De geschiedenis van het leven van Jezus, onzen Heiland, bevat lessen voor ons, zoo onuitsprekelijk rijk, dat het die van de duizenderlei waarneembare stemmen der natuur in de zoo uiteenloopende ondervindingen van het menschelijk leven verre achter zich laat. JH 7.1
Vandaar de diepe indruk, dien het leven van Jezus van Nazareth heeft achtergelaten, niet alleen op Zijn tijdgenooten, maar ook op alle latere geslachten der menschen. Deze machtige en ongeëvenaarde uitwerking van het leven van een enkeling en dat nog wel een betrekkelijk kort leven, laat zich alleen verklaren, als het wordt aangezien als dat van een Wezen, dat in eigen persoon een verbinding tusschen hemel en aarde voorstelt. JH 7.2
De groote liefde, die in deze geschiedenis aan den dag komt, heeft de pen der geleerden bezig gehouden en de tongen der welsprekendste redenaars los gemaakt. En toch laat zij zich het best in eenvoudige taal meedeelen. Zij is te wonderlijk dan dat zij menschelijke kleuring behoeft. Zij gaat des menschen kunst te boven en straalt het helderst in eigen glans. JH 7.3
In deze bladzijden is dan ook geen sprake van opgesmuktheid. Ze zijn geschreven in den eenvoud, waarin het verhaal tot ons gekomen is, in het diepe besef van de oneindige afmetingen en het heilige van het onderwerp en geheel in overeenstemming met het bekende lied: JH 7.4
“Laat het mij nog eens hooren, als spraakt gij tot een kind.” JH 7.5
Dit heeft de schrijfster gedaan. Moge het ook in dezelfde eenvoudigheid en reinheid des geloofs ontvangen worden. JH 7.6
De Uitgevers.