{7Hoogl. 5:10.} en “alles aan Hem bekoorlijk”.^{8Hoogl. 5:16.}DWE 6.2

De Uitgevers