Loading...
Larger font
Smaller font
Copy
Print
Contents
Gedachten van de Berg der Zaligsprekigin - Contents
  • Results
  • Related
  • Featured
No results found for: "".
  • Weighted Relevancy
  • Content Sequence
  • Relevancy
  • Earliest First
  • Latest First
    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents

    “Eng is de poort en smal de weg, die ten leven leidt.”

    In de tijd van Christus leefden de mensen in Palestina in ommuurde steden, die meestal gelegen waren op heuvels of op bergen. De poorten, die gesloten werden bij zonsondergang, bereikte men langs steile, rotsachtige wegen, en de reiziger, die aan het einde van de dag naar huis trok, moest zich dikwijls in haast langs zijn weg spoeden en de moeilijke bestijging maken, om vóór de nacht viel de poort te bereiken. Hij die bleef dralen werd buitengesloten.GZ 122.1

    De smalle, steile weg die leidde naar huis en rust gaf Jezus een sprekend beeld van de weg van de Christen. Het pad, dat Ik voor u bestemd heb, zegt Hij, is smal; de poort is moeilijk binnen te gaan; want de gulden regel sluit alle trots en zelfzucht uit. Er bestaat inderdaad een bredere weg; maar het einde daarvan is de ondergang. Indien ge het pad van het geestelijk leven beklimt, moet u voortdurend stijgen, want het is een weg die naar boven leidt. U moet met de minderheid meegaan, want de meerderheid zal het pad kiezen dat naar beneden leidt.GZ 122.2

    Het gehele mensdom kan langs de weg naar de dood gaan, met al hun wereldsgezindheid, al hun zelfzucht, al hun trots, oneerlijkheid en zedelijk verval. Er is ruimte voor de mening en de leerstellingen van alle mensen, ruimte om toe te geven aan zijn neigingen, om datgene te doen wat zijn eigenliefde hem ingeeft. Om het pad in te slaan dat ten verderve leidt, behoeft u niet naar de weg te zoeken; want de poort is wijd, en de weg is breed, en uw voeten vinden vanzelf de weg naar het pad dat ten dode leidt.GZ 122.3

    Maar de weg naar het leven is smal, en de toegang nauw. Indien u u vastklemt aan een zonde waarin u gemakkelijk vervalt, zult u bemerken, dat de weg te smal is, zodat u er niet kunt binnen gaan. Uw eigen wegen, uw eigen wil, uw slechte gewoonten en gebruiken moet u opgeven indien u op de weg des Heren wilt blijven. Hij, die Christus wil dienen, kan niet de inzichten van de wereld volgen, of voldoen aan de maatstaf van de wereld. Het pad des hemels is te smal voor voornamen en rijken zich daar in alle statie te laten rijden, te smal voor het spel van egocentrische eerzucht, te steil en te ruw om beklommen te worden door mensen die op hun gemak gesteld zijn. Inspanning, geduld, zelfopoffering, verwijten, armoede en de tegenstand der zondaars, waren het deel van Christus, en dat moet ook ons deel zijn, indien wij ooit het Paradijs Gods zullen binnengaan.GZ 122.4

    Concludeert daaruit echter niet, dat de weg naar boven de moeilijke weg is, en de weg naar beneden de gemakkelijke. Overal langs de weg die naar de dood leidt vindt men moeiten en zorgen, er zijn smarten en teleurstellingen, er zijn waarschuwingen om niet verder te gaan. Gods liefde heeft het moeilijk gemaakt voor de achtelozen en weerbarstigen om zichzelf te vernietigen. Het is waar, dat het pad van satan schijnbaar aantrekkelijk gemaakt wordt, maar het is alles bedrog; op de weg van het kwaad vindt men bitter berouw en verterende bezorgdheid. Wij denken wellicht, dat het aangenaam is, trots en wereldse eerzucht te koesteren; maar het einde is ellende en smart. Zelfzuchtige plannen vleien misschien met schone beloften, en geven hoop op vermaak; maar wij zullen bemerken, dat ons geluk vergiftigd is, en dat ons leven verbitterd wordt door verwachtingen die onszelf tot middelpunt hebben. Op de weg die naar beneden leidt is de toegang wellicht vrolijk versierd met bloemen, maar op het pad vindt men doornen. De lichte hoop, die de ingang bestraalt, verdwijnt in de duisternis der wanhoop; en de ziel die dat pad volgt, daalt af in de schaduwen van de eindeloze nacht.GZ 123.1

    „De weg der trouwelozen is onbegaanbaar,” maar de wegen der wijsheid „zijn lieflijke wegen, al haar paden zijn vrede.” Spr. 13 : 15; 3 : 17. Iedere daad van gehoorzaamheid aan Christus, iedere daad van zelfverloochening om Zijnentwille, iedere beproeving die goed doorstaan wordt, iedere overwinning die behaald wordt op de verzoeking, is een stap voorwaarts op de weg naar de heerlijkheid van de uiteindelijke overwinning. Indien wij Christus als onze Gids aannemen, zal Hij ons veilig leiden. De ergste zondaar behoeft de weg niet kwijt te raken. Geen mens, die bevend zoekt, behoeft af te dwalen van zijn wandel in het reine en heilige licht. Hoewel het pad zo smal is, zo heilig, dat de zonde daarop niet kan worden toegelaten, staat het nochtans open voor allen, en niet één twijfelende, bevende ziel behoeft te zeggen: „God bekommert Zich niet om mij.”GZ 123.2

    De weg is dan wel ruw en steil, rechts en links kunnen valstrikken zijn, wij kunnen te kampen hebben met moeiten op onze reis; wanneer wij vermoeid zijn en naar rust verlangen kan het zijn, dat wij verder moeten zwoegen, wanneer wij zwak zijn kan het gebeuren dat wij moeten strijden, wanneer wij ontmoedigd zijn moeten wij blijven hopen, maar met Christus als onze Gids, zullen wij zeker uiteindelijk de haven waarnaar wij verlangd hebben bereiken. Christus zelf is vóór ons de ruwe weg gegaan, en Hij heeft het pad geëffend voor onze voeten.GZ 124.1

    En langs de gehele steile weg die tot het eeuwige leven leidt zijn bronnen van vreugde om de vermoeiden te verkwikken. Zij die wandelen in de wegen der wijsheid hebben, zelfs in de vervolging, grote vreugde; want Hij, Die hun ziel liefheeft, gaat onzichtbaar naast hen. Bij iedere stap naar boven gevoelen zij duidelijker de aanraking van Zijn hand; bij iedere schrede vallen helderder stralen van heerlijkheid van de Ongeziene op hun pad; en hun lofliederen, die steeds hoger opklinken, stijgen omhoog en mengen zich met de liederen van de engelen voor de troon. „Het pad der rechtvaardigen is als het glanzende morgenlicht, dat steeds helderder straalt tot aan de volle dag.” Spr. 4:18.GZ 124.2

    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents