Loading...
Larger font
Smaller font
Copy
Print
Contents
  • Results
  • Related
  • Featured
No results found for: "".
  • Weighted Relevancy
  • Content Sequence
  • Relevancy
  • Earliest First
  • Latest First
    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents

    Andere gelijkenissen

    Wie is wijs? Hij lette op deze dingen; Iaat men acht slaan op de gunstbewijzen des Heren.”

    Het werk der genezing

    De genezende kracht van God doordringt de hele natuur. Wanneer men in een boom snijdt, wanneer een mens wordt gewond of een been breekt, begint de natuur onmiddellijk het gebrokene te herstellen. Zelfs vóór de noodzaak bestaat, zijn de genezende krachten reeds aanwezig; en zodra er ergens een wond is, wijden al die krachten zich aan het herstel. Zo is het ook op geestelijk gebied. Vóór de zonde de behoefte aan herstel schiep, had God reeds in het geneesmiddel voorzien. Elke ziel die aan de verleiding toegeeft is door de vijand gewond, gekneusd; maar waar ook de zonde is, daar is de Heiland. Het is het werk van Christus om „te genezen die gebroken zijn van hart, om de gevangenen te prediken loslating.... om de verslagenen heen te zenden in vrijheid” (Luc. 4: 18, 19 - statenvert.).Ka 110.1

    Een sprekend beeld

    In dit werk moeten wij meehelpen. „Zo iemand op een overtreding betrapt wordt, helpt.... hem terecht” (Gal. 6:1). Het woord dat hier vertaald wordt door „terecht helpen”, betekent in feite het opnieuw zetten van een ontwricht lichaamslid. Wat een sprekend beeld is dit! Hij die in dwaling of zonde valt, heeft het verband met alles om hem heen verloren. Hij mag zich zijn fout bewust zijn en daar spijt over hebben, maar hij kan zichzelf niet helpen. Hij verkeert in verwarring en angst, hij is overweldigd en hulpeloos. Iemand moet hem terugwinnen, genezen, weder oprichten. „Gij die geestelijk zijt, helpt hem terecht.”Ka 110.2

    Alleen liefde biedt genezing

    Alleen de liefde die vloeit uit het hart van Christus kan genezing brengen. Alleen degene, in wie die liefde aanwezig is, zoals het sap in de boom en het bloed in het lichaam, kan de gewonde ziel helen. De middelen der liefde hebben een wonderlijke kracht, want ze zijn van Goddelijke oorsprong. Het zachte antwoord dat „de grimmigheid afkeert”, de liefde die „lankmoedig en goedertieren” is, die „tal van zonden bedekt” (Spr. 15 :1; 1 Cor. 13:4; 1 Petrus 4: 8) — wanneer wij die les eens zouden leren, met welk een genezende kracht zou ons leven dan begiftigd zijn! Welk een verandering zou ons leven ondergaan, terwijl de aarde een beeld en voorsmaak van de hemel zou bieden!Ka 110.3

    Deze kostelijke lessen kunnen op zo’n eenvoudige wijze worden onderwezen, dat zelfs kleine kinderen ze begrijpen. Het hart van het kind is teer en ontvankelijk; en wanneer wij die ouder zijn „als de kinderkens” (Matth. 18 : 3) worden, wanneer wij de eenvoud en minzaamheid en tedere liefde van de Heiland in ons opnemen, zal het voor ons niet zo moeilijk zijn om met de harten der kleinen contact te krijgen teneinde hen in de genezende arbeid der liefde op te voeden.Ka 111.1

    Volmaaktheid in kleine dingen

    Volmaaktheid bestaat zowel in de kleinste als in de grootste werken Gods. De hand die de werelden in het luchtruim plaatste, is ook de hand die de bloemen op het veld hun vorm gaf. Bekijk eens onder de microscoop het kleinste en gewoonste bloempje dat langs de weg groeit, en men zal in al zijn onderdelen de buitengewone schoonheid en volmaaktheid ontdekken. Zo kan in het nederigste levenslot ware voortreffelijkheid gevonden worden; de gewoonste bezigheden verricht met een liefdevolle trouw, zijn heerlijk in Gods oog. Een nauwgezette aandacht, besteed aan kleine dingen, zal ons tot Zijn medearbeiders maken en zal ons de lof doen geworden van Hem Die alles ziet en weet.Ka 111.2

