Hoe verachtelijk in het oog van een heilig God zijn zij die belijden Zijn wet te verdedigen en nochtans haar geboden overtreden! Zij brengen schande over het verheven werk en geven de tegenstanders der waarheid kans om te triomferen. Nooit mag hef onderscheidingsteken tussen de navolgers Van Jezus en de volgelingen van Satan uitgewist worden. Er is een scherpe lijn, door God Zelf getrokken, tussen de wereld en de Gemeente, tussen hen die de wet houden en hen die de wet breken. Die gaan niet in elkander over. Tussen hen is een verschil als tussen middag en middernacht — verschil in hun smaak, hun doelstellingen, hun gedragingen, hun karakter. Wanneer wij de liefde en de vreze Gods aan kweken, zullen we de minste benadering tot onreinheid verfoeien. USG2 257.1
Moge de Here zielen tot Zich trekken en hun persoonlijk een gevoel van hun heilige verantwoordelijkheid bijbrengen om zo’n karakter te vormen, dat Christus Zich niet behoeft te schamen hen broeders te noemen. Verheft de banier, en dan zal de hemelse zegen u ten deel vallen te dien dage waarop een iegelijk mens zal ontvangen naar de werken die gedaan zijn in het lichaam. Arbeiders voor God moeten werken als stonden ze voor Zijn aangezicht, en in ware deugd en godsvrucht voortdurend hun karakter ontwikkelen. Hun verstand en hart moeten zó doortrokken zijn van de Geest van Christus en zó plechtig bezield door de heilige boodschap die ze te brengen hebben, dat elke gedachte, elke daad, elk motief ver boven het aardse en zinnelijke zal uitkomen. Hun geluk zal niet liggen in verboden, zelfzuchtige bevredigingen, maar in Jezus en Zijn liefde. USG2 257.2
Mijn gebed is: “O Here, zalf de ogen van Uw volk, opdat ze het onderscheid zien tussen zonde en heiligheid, tussen bezoedeling en rechtvaardigheid, om tenslotte te overwinnen.” USG2 258.1
In de strijd met het verderf van binnen en de verleidingen van buiten werd zelfs de wijze, machtige Salomo overwonnen. Het is niet veilig om ook maar in het minste af te wijken van de striktste onkreukbaarheid. “Onthoudt u van alle schijn des kwaads.” 1 Thessalonisenzen 5 : 22. Wanneer een vrouw aan een andere man haar gezinsmoeilijkheden vertelt, of klaagt over haar echtgenoot schendt ze haar huwelijksgeloften; ze doet haar man schande aan en breekt de muur af die opgebouwd is om de heiligheid der huwelijksverhouding fe beschermen; ze gooit de deur wijd open en nodigt Satan uit binnen te komen met zijn arglistige verleidingen. Dat is juist wat Satan wil hebben. Wanneer een vrouw tot haar Christelijke broeder komt met een verhaal van al haar narigheden, haar teleurstellingen en moeiten, moet hij haar raden, wanneer ze haar hart eens wil uitstorten, om zusters als haar vertrouwden te kiezen, want dan zal er geen schijn des kwaads zijn waardoor Gods werk benadeeld kan worden. — 1869, Vol. 2, blz. 306. USG2 258.2
* * * * *