Zendelingen voor God worden gevraagd in uw grote steden om het licht te brengen aan hen, die in de schaduw des doods zitten. Ervaren handen zijn nodig, om in de zachtmoedigheid der wijsheid en de kracht des geloofs, moede zielen te brengen aan de boezem van een goedertieren Verlosser. O, zelfzucht! Wat een vloek! Ze houdt ons terug om God te dienen. Al onze energie moet ingesteld zijn op de gehoorzaamheid van Christus. Wanneer we een gedeelte van onze belangstelling gaan wijden aan hen, die de dwaling brengen, dan helpen we het verkeerde en bevoordelen onze vijanden. De waarheid Gods kent geen compromis met de zonde, geen verbintenis met het gekunstelde, geen band met de overtreding. Soldaten zijn nodig, die altijd present zijn wanneer appèl wordt gehouden, gereed staande om onmiddellijk tot actie over te gaan; niet degenen, die, wan neer ze nodig zijn, bezig zijn de vijand te helpen. USG1 485.2
Ons is een groot werk opgedragen. Nochtans zijn er velen, die belijden deze geheiligde waarheden te geloven, die verlamd zijn door de drogredenen van Satan, en die niets doen ten bate van Gods werk, maar dat eerder hinderen. Wanneer zullen dezen doen gelijk degenen, die de Here verwachten? Wanneer, zullen ze een ijver tonen, die in overeenstemming is met hun geloof? Velen houden zelfzuchtig hun middelen achter en stillen hun geweten om na hun dood werkelijk iets groots voor des Heren zaak te doen. Zij maken een testament waarin een groot bedrag bepaald wordt voor de kerk en haar verschillende onderdelen, en geven zich dan over aan de stille gerustheid, dat ze alles gedaan hebben wat van hen geëist wordt. Waarin hebben zij door deze daad zichzelven verloochend? Ze hebben, integendeel, de ware aard van de zelfzucht aan de dag gelegd. Ze nemen zich voor om hun geld aan God te geven, wanneer ze het zelven niet langer meer nodig hebben. Maar ze willen het vast houden zo lang ze maar kunnen, totdat ze door een boodschapper, die ze niet terug kunnen sturen, gedwongen worden er afstand van te doen. USG1 486.1
Zo ', n testament is vaak een blijk van een reële begeerte. God heeft ons allen tot Zijn rentmeesters gesteld en in geen enkel geval heeft Hij ons gemachtigd onze plicht te verwaarlozen, of die op anderen af te schuiven De vraag naar geldmiddelen om het werk der waarheid vooruit te stuwen, zal nooit sterker zijn dan nu. Ons geld zal nooit zo goed besteed kunnen worden als momen-teel. Elke dag, waarin we het juiste gebruik daarvan uitstellen, zal de periode bekorten, waarin het ten gunste zal zijn voor de redding van zielen. Wanneer we aan anderen overlaten datgene te doen wat God ons wil laten doen doen we kwaad aan onszelven en aan Hem, Die ons alles gaf wat we bezitten. Hoe kunnen anderen ons werk der vrijgevigheid beter doen dan wij zelf. God wil dat elk mens gedurende zijn leven in deze aangelegenheid de uitvoerder is van zijn eigen wil. Tegenstand, ongeluk of geïntrigeer kan voorgenomen welwillende daden te niet doen, wanneer degene, die een fortuin vergaard heeft, niet langer bij machte is zich daartegen te verzetten. Het is bedroevend dat zo velen de aanwezige gulden kansen om goed te doen voorbij laten gaan, en wachten tot ze uit hun rentmeesterschap worden gezet alvorens de Here de middelen terug te geven, die Hij hun geleend heeft om Zijn Naam groot te maken. USG1 486.2