    De regenboog

    De regenboog die met zijn boog van licht de hemelen omspant, is een teken van „het eeuwig verbond tussen God en alle levende wezens” (Gen. 9:16). En de regenboog die de troon des Allerhoogstens omgeeft, is ook voor Gods kinderen een teken van Zijn verbond des vredes.Ka 111.3

    Zoals de boog in de wolken ontstaat door de verbinding van zonneschijn en regen, zo stelt de boog boven Gods troon de verbinding voor van Zijn genade en gerechtigheid. Tot de zondige, maar berouwvolle ziel zegt God: Leef; „de losprijs heb Ik verkregen” (Job. 33 :24).Ka 111.4

    „Zoals Ik gezworen heb dat de wateren van Noach niet meer over de aarde zouden komen, zo heb Ik gezworen, dat Ik niet meer toornig op u zal zijn noch u zal dreigen. Want bergen mogen wijken en heuvelen wankelen, maar Mijn goedertierenheid zal van u niet wijken en Mijn vredesverbond zal niet wankelen, zegt uw Ontfermer, de Here” (Jes. 54 : 9, 10).Ka 112.1

    De sterren

    Ook de sterren hebben een bemoedigende boodschap voor ieder menselijk wezen. In die uren die over allen komen, wanneer het hart zwak is en de verzoeking zich opdringt; wanneer hinderpalen onoverkomelijk schijnen en de doelstellingen des levens onbereikbaar zijn en zijn schitterende beloften gelijk appelen van Sodom, waar kan dan zulke moed en standvastigheid gevonden worden als in de les die God ons wil leren uit de sterren in hun bestendige loop?Ka 112.2

    „Er blijft niet één achter”

    „Heft uw ogen naar omhoog en ziet: wie heeft dit alles geschapen? Hij die het heir daarvan in grote getale uitleidt en elk daarvan bij name roept door de grootheid Zijner sterkte en omdat Hij geweldig van kracht is; er blijft niet één achter. Waarom zegt gij, o Jacob en spreekt, o Israël: mijn weg is voor de Here verborgen en mijn recht gaat aan mijn God voorbij? Weet gij het niet, hebt gij het niet gehoord? Een eeuwig God is de Here, Schepper van de einden der aarde. Hij wordt noch moede noch mat, Zijn verstand is niet te doorgronden. Hij geeft de moede kracht en de machteloze vermeerdert Hij sterkte”.Ka 112.3

    ,,Ik help u”

    „Vrees niet, want Ik ben met u; zie niet angstig rond, want Ik ben uw God. Ik sterk u, ook help Ik u, ook ondersteun Ik u met Mijn heilrijke rechterhand”.Ka 112.4

    „Ik, de Here, uw God, grijp uw rechterhand vast, Die tot u zegt: Vrees niet, Ik help u” (Jes. 40 :26-29; 41:10, 13).Ka 112.5

    De Palmboom

    De palmboom, bloot staande aan de verzengende stralen der zon en de heftige zandstormen, staat met zijn groen bladerdak, bloeiende en vrucht voortbrengende in het midden van de woestijn. Zijn wortelen zuigen het water uit levende waterbronnen. Zijn groene bladeren zijn in de eenzame, verschroeide vlakte reeds van verre zichtbaar, en de van dorst versmachtende reiziger sleept zich moeizaam voort naar de verkoelende schaduw en het leven gevende water.Ka 112.6

    De boom in de woestijn is een symbool van wat in Gods oog het leven Zijner kinderen in deze wereld moet zijn. Zij moeten vermoeide zielen, vol onrust, die op het punt staan in de woestijn der zonde om te komen, brengen tot de levende wateren. Zij moeten hun medemensen wijzen op Hem Die de uitnodiging doet: „Indien iemand dorst heeft, hij kome tot Mij en drinke” (Joh. 7:37).Ka 113.1

    De rivier en de beek

    De brede, diepe rivier die voor de handel en het verkeer der volken een verbindingsschakel vormt, wordt alom gewaardeerd als een wereldwijde zegen; maar hoe staat het met de kleine beekjes welke deze geweldige stroom doen vloeien? Zouden die er niet zijn, dan zou de rivier verdwijnen. Zijn bestaan is daarvan afhankelijk. Zo worden mannen, die geroepen zijn een of ander groot werk te leiden, geëerd, als ware het succes daarvan alleen aan hen te danken; maar dat succes vereist de trouwe medewerking van ontelbare nederige arbeiders — arbeiders, van wie de wereld niets weet.Ka 113.2

    Onbekende zwoegers

    Ondankbare opdrachten, arbeid die niet wordt gewaardeerd — ziedaar het lot van de meeste zwoegers in de wereld. En door een dergelijk lot ontstaan legers van ontevredenen. Zij hebben het gevoel dat zij hun leven verknoeien. Maar het kleine beekje dat geruisloos voortkabbelt langs bos en veld, gezondheid, vruchtbaarheid en schoonheid voortbrengend, is op zijn manier even nuttig als de brede rivier. En door bij te dragen tot het bestaan van de rivier, helpt het mee dat tot stand te brengen, waartoe het alléén niet in staat zou zijn.Ka 113.3

    Dit is een les voor heel veel mensen. Maar al te vaak wordt talent verafgood en gaat de begeerte te veel uit naar de hoogste plaats. Er zijn te veel mensen die niets willen doen of ze moeten als leiders erkend worden; er zijn ook te veel mensen die van alle kanten lof willen ontvangen en anders hebben zij voor het werk geen belangstelling. Wat we moeten leren is in alle getrouwheid het beste gebruik te maken van de talenten en kansen die we hebben en tevreden te zijn met het lot, ons door de Hemel opgelegd.Ka 113.4

    De kleine schepselen der aarde

    „Vraag toch het gedierte, en het zal u onderrichten; het gevogelte des hemels, en het zal u inlichten.... ; laat de vissen der zee het u vertellen”. „Ga tot de mier.... zie haar wegen”. „Ziet naar de vogelen des hemels”. „Let op de raven” (Job 12: 7, 8; Spr. 6:6; Matth. 6:26; Luc. 12 : 24).Ka 114.1

    Over deze schepselen Gods moeten wij het kind niet enkel vertellen. De dieren zelf moeten zijn leermeesters zijn. De mieren leren lessen van geduldige vlijt, van volharding in het overwinnen van moeilijkheden, van zorgen voor de toekomst.Ka 114.2

    Een les van vertrouwen

    En de vogels leren ons de prettige les van vertrouwen. Onze hemelse Vader zorgt voor hen; maar zij moeten het voedsel zoeken, zij moeten hun nesten bouwen en hun jongen groot brengen. Elk ogenblik lopen ze gevaar door vijanden gedood te worden. En toch, hoe opgewekt doen ze hun taak! hoe blij gestemd laten ze hun liederen schallen!Ka 114.3

    Wat een prachtige beschrijving geeft de Psalmist van Gods zorg voor de dieren van het woud, —Ka 114.4

    „De hoge bergen zijn voor de steenbokken;Ka 114.5

    de rotsen een schuilplaats voor de klipdassen”.Ka 114.6

    Hij laat de beekjes tussen de heuvelen lopen, waar de vogelen hun nesten hebben en „van tussen de takken laten zij hun lied horen”. Al de dieren van de wouden en de heuvelen vormen een onderdeel van Zijn grote huishouding. Hij „doet Zijn hand open en verzadigt met welbehagen al wat leeft” (Ps. 104 :18, 12; 145 : 16).Ka 114.7

    De adelaar

    De adelaar van de Alpen wordt soms door de storm neergeslagen in de nauwe engten der bergen. Stormwolken sluiten deze machtige vogel der bossen in en hun grauwe massa’s scheiden hem van de zonnige hoogten waar hij zijn nest heeft gebouwd. Zijn ontsnappingspogingen schijnen tevergeefs. Hij schiet uit naar links en naar rechts en slaat de lucht met zijn sterke wieken, terwijl zijn geschreeuw tussen de bergen weergalmt. Eindelijk, met een triomfkreet, schiet hij naar boven, doorboort de wolkenmassa en is weer in het helle zonlicht, met de duisternis en de storm ver beneden zich. Zo ook kunnen wij ons bevinden te midden van moeilijkheden, ontmoediging en duisternis.Ka 114.8

    Boven de wolken

    Bedrog, rampen, ongerechtigheid sluiten ons in. Er zijn wolken, waar wij niet onderuit kunnen komen. Tevergeefs vechten wij tegen de omstandigheden. Er is één, maar ook slechts één weg ter ontkoming. Mist en nevel omhullen de aarde; boven de wolken schijnt Gods licht. Naar het zonlicht Zijner tegenwoordigheid kunnen wij oprijzen op de vleugelen des geloofs.Ka 115.1

    Andere beelden

    Op deze manier kunnen wij tal van lessen leren. Zelfvertrouwen van de boom die, staande op een vlakte of berghelling in alle eenzaamheid, diep geworteld staat in de aarde en in zijn ruwe kracht de storm weerstaat. De kracht die lang geleden er op ingewerkt heeft, ziet men in de verweerde, krom gegroeide boomstam, die als jonge boom door een storm is gebogen en door geen aardse macht in zijn rechte lijn kan worden hersteld. Het geheim van een heilig leven is te zien in de waterlelie die aan de rand van een slikkerige poel, te midden van onkruid en afval, met haar wortels is geplant in de zuivere grond op de bodem en, zich daaruit voedend, haar geurende bloemen ontvouwt in een smetteloze reinheid.Ka 115.2

    Leer de kinderen het zien en waarnemen

    Terwijl aldus de kinderen en opgroeiende jeugd door hun onderwijzers en leerboeken feitenkennis verkrijgen, moet hun ook geleerd worden, voor zichzelf lessen te trekken en de waarheid te onderscheiden. Vraag hun, wanneer ze met hun tuintje bezig zijn, wat ze leren uit de verzorging van hun planten. Zien ze een prachtig landschap, vraag hun dan waarom God de bossen en de velden met zulke prachtige, rijk gevariëerde schakeringen bekleedde. Waarom was niet alles gekleurd in een somber bruin? Wanneer ze de bloemen plukken, wijs hen er dan op, waarom Hij voor ons de schoonheid van deze nakomelingen uit het Paradijs heeft bewaard. Leer hen de bewijzen op te merken die overal in de natuur te vinden zijn van Gods zorg voor ons en hoe alle dingen zijn aangepast aan onze behoefte en ons geluk.Ka 115.3

    Alleen hij die in de natuur het handenwerk van zijn Vader opmerkt, die in de rijkdom en de schoonheid der aarde het handschrift des Vaders leest — hij alleen leert uit de voortbrengselen der natuur hun diepste lessen en ontvangt wat ze te bieden hebben. Alleen hij kan ten volle waarderen de betekenis van berg en dal, van rivier en zee, die deze beziet als een uitdrukking van de gedachten Gods, een openbaring van de Schepper.Ka 116.1

    De natuur een sleutel tot de Bijbel

    Vele beelden uit de natuur worden door de schrijvers van de Bijbel gebruikt, en wanneer we de dingen van de natuurlijke wereld waarnemen, zullen we onder de leiding van de Heilige Geest in staat gesteld worden, de lessen uit Gods Woord meer te begrijpen. Zo wordt de natuur een sleutel tot de schatkamer van het Woord.Ka 116.2

    Het bestuderen van gelijkenissen

    Kinderen moeten worden aangemoedigd in de natuur die voorwerpen op te zoeken welke de Bijbelse onderwijzingen illustreren, en in de Bijbel de gelijkenissen uit de natuur getrokken, op te diepen. Zij moeten zowel in de natuur als in de Bijbel elk voorwerp opzoeken dat Christus voorstelt alsook de voorwerpen die Hij gebruikte om de waarheid te illustreren. Op deze manier kunnen zij leren Hem te zien in boom en wijnstok, in lelie en roos, in zon en ster. Zij kunnen leren Zijn stem te vernemen in het gezang der vogels, in het ruisen der bomen, in de rollende donder, in de muziek der zee. En alles in de natuur zal voor hen Zijn kostelijke lessen herhalen.Ka 116.3

    Voor hen, die zo met Christus bekend worden, zal de aarde nooit meer een eenzame, woeste plaats zijn. Die zal zijn het huis huns Vaders, vervuld van de tegenwoordigheid van Hem, Die eens onder de mensen woonde.Ka 116.4

    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents